Geplaatst op

Hartjesdagen 2023 (3)

Wie is dat, vroeg ik mij af. Slechte foto, maar volgens mij een interessante persoon om in de studio te fotograferen, al zal ik dan wel weer een laddertje nodig hebben, zeker als ze op dertig centimeter hoge hakken binnenkomt. Ze zei ook iets waaruit bleek dat zij mij mogelijk kende, maar dat lijkt me sterk.

Geplaatst op

Hartjesdag 2023 (1)

Hartjesdag, vroeger Hartjesdagen, is toch wel mijn favoriete dag van het jaar. Er circuleren verschillende verhalen over de totstandkoming. Het zou voortborduren op de ‘Hertjesdagen’ die eeuwen geleden bedacht waren als een jachtvergunning voor de armen. Dat ging gepaard met een feest waarin mannen zich kleedden als vrouwen en andersom. Er zal vast wat aan te merken zijn op deze urban legend, of op mijn weergave daarvan, maar één ding is zeker: het festijn is weer uit de vergetelheid gehaald door ondernemers aan de Zeedijk die daar wel brood in zagen.

Geplaatst op

Vervuiling

Het mag eigenlijk een wonder heten dat de gemeente Amsterdam nog bereid is een Pride in de stad toe te laten. De stad begint steeds meer een plek te worden waar vrijwel niets mag. Het gebeurt allemaal wel, maar je voelt als inwoner van het centrum heel duidelijk dat men er naar streeft om een braaf dorp te worden. Overal in de stad hangen plakkaten waar de gemeente ons maant om ons gedrag aan te passen. Joe hef toe zrow your garbage in the bin, is een leuk voorbeeld. In werkelijkheid is het natuurlijk in keurig Engels gesteld, want de gemeente richt zich graag met liefde op toeristen. In plaats van ze meteen bij aankomst vanaf hun cruiseschip in het IJ te mieteren – wat menige Amsterdammer best een opluchting zou vinden – worden die goeddeels onwelkome gasten overal in de stad met plakkaten gemaand wat de regels zoal zijn. Dat levert geen enkel resultaat op, maar daar gaat het kennelijk niet om. Het is meer een manier om te laten zien dat Amsterdammers nette mensen zijn en dat wij vergelijkbaar gedrag van onze gasten verlangen.
Nu zijn Amsterdammers over het algemeen helemaal geen nette mensen. Of ze drinken te veel, of ze gaan zich te buiten aan andere middelen, maar het is een feit dat we wel steeds netter aan het worden zijn. Dat heeft veel met de prijzen van de woningen te maken.
Je moet eigenlijk zo’n beetje miljonair zijn om hier nog een fatsoenlijke woning te kunnen bemachtigen. En het is algemeen bekend dat miljonairs nooit in het openbaar luidruchtig zijn of huisvuil laten slingeren. In plaats daarvan vervuilen ze met hun fiscalisten en hun vermogensbeheerders de stad van binnenuit door van het centrum één groot witwasparadijs te maken. Ze zijn ook meteen de enige mensen die zich hier makkelijk neer kunnen leggen bij de huurprijzen. Ik heb het over de zogenaamde expats. Expats is een mooi woord voor Kutamerikanen, die niet alleen neerkijken op de Nederlandse cultuur, maar ook nog eens een fikse dosis van hun meeverhuisde bekrompenheid aan de oorspronkelijke bewoners willen opdringen. Als de Westertoren om 06:00 haar klokken luidt, dan schrijven zij wel een brief aan de gemeente dat dit op moet houden, omdat het hen uit de slaap houdt. Ook hoeven zij, in tegenstelling tot vluchtelingen uit andere landen, niet te integreren. Het zijn mensen die slechts één taal hoeven te spreken: Engels. En wat vinden we dat leuk in het centrum. Je slaat steil achterover als een winkelier je in het Nederlands aanspreekt. Dat ligt allemaal, volgens diezelfde expats, aan onszelf, want wij zijn te snel bereid om Engels te spreken, waardoor zij geen kans krijgen om Nederlands te leren.
Daar zou wat in zitten, ware het niet dat Amerikanen nergens op de wereld enige moeite doen om een andere taal te leren. Zelfs in landen, waar mensen geen woord Engels spreken, denken ze zich met een geërgerd hoofd verstaanbaar te maken door tergend langzaam Engels te spreken, net zo lang totdat de aangesprokene zich wil verhangen. Ondertussen pompt hun thuisbasis op dagelijkse basis miljarden in het uitzichtloos corrupte Oekraïne, zodat we ook nog eens voortdurend op een kruitvat leven in Europa. Het zal ze worst zijn, want er is een grote politieke lobby aan het thuisfront die nog steeds gelooft in het oude idee van generaal Alexander Haig dat een ‘restricted nuclear war over Europe’ tot de mogelijkheden behoort. Mocht dat te bruut overkomen, dan valt het saboteren van een kerncentrale onder de meer charmante opties.
Wie denkt dat dit te gek is voor woorden heeft zich niet genoeg in onze politieke leiders verdiept. Voor hen zijn de steeds meer afbrokkelende Verenigde Staten een springlevend voorbeeld van hoe we onze maatschappij moeten inrichten. Met Willem-Alexander voorop denken zij goede zaken te doen in een land dat monetair steeds verder geïsoleerd raakt van de rest van de wereld. In The Land of The Free, kan men kiezen tussen twee bejaarde idioten voor het presidentschap. Dat vinden ze daar doodnormaal. Wat dat betreft hebben/hadden wij het toch maar getroffen met een strak in het pak zittende pathologische leugenaar die kinderen kon wegtoveren, ziekenhuizen kon sluiten en ons tegelijkertijd wijs wist te maken dat de vrijemarktwerking onze ziektekostenverzekering steeds goedkoper zou maken. ‘Er zijn veel grote fouten gemaakt,’ zei hij onlangs nog in alle ernst. ‘Ook door mij.’ Dit uit de mond van iemand die vrijwel alle beslissingen Chefsache vond en de oppositie keer op keer in het duister liet. Maar goed, dat is de Nederlandse politiek en die is hooguit een theatersubsidie waard, want in het nieuwe Europa hebben wij weinig te zeggen. Maar waar halen de Nederlandse inwoners in godsnaam het idee vandaan dat alle gekkigheid die in de VS speelt, hier nog eens dunnetjes over moet worden gedaan? Achter welke plint zijn die leeghoofden vandaan gekropen? Kijk naar de discussie over Drag Queens. Hebben we dat zelf bedacht, of is dat als een virus over komen waaien uit The United States of A-holes? Ik denk het laatste.
Ondertussen raak ik afgeleid door het gekrijs van honderden zeemeeuwen die ontdekt hebben dat het straatvuil, op de stoep gezet door ondernemende expats die geen woord Nederlands spreken en dus ook nooit zullen leren wanneer het vuilnis opgehaald wordt, een veel makkelijkere bron van voedsel is dan stoer te gaan jagen op vis boven de Noordzee. Gelukkig heeft onze betuttelende gemeenteraad daar alle begrip voor, alleen missen ze de middelen om de stinkende troep op te halen. Wel zijn ze druk bezig met een deal om 900 ton Italiaans afval hier wekelijks te gaan verbranden op ‘milieubewuste’ wijze. Maar je kunt die gemeenteraad niets verwijten, want die hebben geen idee wat in het centrum leeft, want zij wonen hier niet. Te duur. Hun woning is waarschijnlijk naar een expat gegaan.

Madame Boissevin

Geplaatst op

Oorlog

Ik heb nooit helemaal begrepen wat het nut van censuur is en hetzelfde gaat eigenlijk op voor propaganda. Ik kan me met een hoop moeite voorstellen dat men in een oorlogssituatie graag de vijand op het verkeerde been zet, maar oorlogen zijn ook alleen maar interessant als je geen medeleven voelt met de slachtoffers en als er daadwerkelijk iets te winnen valt. Wanneer heeft een land voor het laatst echt een oorlog gewonnen? Lang geleden, misschien, maar het mooiste voorbeeld waar je echt niet omheen kunt, is toch wel de Verenigde Staten. Ze gooien om de haverklap een land plat en laten de puinhopen vroeg of laat over aan de vijand die ze zo bestreden hebben. Keer op keer, moeten ze een land dat ze met veel bravoure zijn binnengevallen, weer met de staart tussen de benen verlaten.

Ik zat eens in de trein tegenover een Amerikaanse hoogleraar die hier een kennelijk goedbetaalde lezing ging houden over een Nederlandse hortus botanicus die hij nog nooit bezocht had. Hij voelde aan dat ik dit op z’n zachtst gezegd merkwaardig vond, dus hij veranderde snel van onderwerp en verzuchtte na veel overpeinzingen dat hij niet begreep waarom de Amerikanen al heel lang geen oorlogen meer konden winnen. Ik probeerde mij in de Amerikaanse leefwereld te verplaatsen en antwoordde: ‘Maybe, because in the long run, it is more profitable for the military industrial complex to lose.’

‘You are a cynic,’ antwoordde hij prompt.

Ik zweeg, want cynisch zijn, dat is nogal een ernstige aantijging in het land van de optimisten, dus ik keek wat naar buiten en zag het groen van een typisch Nederlands landschap voorbijglijden. Daarmee ontkwam ik er niet aan dat ik vlak langs het gezicht van zijn echtgenote keek. Ik durfde haar niet direct in de ogen te kijken, maar ondanks dat was het duidelijk dat zij zat te koken van woede. Ik zat schuin tegenover een true patriot, dat was duidelijk. De hoogleraar was het gewoon niet met mij eens en keek kennelijk neer op mijn suggestie. Zij zou mij daarentegen, naar haar gezichtsuitdrukking te oordelen, het liefst op een dorpsplein laten executeren.

Zo is het altijd wel ergens een klein beetje oorlog, al is het maar in een eersteklas coupé van de Nederlandse Spoorwegen.

Geplaatst op

Harley K. Winn

One of my favorites, I had the honor to photograph for Harley K. Winn for Norden Magazine. There is a poster of her too. Harley started out on TikTok where she has an incredible amount of followers and after the lockdowns she started doing gigs. She is one of the rising stars in the Drag scene now. Almost overnight. You have to see her to understand why. She is all energy and very creative.

Geplaatst op

Een oorlogshondje

Ik droomde dat ik gehoor gaf aan een oproep van de Partij voor de Dieren met als doel me te bekommeren om de vele dieren die het slachtoffer zijn geworden van de Russische invasie. Nu beschik ik niet over genoeg ruimte om een koe of een paard met een oorlogstrauma in huis te nemen, maar een niet al te grote hond behoort wel tot de mogelijkheden, dus stapte ik op de fiets en reed naar de grens van Oekraïne. In een droom is immers alles mogelijk.

Het was nogal chaotisch daar. Massa’s mensen liepen bepakt en bezakt door elkaar heen, brulden om water of melk voor de kinderen en nadat ik door een groep potige kerels onder de voet was gelopen die zich op kratten vol Kalasjnikovs stortten en in het Engels en Duits vroegen waar de vijand zich bevond, wist ik niet meer precies aan welke kant van de grens ik was. Ik keek om mij heen en er was eigenlijk slechts één ordelijke rij mensen en die bestond uit Afrikaans ogende mannen en vrouwen. Zij stonden ergens op de wachten, ik had geen idee waarop. Om me aan de chaos te ontworstelen sloot ik me keurig achter die rij aan. Je wilt zeker als witte Nederlander nu eenmaal niet voordringen in een rij met zwarte mensen.

Ik stond daar nog geen vijf minuten of ik werd al door een Oekraïense vrouw uit de rij geplukt en zij vertelde mij in redelijk verstaanbaar Duits dat ik niet in die rij thuishoorde en dat ik waarschijnlijk voor de honden kwam. Ik liep met haar mee naar haar kraampje waar ze Molotov cocktails aanbood. De prijzen waren best schappelijk en kennelijk nog gebaseerd op de oude benzineprijzen. Naast haar tafel stonden enkele kooien met daarin verwilderde, trillende honden die mij aankeken alsof ik van de euthanasiebrigade was. Nu ja, dacht ik, je kunt ook niet verwachten dat die dieren kwispelend op je afkomen na alles wat ze hebben meegemaakt.

Ik koos een redelijk kleine hond uit, want ik ben nu eenmaal niet ruim behuisd. Toch wilde ik wat meer over het dier weten, zodat ik hem zo goed mogelijk van zijn PTTS kon genezen. Ik kom zelf uit een oorlogsfamilie dus ik weet zo’n beetje hoe dat gaat. Geen van mijn vragen werd echter beantwoord. Op al mijn vragen antwoordde zij: ‘Hund gut. Nieks Nazi. Nieks Jude.’

Haar Duits was al even beroerd als het mijne. Ik kreeg een stuk touw om het hondje aan mee te voeren. Ik zorgde ervoor dat de lus niet te strak zat en ging op pad om mijn fiets te zoeken. De Oekraïense vrouw had mij gelukkig gewezen welke kant ik uit moest om in het vertrouwde Westen te komen. We kwamen weer langs de eindeloze rij zwarte mensen en mijn hondje wist zich behendig uit de lus van het touw te wurmen en vloog de eerste de beste zwarte man aan, waarmee hij niet alleen de keurige Adidasbroek scheurde, maar ook een bloedige wond in het bovenbeen trok met zijn tanden. Ik putte mij uit in excuses en trok mijn portemonnee om de man een schadevergoeding te bieden, maar de man wuifde mijn gebaar weg en mompelde: Dat zijn we hier wel gewend, het kan altijd erger.

Ik realiseerde me dat ik een behoorlijk racistisch hondje had uitgekozen, maar – zo bedacht ik mij – dat leerde ik hem in Amsterdam wel af. Desnoods liet ik hem een weekendje bij Sylvana Simons logeren, die wist hoe ze zo’n klusje moest klaren!

Voor straf liet ik hem wel de hele weg terug naar huis naast de fiets lopen. Ook dat kan alleen in een droom. Thuisgekomen was ik toch wel treurig geworden van alles wat ik had gezien en ik zette een passend muziekje op. Amsterdam huilt van Rika Jansen, maar bij het woord mazzel in de mooie Jiddische zin ‘Mazzel en broge voor de hele mispooche’ vloog het hondje mij naar de keel, zette zijn tanden in mijn halsslagader en ja, zoals dat met dromen gaat; toen werd ik wakker — om nu in het holst van de nacht mijn droom op te schrijven, want voordat je het weet ben je zo’n droom de volgende dag weer helemaal kwijt.

Geplaatst op 2 reacties

Met scherp schieten

Vanochtend werd ik wakker met het nieuws dat ‘prikmilitairen’ waren ingezet om boosters te zetten. Van Dissel zei deze week nog dat hij geen idee had of die boosters enig effect hadden op de nu dominante omikronvariant. Ik begeef mij nu meteen al op een hellend vlak, want ik gebruik de medische term ‘booster’ en ik haal Van Dissel aan, zonder zijn binnensmonds gemompelde context woord voor woord te citeren. Wat ik vanaf nu ook beweer, zal door brave burgers als gezagsondermijnend gezien worden. Ook al ondersteun ik het overheidsbeleid, dan nog heb ik mij als gewone jongen verre te houden van uitspraken over het Coronabeleid, want dan pretendeer ik een viroloog te zijn en dat schijnt zoiets als landverraad te zijn.

Pretenderen dat je een viroloog bent, dat is alleen weggelegd voor Hugo de Jonge. Zelfs de premier brandt daar inmiddels zijn vingers niet meer aan, uit angst zonder mensen te komen zitten die hij in tijden van politieke nood voor de bus kan gooien.

Gelukkig mag ik als fotograaf nog wel beweren dat neptieten in de verste verte niet lijken op natuurlijke borsten, terwijl ik mij daarmee toch duidelijk, zonder enige gêne, op het vlak van de plastische chirurgie begeef. En als we bij neptieten niet over een pandemisch verschijnsel mogen spreken, dan weet ik het ook niet meer.

Dus even voor de goede orde: het overheidsbeleid is toppie en u ziet het niet, maar ik steek er een duim bij in de lucht en ik produceer een glimlach van oor tot oor. Dat heb ik zo geleerd van de premier en de koning. Die doen dat ook om de haverklap. Alles is toppie met een duim in de lucht en een glimlach van oor tot oor.

Bij de eerste foto van een prikmilitair bromde ik nog voor mij uit: ‘Toppie! Fijn dat die jongens en meisjes nu eindelijk eens met scherp mogen schieten.’ Ik heb het geheugen van een olifant, dus ik weet mij nog goed te herinneren hoe het Nederlandse leger zonder munitie kwam te zitten en een politicus opperde dat ze bij oefeningen maar heel hard ‘pief, paf, poef!’ moesten roepen na het overhalen van de trekker. De mensen die dat soort vaderlandse kluchten in de Tweede Kamer kunnen vergeten, die benijd ik zeer.

Toch zag ik duidelijk de verwarring, waarin de overheid verkeert, weerspiegeld in de foto’s van de prikmilitairen. Een van hen was kennelijk bijziend, want hij zat met zijn rechteroog op een paar centimeter afstand van de plek waar de naald de huid inging.

We hebben nu dus militairen die injecties zetten, politie-agenten die met scherp schieten en BOA’s die met verbale agressie het leefklimaat in de stad onaangenaam maken. Kennelijk zijn de rubberkogels die in andere landen gebruikt worden bij rellen gewoon op. Te laat besteld door een bureaucraat van Justitie, neem ik aan. De journalistiek stelt geen vragen. Ook wordt er vanuit de politie zelf weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van grof geweld. Ik zag in Den Haag, maar ook in Amsterdam regelmatig een paar agenten een vrouw mishandelen die, buiten wat verbale onfrisheden om, geen vlieg kwaad deed. Niet dat ik denk dat vrouwen geen geweldplegers kunnen zijn, maar omdat duidelijk te zien was dat de vrouwen in kwestie geen geweld pleegden, voordat ze door vier of vijf agenten met wapenstokken in elkaar gemept werden. Een van hen hield zelfs, na met fiets en al tegen de grond geslagen te zijn, nog beide handen aan het stuur.

Het is allemaal toppie, want het Coronabeleid is nu eenmaal toppie. Iets wat toppie is, kan vanzelfsprekend niet iets anders veroorzaken dat niet zo toppie is.