Geplaatst op

1999-2000 Role Model

1999 and 2000 for me were the last years of analogue photography. I believe I switched to a Nikon D1 by the end of 2000. I was recovering from major surgery at the time, so it was not a period of my life I wish to remember in detail. Not being able to walk properly for many years prior to the operation, I was trying to catch up with life and I acted like I was suffering from a midlife-crises on steroids.

I guess I was a major pain in the ass for everybody around me, including the person who was generous enough to give me a studio plus equipment to continue my photographic career.

Most of the analogue material I created there, wasn’t scanned in high resolution, so I could not supply large digital prints. Currently, I am re-scanning most of these negatives, such as the image above, which is a remastered version.

This photograph is important to me, because it marked the beginning of a new era. I sent this photograph with two others to a juried art show in Seattle. The jury, consisting of people with lots of expertise, sent me a very nice E-mail and all works were admitted.

I did not visit the exhibit, but somebody I knew, who lived in the area, did. At first, she could not find this particular photograph, although she did find the two other photographs. Those photographs were quite prominently presented.

Later I found out that this image was hung apart from my other works, next to the latrines. A little investigation learned that volunteers who were responsible for hanging the works in this very large group exhibit, thought that the image was provocative in a way that made them decide to hang it out of view for most visitors.

This was new to me, then. I like to create works that provoke a discussion on aesthetics, and I was not used to volunteers creating their own censorship rules. To me, that was up to the jury to decide. Of course, this was the beginning of more censorship by people who have no expertise or background in art or photography. You see it everywhere now. Computer programmers on social media who decide what is porn and what is art. It is quite normal now, but it wasn’t then.

The person who posed for this photograph was not directed to sit with his legs apart. It happened when I was loading film. When I saw him in this position I decided to add the broom, and I was quite satisfied with the result.

To me the photograph represented a very common discussion between feminists at the time. Just before I made that photograph, I had read an article written by a woman complaining about men doing the laundry, cleaning the house, cooking etc. They did all the things she had hoped for, but in the end she had to conclude that these men were simply not attractive enough.

I thought of that article, when I added the title ‘Role Model’ to the photograph.

Geplaatst op

A.J. Heartstone

I brought some lighting equipment and a backdrop to the UNCENSORED exhibit at NDSM-fuse and did some photo shoots with an audience, which was fun. I will post a video in the news section, once the material has been edited.

Drag Queen Starlet A.J. Heartstone was the first to stand in front my camera. It was his/her first photo shoot and I was amazed how well she responded to the camera and the audience.

Geplaatst op

UNCENSORED at NDSM-Fuse

The exhibit at NDSM-Fuse came in two parts. The first part was a prequel during the Pride and featured a selection of works of the GENDER! Series.

(See video. Dutch only, I am sorry.)

The second part was a retrospective exhibit, including the complete GENDER! series and works from different series between 1977 and 2020, starting off with the Rockers, my first solo exhibit.
My son (his website) documented the almost 200 photographic works on his iPhone. (See video below.)

The show ended yesterday (August 30th, 2020) and I feel tired now, but it was one of the most interesting exhibits I ever had, since there was so much material over so many years.

It felt like a very long 65th birthday, and I was surprised to see visitors I once photographed, but had not seen in decades. It was fun but exhausting. Getting older does come with certain disadvantages, although I absolutely felt worse after the first Rockers exhibit in 1977.

Geplaatst op

De eigen waarheid

Ik was op bezoek bij een kunstenaar die zich zorgen maakte over de vele complottheorieën die circuleren. Zo halverwege het gesprek begreep ik dat hij ook simpele feitelijke onjuistheden als complottheorieën bestempelde. Daarmee impliceerde hij dat elke feitelijke onjuistheid een complot is. Dat was ook het moment waarop ik mij zachtjes aan hem begon te ergeren. Ik realiseerde mij dat ik, zijn gedachtelijn volgend, eigenlijk alles wat hij over zijn visie op kunst had gedeeld, dus ook een complottheorie genoemd mocht worden, omdat zoveel daarvan in de dertig jaar dat ik hem gekend had, op feitelijke onjuistheden gebaseerd was. Je hoefde maar twee of drie subsidie-aanvragen van hem uit de kast te trekken om dat met harde bewijzen te onderbouwen.

Zo had de kunstenaar in vrijwel elke aanvraag opgenomen dat werkeloze jongeren in zijn projecten ook een plek konden krijgen om werkervaring op te doen en hij naderde nu de tachtig en ik kon mij niet herinneren dat hij, in de halve eeuw dat hij kunstenaar was, ook maar één enkele jongere aan werkervaring had geholpen. Hij zou dat privé ook ruiterlijk toegeven, maar hij begreep tegelijkertijd donders goed dat zo’n wortel voor de neus onweerstaanbaar is voor de subsidieverstrekker.

Een belangrijke reden om iets als onwaarheid te bestempelen, is namelijk dat het andermans onwaarheid betreft. Dat begrijpen wij allemaal. Ons eigen gelijk is heilig en dat van een ander natuurlijk wat minder. Dat gaat voor vrijwel alle mensen op. We worden nu eenmaal niet graag voor dom versleten.

Ik kom eerlijk gezegd nooit mensen tegen die denken dat de aarde plat is en ik heb ook geen kennissen die denken dat Hillary Clinton een seksnetwerk voor pedofielen runt vanuit een pizzazaak, maar als ik die mensen wel zou kennen, dan zou ik ze hun eigen waarheid gunnen. Zo ken ik een ambtenaar bij de gemeente Amsterdam die oprecht gelooft dat we de Wallen moeten opschonen om mensenhandel de wereld uit te helpen. Het is een kijk op zaken die vrij makkelijk met feiten te weerleggen is, maar als dat nu eenmaal de consensus is geworden voor een aantal mensen, dan laat je ze gewoon lekker doorlullen.

Want als we mensen hun eigen waarheid niet meer kunnen gunnen, dan hebben we een Waarheidspolitie nodig die iedereen met afwijkende ideeën streng beboet en dat is logistiek alleen haalbaar door ruime digitale mogelijkheden te creëren, waarmee mensen elkaar kunnen verlinken. Iedereen kletst namelijk wel eens uit zijn of haar nek. Het is onmogelijk om op alle fronten even goed geïnformeerd te zijn. Zij die dat wel pretenderen te zijn, lijden aan zelfoverschatting.

Daar komt nog bij dat de waarheid van vandaag nog niet meteen de waarheid van morgen hoeft te zijn. Draait de aarde om de zon, of draait de zon om de aarde? In het verleden zijn voor het ‘verkeerde antwoord’ op die vraag, mensen op beestachtige wijze geëxecuteerd.

Natuurlijk erger ik mij ook aan mensen die anderen in gevaar brengen door een gedachtegoed dat kant noch wal raakt, zoals nu met Covid-19, maar het alternatief is die Waarheidspolitie. Ik ben op een leeftijd gekomen dat ik de complexiteit van het leven goed doorleefd heb, dus ik durf niets meer met zekerheid te stellen, maar de Waarheidspolitie lijkt me een slecht idee, want die moet dan weer aangestuurd worden door mensen die over de meeste macht beschikken en dat zijn over het algemeen ideologisch gezien niet de meest betrouwbare lieden.

President Trump heeft indertijd geprobeerd om – met enig succes – een eenpersoons Waarheidspolitie te vormen. Door bij alles, waar of onwaar, ‘fake news’ te brullen heeft hij een grote schare volgelingen gecreëerd die je vrijwel alles wijs kunt maken, als het maar ter meerdere eer en glorie van Trump is, of op zijn minst diens belangen dient.

In ons eigen land hebben we politieke partijen die, ondanks de scheiding tussen kerk en staat, geloven in een witte man met een baard die over water kon lopen, terminale zieken met handoplegging genas, water in wijn liet veranderen (!) om vervolgens gekruisigd te worden om drie dagen later weer levend rond te lopen. Is dat nu zo veel gekker dan het pedonetwerk van Hillary Clinton?

We gunnen die politici dat en ze doen geen vlieg kwaad in de Tweede Kamer.

Geplaatst op

UNCENSORED

The June exhibit of 21st Century Madonnas in Zürich, Switzerland was cancelled due to the lockdown. Plans to get the GENDER! exhibit on the road for artistic and educational purposes were postponed.

Luckily NDSM-fuse had 600 square meters available for an exhibit. At first I was quite overblown by the idea of filling such a large space, but the offer came on my 65th birthday, so I spontaneously decided to go for a retrospective of photographic works, created between 1977 and 2020.

Also, they had some space left for the last week of Pride Month to exhibit part of the GENDER! series.

So a selection of the GENDER! series now serves as a ‘prequel’ of the retrospective which I named UNCENSORED, since I had so many problems posting my works on social media over the last decades.

Within the UNCENSORED exhibit you will find the complete GENDER! exhibit plus all major themes in my work since 1977, including the oldest Rockers series.

Geplaatst op

De grootste plofkraak van 2020

De Nederlandse Vereniging van Klaplopers en Wanbetalers, meestal kortweg aangeduid als ‘ondernemers’ komt steeds vaker in het nieuws met ‘creatieve oplossingen’ voor de Coronapandemie. Nu wil ik zeker niet bestrijden dat mensen die zich gespecialiseerd hebben in klaplopen en wanbetalen een tekort aan creativiteit hebben. Integendeel, op de creatieve ladder staan ondernemers treden hoger dan de gemiddelde stakker die met een veel te licht autootje vergeefs een betaalautomaat ramt, daarmee de hele omgeving recht overeind in bed laat zitten om vervolgens, nog steeds blut, hinkend huiswaarts te keren.

De Nederlandse ondernemers hebben met hun eindeloze creativiteit de grootste en meest geruisloze plofkraak van 2020 gepleegd. Ze hoefden er geen voertuig voor op te offeren en ze mikten niet op een schlemielig kantoortje van de SNS-bank, maar zij koersten al in de eerste dagen van de pandemie schaamteloos af op de goedgevulde Staatskas. Met succes. Een eindeloze stroom geld verdween in de zakken van mensen die allang hadden zien aankomen dat hun winkel of uitgaansgelegenheid op een te dure plek in de stad langzaam maar gestaag de V&D achterna ging. Nog voor het einde van het jaar zullen zij alsnog onderuit gaan, maar niet voordat ze het karkas van hun onderneming kaalgevreten hebben, of doorverkocht hebben aan een partij die wel handel ziet in de herstart van hun uitzichtloze bedrijfsvoering, om zo wat kapitaal wit te wassen.

Dat is een zure manier om naar de zaken te kijken en het zal onze hardwerkende premier pijn doen dat er mensen zoals ik rondlopen die daar zo over denken, want ondernemers liggen hem immers zo na aan het hart. Hoewel de brave man zelden enige empathie toont, krijgt hij bij het woord ‘ondernemers’ echt een brok in de keel. Zijn secondant, het Brabantse klefbekje Klaas Dijkhoff, zal ongetwijfeld vergelijkbare sentimenten kennen, alhoewel hij vooralsnog zijn eigen platform lijkt te bouwen op ideeën die in de jaren dertig populair waren, zonder hem daarmee meteen de best geklede Neonazi van Nederland te willen noemen.

Gaat er iemand afgerekend worden op deze grootste plofkraak van 2020? Ja en nee. Het zullen in ieder geval niet de ondernemers zijn. Minder creatieve geesten, zoals politici, zullen gewoontegetrouw een bevolkingsgroep ergens op de rand van de armoedegrens of net daaronder aanwijzen als de nagel aan onze economische doodskist. Met de berg werklozen die onze ondernemers achterlaten in hun slipstream op weg naar nieuwe uitdagingen onder nieuwe rechtsvormen, lijkt nu al duidelijk te zijn welke groep in de maatschappij straks het mes op de keel krijgt gezet.

Zo hoort het ook. Tenminste, zo gaat dat in een land dat geregeerd wordt door lieden die het pseudo-liberalisme omarmen. Dat de kiezers zelf geen flauw benul hebben dat ze indertijd op die groep liberalen gestemd hebben, doet er niet toe. De meeste kiezers van de VVD wilden gewoon op een man stemmen die op een nette manier buitenlanders het leven zuur zou maken, zonder er tegelijkertijd zo bij te blaten als Baudet en Wilders. Je wilt immers niet dat de buren in de gaten krijgen dat je een misantroop bent. In overdrachtelijke zin zou je kunnen stellen dat de VVD een bruin overhemd draagt, maar dan wel gecombineerd met een fleurige stropdas.

Ik heb me daar al lang bij neergelegd en het enige wat ik kan doen, is stemmen op een oppositiepartij. Een beetje zoals Russen pal achter de kandidaat van de oppositie staan, terwijl ze heus wel weten dat Poetin onherroepelijk voor de zoveelste keer herkozen zal worden.

Maar ere wie ere toekomt, VVD’ers zijn goed in onderhandelen. Het levert zelden productieve resultaten op, maar partijen in hun kielzog gaan daardoor steevast kopje onder. Dat zijn eigenlijk meer ‘interne successen’ voor de partij, want als burgers hebben wij daar niet zoveel aan.

We begonnen de uitbraak van Corona in dit land met miljoenen virologen en die ontwikkeling op social media werd meteen stevig de kop ingedrukt, want er was alleen kennis te halen bij een man van het RIVM die veel ervaring heeft opgedaan met leprozen in Zuid-Amerika. Opdat we maar wél even goed begrepen wie het voor het zeggen had.

Zelf nadenken en conclusies trekken, zoals hardop zeggen dat je een verkoudheid hebt opgelopen in een trein door het voortdurende niezen van een passagier naast je, dat mocht nog net wel, maar beweren dat je Corona opgelopen hebt in een trein, omdat die sloddervossen van de NS met hun ranzige voertuigen ook anderhalve maand na de uitbraak nog steeds niet aan ontsmetting deden, dat wordt gezien als happen naar het baasje. Zonder erg zet je jezelf dan neer als viroloog zonder de benodigde papieren.

Ga je een stap verder en beweer je iets dergelijks bij de GGD, dan noteren ze waarschijnlijk stoïcijns dat je het virus thuis hebt opgelopen.

Daar stevenen we nu wel op af. De grootste kans op besmetting loop je thuis. Het wordt herhaald en herhaald bij elke gelegenheid. Is dat soms kinnesinne, omdat die paragraaf in het wetsvoorstel, waarin de politie bij verdenking van besmetting je huis kon binnenstormen, niet door de Eerste Kamer kwam? Of wordt er een nieuwe schijnrealiteit gecreëerd in de lijn van ‘ga gerust op vakantie want in een vliegtuig loop je geen Corona op. Daar hebben ze denkbeeldige luchtfilters die dat voorkomen. In je gezicht gehoest worden tijdens een vlucht naar Playa Hiero of Playa Daaro kan ook geen kwaad, want zelfgemaakte mondkapjes werken, eenmaal achter de douane, opeens wel. En die anderhalve meter? Ha, kom op zeg. Je bent op vakantie en dan moet je je toch in de lange rij voor het inchecken alvast een beetje kunnen ontspannen?

Twijfelt u aan de redelijkheid van die gedachtegang, dan twijfelt u meteen ook aan Ruttes noeste inspanning om met miljarden van uw eigen geld dit immense geluk voor u te realiseren. Dat u tijdens die drie kabinetten Rutte wel vaker een sigaar uit eigen doos gepresenteerd heeft gekregen, dat is oude koeien uit de sloot trekken.

Ik snap gewoon niet hoe ik in mijn eentje of met een partner, braaf thuis werkend, met boodschappen die aan huis geleverd worden, Corona kan oplopen. Wie bedenkt die onzin eigenlijk?

Ik begin de overheid ervan te verdenken dat ze een extern Bureau Creatieve Nonsens ingeschakeld hebben ten bate van het in stand houden van al veel te lang noodlijdende delen van de economie.

Nu is het dilemma ook gigantisch. Geef je de volksgezondheid voorrang? Of vind je als pseudoliberaal dat economie eigenlijk synoniem is voor volksgezondheid? Zelfs mensen zoals ik zullen niet ontkennen dat een gezonde economie soms ook voor meer gezonde mensen zorgt, behalve in de Verenigde Staten dan, want daar ga je huppend van bull market naar bull market toch altijd nog gemiddeld een jaar of zeven eerder dood dan de gemiddelde Mediterrane man, die in zijn leven niet veel meer heeft gedaan dan een olijfboom bewateren, zijn vrouw bezwangeren en op gepaste tijden een glaasje wijn of een aperitiefje achterover kieperen. U weet wel, al die bezigheden waar wij op middelbare leeftijd – bij gebrek aan tijd en levenslust – bloedverdunners en cholesterolremmers voor slikken. 

Geplaatst op

New site

A few months ago, I received an E-mail telling me that a major job was postponed, so I decided to work on my websites and do some writing.

Once the lock-down was in a stage that everybody was allowed to go outside for a limited amount of time, I decided to pick a Nikon F4, loaded it with actual film (FP4) and started documenting the city without the countless tourists walking around.

Link:

Amsterdam in Silver

Geplaatst op

Het Forum

Voor het gemak neem ik even aan dat ik niet de enige persoon ben die wat vaker geïrriteerd raakt in deze tijd van regeltjes en virologen die overal uit de struiken kruipen om ons voor te lichten met een keur aan tegenstrijdige berichten.

Nu heb ik van nature al een kort lont, dus ik zou mij eigenlijk helemaal niet op social media, door mij steevast afgekort als SM, moeten begeven. Ik beschik bovendien over een zeker talent om mensen diep te kwetsen met meningen die ik zelf als bijzonder zuiver, eerlijk en oprecht zie.

Toch ontkom ik niet aan mijn dagelijkse portie SM, want mensen schijnen nu eenmaal te denken dat hun platform het enige platform van enig belang is en als ze je willen benaderen doen ze dat vanaf hun voorkeursplatform. Heel onhandig is het om mij iets te schrijven via Instagram, want dan moet ik mijn leesbril zoeken. Ik heb er meestal wel een stuk of tien her en der door het huis verspreid liggen, maar ik vind ze zelden, tenzij ik er per ongeluk bovenop ga staan.

Heb ik dan zo een half uurtje tevergeefs lopen zoeken naar mijn leesbril, dan heb ik de persoon in kwestie in gedachten al minstens twee, of drie keer gekielhaald, gevierendeeld of in de traditie van Count Vlad The Impaler over een scherpe paal laten zakken.

Dat is het voordeel van een ruime fantasie, want tegen de tijd dat ik ga antwoorden met leesbril op de neus, ben ik weer helemaal rustig en luister ik braaf naar wat men mij zoal te melden heeft, ook al had ik veel liever een E-mail gekregen, die ik op een tijdstip dat het mij uitkwam, zou kunnen beantwoorden.

Maar ik snap de makers van social media wel. Zelf heb ik midden jaren 90 een forum beheerd met een paar duizend vaste bezoekers. Niemand op zo’n forum wil dan gekwetst raken en daar heb je dan in het begin moderators voor die al te botte reacties op posts verwijderen of nare gebruikers blokkeren, maar al snel krijg je in de gaten dat een sociaal platform waar alles pais en vree is na een tijdje voor niemand meer interessant is. Het merendeel van de mensheid heeft nu eenmaal een licht masochistische inslag.

Voordat je het weet ben je overal waar het maar enigszins mogelijk is, bezig conflicten te laten escaleren, want dat levert pas echt resultaten op in de statistieken. Heb je een beetje ‘n rottig karakter, zoals ik, dan kun je binnen een paar dagen je bezoekersaantal verdubbelen door de zwakste mensen in de groep af en toe een trapje na te geven.

Dat werkt ongeveer hetzelfde als in klaslokalen waar het afzeiken van de zwakste leerling altijd voor veel hilariteit en een prettig gevoel van saamhorigheid zorgt. Dat daar dan iemand voor opgeofferd moest worden is van secundair belang. Het collectief vraagt nu eenmaal altijd om offers.

Dorsey van Twitter en Zuckerberg van Facebook hebben dat basisidee tot ongekende hoogte of diepte – hoe u het ook maar wilt zien – uitgewerkt. Het is vrijwel onmogelijk meer dan een uur posts te bekijken zonder op z’n minst licht gedeprimeerd te raken. Je maakt een stofje in je hersenen aan dat voor die mineurstemming zorg draagt en dat stofje is, zoals alle stofjes die je hersenen beïnvloeden, bijzonder verslavend.

Voordat u het weet zit u toch voor de vijfde keer naar het filmpje te kijken van een zwarte man die door een handvol agenten gewurgd wordt. Dit terwijl u net zo braaf bezig bent geweest om uw avondmaaltijd zo mooi mogelijk te fotograferen, waarmee u 16 ‘likes’ of ‘loves’ scoorde bij mensen die medelijden met uw kookkunsten hebben, terwijl de gewurgde man overal viraal gaat. Gewoon omdat iemand dood zien gaan nu eenmaal veel interessanter is dan uw Spaghetti Bolognese met een verkeerd gekozen wijntje erbij.

Hoed u voor uw eigen brein, het staat dag en nacht klaar om u via uw telefoon of tablet een naar gevoel te bezorgen.

Geplaatst op 2 reacties

Chef Handwerk

Ooit was ik Chef Handwerk. Daarmee breek ik even mijn verhaallijn, want in een aantal stukken hier spreek ik over mijn eerste baan als fotograaf voor Nieuwe Revu. Voor mijn gevoel klopt dat ook wel, want ik voelde mij zeer verbonden aan de Geïllustreerde Pers, de toenmalige uitgever van het tijdschrift, maar er gingen uiteraard nogal wat baantjes aan vooraf.

Zo was ik dus o.a. Chef Handwerk bij de UFAC. Als je die functie voluit hardop uitspreekt, dan kun je aan de dubbelzinnigheid helemaal niet meer ontkomen.

UFAC stond voor Utrechtse Foto Afdruk Centrale. Het bedrijf werd gerund door een oude man en zijn zoon. De meeste foto’s waren indertijd namelijk nog zwart-wit en het grootste deel van het personeel zat in het donker negatieven af te drukken achter machines die het meest leken op uit de kluiten gewassen naaimachines. Het papier werd aan de rol aangeleverd en dan schoof je een negatief onder het enige, kleine lichtpunt en dan kon je kiezen uit vijf toetsen die stonden voor het contrast van de afdruk. 1 stond voor het laagste contrast, 5 voor het hoogste contrast. De belichtingstijd werd verder automatisch geregeld. Je koos een knop en met je voet drukte je vervolgens op een pedaal en dan schoof je het volgende negatief onder het lampje.

Een kind kon de was doen, maar er was één klein probleem. De op die manier tot stand gekomen foto’s moesten in de helverlichte gang door de oude eigenaar beoordeeld worden. De man leefde in voortdurende ontkenning van het feit dat hij staar had, dus foto’s die een hoog contrast hadden, keurde hij meteen goed en foto’s met een normaal contrast werden steevast afgekeurd.

Waar je ook op deze godvergeten planeet rondloopt, je zult altijd mensen aantreffen die zelfs de meest geestdodende activiteiten met het grootst mogelijke verantwoordelijkheidsgevoel uitoefenen. Zo was er een vrouw op onze afdeling die zonder meer de mooiste afdrukken maakte, maar haar werk werd uiteraard steeds afgewezen. We hoorden haar dan even snikken, maar vervolgens plaatste ze een nieuwe rol in de machine en met een beetje geluk werd de nieuwe reeks afdrukken beoordeeld door de zoon van de baas. Meestal was dat ook wel zo, want de ‘overmakertjes’ deed je natuurlijk niet in de baas zijn tijd, maar na vijven en dan was de ouwe allang naar huis en dan beoordeelde zijn zoon, met twee gezonde ogen, het werk. Zo kwam ze dan toch, met veel onbetaalde overuren, nog door haar niet geringe werklast heen.

Zelf heb ik dat probleem nooit gehad. Na de eerste ervaring met de kwaliteitscontrole van de oude eigenaaar, drukte ik alles gewoon af met knop vijf, want dan vond hij ze prachtig en liep ik een keer tegen de jonge aan, dan zei hij hooguit: ‘Nou, misschien de volgende keer een tikje minder contrast.’

‘Komt in orde, baas!’ riep ik dan vrolijk en plaatste de volgende rol. Ik ben nu eenmaal een pragmaticus.

Zo kwam het dat ik snel carrière maakte binnen het bedrijf. Op een ochtend werd ik door de ouwe in zijn kamertje geroepen en hij vertelde me dat ik mezelf vanaf nu Chef Handwerk mocht noemen. Dat betekende in de praktijk dat ik een aparte donkere kamer tot mijn beschikking kreeg die ik moest delen met Assistent Handwerk.

Wij hadden een aanzienlijk minder zware werkdruk, want in die tijd vonden mensen het al wild als een foto niet op 9×12 centimeter werd afgedrukt, maar op het imposante formaat WPK, oftewel Wereld Postkaart. Ik ben vergeten wat de exacte maten van een WPK waren, maar ik neem aan 10×15 centimeter, en ook die foto’s werden op de rol geprint.

Bij die donkere kamer moet u zich trouwens niet te veel voorstellen. De ruimte had ongeveer de grootte van een badkamer in een rijtjeshuis. De Assistent en ik konden vrijwel geen handelingen verrichten zonder elkaar aan te raken. Daarnaast was de Assistent, die zijn pensioen naderde, qua hygiene nog echt ‘old school’. Hij ging er prat op dat hij uitsluitend op zaterdag onder de kraan ging en hij sloeg ook wel eens een weekje over. De doka had geen airco, dus zijn lucht in combinatie met de geur van de toen gangbare chemicaliën was gruwelijk. Op den duur wende je eraan, maar waar ik in het geheel niet aan kon wennen was het eeuwige gemompel van mijn Assistent.

U moet weten dat in die tijd de eerste gastarbeiders in Nederland lang genoeg hier werkten om zich te kunnen permitteren eenmaal per jaar terug naar het thuisland te gaan voor vakantie. Ze namen dan een goedkope camera mee en zetten daarmee de hele familie op de groepsfoto. Meestal voor de zekerheid buiten in de knallende zon. Die camera’s hadden dan de keuze tussen een schaduw, een wolkje en een zonnetje voor de belichting. Helaas was het zonnetje in het land waar de camera’s gemaakt werden heel wat minder fel dan de zon in Noord-Afrika, die ook nog eens weerspiegeld werd door woestijnzand.

Keek je tegen de olijfgroene dokalamp naar zo’n negatief, dan zag je hoofdzakelijk zwart met een paar lichte stipjes. Dat betekende in de praktijd dat zo’n negatief, om redelijk afgedrukt te worden, belichtingstijden van meer dan drie of vier minuten nodig had. Hoe groter het formaat, des te langer de belichtingstijd. Dat kon oplopen tot een kwartier per afdruk.

Hij was waarschijnlijk een van de eerste Nederlanders die – in deze tijd – extreem rechts genoemd zou worden, dus al bij het zien van een naam als Ali of Mahmut op de werkenvelop had hij de schurft in. En daarna begon het gemompel tijdens het belichten: ‘Kom, godverdomme! Kom! Kom, godverdomme, kom!’ Dat was zijn manier om het einde van de belichting, bepaald door een Agfa Variomat, af te wachten.

Hoor dat maar eens een middagje aan. Ik voelde een diepe weerzin naar die man. Dat was geheel wederzijds, want hij kreeg als Assistent alleen dat soort negatieven, terwijl ik als Chef hoofdzakelijk het werk voor het Utrechts Nieuwsblad leverde en natuurlijk dat van een enkeling die grote foto’s ontdekt had, zoals de wat oudere echtgenoot van Martine Bijl, die door zijn leeftijd begrepen had dat alles wat jong en fris is, nu eenmaal niet eeuwig zo blijft, wat hem kennelijk motiveerde om Martine vrij regelmatig schaars of in het geheel niet gekleed op de gevoelige plaat te zetten.

Als Chef Handwerk behang je daar de muren van je donkere kamer mee, maar je komt nooit in de verleiding het materiaal aan de hoogstbiedende te verkopen.

Het noodlot trof ons uiteindelijk in twee etappes. Op een maandagochtend kwamen mannen met overalls de machines van het amateurwerk lichtdicht maken. Mensen die twintig jaar of langer met elkaar in pais en vree in het donker hadden zitten werken, kwamen nu opeens onder bakken met neonlicht te zitten. Het ene na het andere conflict brak uit. Het was kennelijk toch een andere ervaring als je bij iemands woorden ook een gezichtsuitdrukking kon zien. Twee collega’s, die al jaren een geheime relatie met elkaar hadden, verbraken hun romance wat resulteerde in het vrijwillige ontslag van de een.

In de donkere kamer werden de baden waarin de afdrukken ontwikkeld en gefixeerd werden vervangen door een gleuf in de muur waar we het vel papier na belichting in schoven. Ik zeg het simpeler dan het was. Achter die gleuf bevond zich uiteraard een state of the art ontwikkelmachine. Het apparaat verspreidde penetrante geuren die via een slang weer teruggeleid werden naar de donkere kamer. Dit laatste om de directeur en zijn zoon, die in de aangrenzende ruimte werkten, niet in de giftige dampen te zetten.

Ik kreeg al snel jeuk en eczeem op de meest onverwachte plekken. Oudere collega’s noemden dat ‘de dokaziekte’.

Voordat ik me echter definitief ziek kon gaan melden, kwam er een onverwacht bezoek van de Arbeidsinspectie. Dat kon in die tijd nog zo maar gebeuren. Het kwaadaardig ondernemen was nog niet tot religie verheven en werknemers hadden nog rechten, ook als ze niet voor de overheid werkten. Ja, ik weet het, truth is stranger than fiction.

Ik mocht niet meer terug naar de UFAC en ik werd voorgeleid aan een commissie van wijze, oude socialisten met een achtergrond in het vakbondswerk. Zij concludeerden in een walm van sigaren- en sigarettenrook dat mijn werkomstandigheden ongezond waren en dat ik recht had op een werkeloosheidsuitkering die 24% hoger lag dan mijn laatstverdiende salaris. Daarmee werd duidelijk dat ik ook nog eens onderbetaald was voor mijn werkzaamheden. Dat werd ook bevestigd. Ik ontving een cheque van de gemeente waarmee het deel dat de werkgever gekort had op mijn salaris alsnog met terugwerkende kracht werd uitbetaald.

Zelden heb ik mij zo rijk gevoeld.

Geplaatst op

Bevrijdingsdag

Tot vandaag ben ik – op een ritje met nicht José naar de berging na – in zes weken niet buiten geweest, maar gisterenavond belde kunstenaar Bert Schrama op. Hij had het plan om op een lege Dam te gaan zitten mediteren over vrijheid.

Mijn en ook zijn gedachte was dat het niet echt eenzaam mediteren zou worden op een lege Dam. De landelijke pers had een seintje gekregen en die jongens en meisjes komen wel opdagen met hun anderhalve meter lange microfoonhengels met een plopkap erop die waarschijnlijk nooit schoongemaakt wordt, laat staan gedesinfecteerd.

Dat deel van de happening hoefde ik dus niet zo nodig bij te wonen. Hij vroeg of ik aankondigingsvideo voor sociale media wilde maken en mijn handen jeukten. Het is inmiddels zo erg met mij gesteld dat ik op cameraknopjes zit te drukken zonder iets te filmen of te fotograferen, alleen maar om het geluid te horen, want daar word ik dan rustig van.

De Nikon F2 ligt aan het hoofeinde van mijn bed. Dat is de camera die alleen voor privégebruik is. De F2 wordt nog geladen met film, dus ik kan niet zonder consequenties op het knopje drukken, maar wel door de zoeker turen. Het is pathetisch, dat geef ik meteen toe, maar het geeft tegelijkertijd aan hoezeer ik werken met beeld mis.

Rob Schrama woont op tweehonderd meter afstand. Ik hoefde maar vier trappen op en onderweg zou ik niemand tegenkomen. Zijn appartement was ruim genoeg voor de vereiste anderhalve meter.

Eerst kreeg ik thuis nog een fit, omdat ik mijn video rig niet goeg in elkaar kreeg, omdat die constructie nieuw is, vlak voor de Coronacrisis aangeschaft, en ik had gesodemieter met de opsteekmicrofoontjes. Op de een of andere manier wilden die niet met de camera communiceren.

Ik kan heel naar vloeken en suïcidale teksten uitslaan als ik dat soort handelingen verricht. Eveline kiest er dan voor om een eindje verderop te gaan zitten. Bij voorkeur bij de openslaande deuren, alsof ze, mocht het te erg worden, ook de bereidheid zou hebben om uit het raam te springen.

Uiteindelijk liep ik toch zwetend over straat met een loodzware Atomos camera plus de Shogun Inferno field recorder richting Schrama. Het al even zware Manofrottostatief maakte van die paar honderd meter en de vier trappen toch nog een atletische uitdaging.

Maar goed, ik heb weer wat gefilmd en ik voel me alweer een stuk beter.