Geplaatst op

AIZ magazine (2)

Twee jaar geleden begon ik interesse te krijgen in beeldmateriaal dat met behulp van AI was gemaakt, en af en toe gebruikte ik zo’n beeld als illustratie in een van onze tijdschriften. Ik crediteerde die werken keurig als: ©AI. Dit terwijl ik mij toch best had moeten uitsloven om beeld uit AI te wringen dat ook aansloot bij wat ik zelf in gedachten had.

Vrijwel tegelijkertijd schreeuwden beeldend kunstenaars moord en brand over deze nieuwe duivelse techniek en dat kwam mij bekend voor. Ik heb nog meegemaakt dat kunstenaars ook in fotografie een enorme bedreiging zagen.

De meeste kunstenaars hebben weinig succes en slechts de top 5 tot 10% verdient genoeg om zelfstandig te kunnen overleven. De rest heeft alle tijd van de wereld om zich over van alles en nog wat druk te maken. Voor die groep mensen is dan ook alles een bedreiging en vooral als het relatief nieuwe ontwikkelingen betreft. Ik heb het niet alleen met fotografie gezien, maar ook met het internet. Alles wat nieuw of anders is, eigenlijk.

Laat behoudend zijn maar aan de progressieven over, denk ik vaak.

AI is vooral toegepaste kunst en dat zou je bijvoorbeeld over fotografie ook kunnen zeggen. In ieder geval hoef je er niet voor naar een begrafenis te gaan met een colbert en broek vol verfspatten. Gaat het mensen hun broodwinning kosten? Ja, maar dat is alleen interessant als het je eigen broodwinning is. Nog niet zo heel lang geleden ging driekwart van de studiofotografen in Nederland failliet door nieuwe technieken. Buiten de fotografen zelf, lag niemand daar wakker van. In het Nederland van vaste banen of dikke subsidies, heeft men sowieso weinig medeleven met creatieve beroepen.

Daar komt bij dat ik nu eenmaal niet gezegend ben met een mooi karakter, dus hou ik ervan om bij tijd en wijle kunstenaartjes te pesten. Bovendien jaag ik graag dingen over de top. Dus wat deed ik? Ik maakte een tijdschrift met uitsluitend beeld dat door mij met behulp van AI geproduceerd was. Dat werd het tijdschrift AIZ en omdat tijdschriften nu eenmaal ook tekst hebben, gaf ik ChatGPT3.5 en ChatGPT4 de opdracht om die teksten voor me te schrijven.

Uiteindelijk heb ik alleen de vormgeving en de korte teksten op de inhoudspagina zonder hulp van AI gemaakt. Ik verwacht er weinig van, maar het was enorm leuk om te doen. Ik was altijd al iemand die beter met apparaten dan met mensen overweg kon.

Geplaatst op

AIZ magazine (1)

Bij de eerste uitgave van NORDEN magazine, kreeg ik van de vraag waarom in hemelsnaam die naam? Ik ga dat hier niet nog een keer uitleggen, maar de weg naar het vinden van een naam voor een tijdschrift was nog niet zo makkelijk. Toen we uiteindelijk voor NORDEN beslisten, was de Koninklijke Bibliotheek zo attent om ons er op te wijzen dat er in het verleden al eerder periodieken waren geweest die zo heetten. Ook bij mijn nieuwste uitgave, kwam er een naam omhoog die volgens mij te mooi was om te laten liggen. Het tijdschrift dat door AI gecreëerd beeld als uitgangspunt heeft, moest natuurlijk gewoon AIZ gaan heten, een directe verwijzing naar AI en meteen ook qua klank in de buurt van ‘eyes’.

Ook de titel AIZ heeft eerder bestaan. Lees wat AI daar zelf over te zeggen heeft:

ChatGPT4: Ja, er was inderdaad een tijdschrift genaamd AIZ. De afkorting staat voor “Arbeiter-Illustrierte-Zeitung”. Het was een Duitstalig socialistisch weekblad dat werd gepubliceerd van 1921 tot 1933. AIZ stond bekend om zijn sterke linkse en anti-fascistische standpunt en bevatte artikelen, foto’s en illustraties over sociale, politieke en culturele kwesties van die tijd.

Het tijdschrift was vooral opmerkelijk vanwege het gebruik van fotojournalistiek en fotomontage als middelen voor politiek commentaar en activisme. Kunstenaars en fotografen zoals John Heartfield en Walter Ballhause leverden bijdragen aan AIZ, waarbij ze krachtige en provocerende visuele beelden creëerden die het fascisme, kapitalisme en sociale onrechtvaardigheid bekritiseerden.

AIZ moest de publicatie staken in 1933 toen het naziregime aan de macht kwam in Duitsland en socialistische en communistische publicaties verbood. Ondanks zijn relatief korte levensduur blijft AIZ invloedrijk in de geschiedenis van de journalistiek en visuele communicatie, vooral vanwege zijn innovatieve gebruik van fotografie en zijn toewijding aan linkse principes.

Nou, die naam kon wel weer een keer, bedacht ik mij.

Geplaatst op

Moeder en zoon

Ik was voor iets heel anders aan het werk, toen ik deze moeder en zoon zag, tenminste dat neem ik aan. Het is zo’n foto waarvan ik denk dat het vele malen beter had gekund, maar ik stond daar om een andere serie te maken. Dat is mijn enige excuus.

Geplaatst op

Recht in de lens

Ik vind het als studiofotograaf fijn als mensen pal in de lens kijken als ik ze op straat fotografeer. Vooral als ik er een stevige etalageruit tussen mij en de camera zit. Ik heb het gevoel dat ik een van de twee moet kennen, maar geen idee waarvan.

Geplaatst op

Hennie, de kapper

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is hennie_kapper_bad2-3-1024x672.jpg

Vaak krijg ik te horen dat ik NORDEN Magazine begonnen ben, omdat Drag Queens nu veel in het nieuws zijn. Dat klopt niet helemaal, want ik fotografeer al alles wat met gender te maken heeft vanaf 1976. De reden dat ik het tijdschrift begonnen ben, is dat ik met enige regelmaat mijn werk wil laten zien, zonder een expositie te organiseren. Ik word ook een dagje ouder.

Geplaatst op

Nikita

Als mensen me echt uit mijn comfortzone willen halen, dan moeten ze mij, als studiofotograaf, uitnodigen om buiten te fotograferen. Als het dan ook nog sexy moet zijn, dan krijg ik het helemaal benauwd. Model Nikita lukt dat en ik verbaas me dan over de resultaten.

Geplaatst op

Stijntje

Stijntje vertegenwoordigt voor mij de toekomst. Voelt zij zich mannelijk, dan past ze haar kleding daar op aan. Hetzelfde geldt voor het omgekeerde. Veel mensen delen mijn optimisme over de toekomst niet. ‘Hans, die toekomst gaat er nooit komen,’ hoor ik vaak. Ik hoop het wel. Een genderloze maatschappij is het dromen waard.

Geplaatst op

Oorlog

Ik heb nooit helemaal begrepen wat het nut van censuur is en hetzelfde gaat eigenlijk op voor propaganda. Ik kan me met een hoop moeite voorstellen dat men in een oorlogssituatie graag de vijand op het verkeerde been zet, maar oorlogen zijn ook alleen maar interessant als je geen medeleven voelt met de slachtoffers en als er daadwerkelijk iets te winnen valt. Wanneer heeft een land voor het laatst echt een oorlog gewonnen? Lang geleden, misschien, maar het mooiste voorbeeld waar je echt niet omheen kunt, is toch wel de Verenigde Staten. Ze gooien om de haverklap een land plat en laten de puinhopen vroeg of laat over aan de vijand die ze zo bestreden hebben. Keer op keer, moeten ze een land dat ze met veel bravoure zijn binnengevallen, weer met de staart tussen de benen verlaten.

Ik zat eens in de trein tegenover een Amerikaanse hoogleraar die hier een kennelijk goedbetaalde lezing ging houden over een Nederlandse hortus botanicus die hij nog nooit bezocht had. Hij voelde aan dat ik dit op z’n zachtst gezegd merkwaardig vond, dus hij veranderde snel van onderwerp en verzuchtte na veel overpeinzingen dat hij niet begreep waarom de Amerikanen al heel lang geen oorlogen meer konden winnen. Ik probeerde mij in de Amerikaanse leefwereld te verplaatsen en antwoordde: ‘Maybe, because in the long run, it is more profitable for the military industrial complex to lose.’

‘You are a cynic,’ antwoordde hij prompt.

Ik zweeg, want cynisch zijn, dat is nogal een ernstige aantijging in het land van de optimisten, dus ik keek wat naar buiten en zag het groen van een typisch Nederlands landschap voorbijglijden. Daarmee ontkwam ik er niet aan dat ik vlak langs het gezicht van zijn echtgenote keek. Ik durfde haar niet direct in de ogen te kijken, maar ondanks dat was het duidelijk dat zij zat te koken van woede. Ik zat schuin tegenover een true patriot, dat was duidelijk. De hoogleraar was het gewoon niet met mij eens en keek kennelijk neer op mijn suggestie. Zij zou mij daarentegen, naar haar gezichtsuitdrukking te oordelen, het liefst op een dorpsplein laten executeren.

Zo is het altijd wel ergens een klein beetje oorlog, al is het maar in een eersteklas coupé van de Nederlandse Spoorwegen.