Geplaatst op

Doktertjes

Zeilen in Friesland – © HvdK

Laat ik eerst duidelijk maken dat ik zelf de beste huisarts in Nederland heb. Rob Lith. Zit je eenmaal tegenover hem aan zijn bureau dan luistert hij zeer aandachtig, controleert zorgvuldig je medische geschiedenis, denkt even na en dan volgt de diagnose. Een beetje zoals een rechter een vonnis uitspreekt. Met kurkdroge ernst en zonder enige twijfel in zijn stem. Vervolgens schrijft hij op verzoek eventueel een verwijsbrief voor een specialist die dan met een camera aan een lange slang in je onderste gaat roeren om na een uur geploeter exact dezelfde diagnose te stellen.
Zeg ik dan: ‘Precies zo formuleerde mijn huisarts de diagnose ook,’ dan kijkt de specialist me aan alsof ik hem in de maling neem.
‘Dat kan niet. Wie is uw huisarts dan?’
‘Rob Lith.’
‘Ach, Rob Lith. Ja, dan kan het wél.’
Los van de enorme spijt die ik dan heb van het botte geroer in mijn achterste, ga ik wel met een prima humeurtje naar huis.

Zo’n huisarts had ik mijn 86-jarige zieke moeder nu ook gegund, maar zij heeft zo’n nest kruideniers die in afwachting van een beter leven zaken doen onder het vaandel Groepspraktijk. Een groepspraktijk, waarvan de ene helft liever gaat zeilen in Friesland dan de praktijk te runnen en de andere helft bestaat uit invallers waar je maar van moet geloven dat ze ook inderdaad geneeskunde hebben gestudeerd in plaats van bedrijfskunde.

Aan de recente ziekenhuisopname van mijn moeder was overigens geen van die artsen te pas gekomen. Ze was weliswaar voor een routineonderzoek de groepspraktijk binnengewandeld, maar daar was ze door een assistente naar het Canisiusziekenhuis gestuurd wegens kortademigheid. Bij het CWZ, zoals het lazaret naast de Nijmeegse begraafplaats Jonkerbos ook wel heet, werd ze meteen op de hartbewaking gelegd waar na een paar dagen bleek dat er niets mis was met haar hart. Wel had ze wat water achter haar longen. Haar opname was dan ook terecht.

Als het huisartsenavontuur van mijn moeder daar was geëindigd, dan had ik daar vrede mee gehad. Je moet immers niet al te kieskeurig zijn in het Nederland van over slordig beveiligde servers rondzwevende patiëntendossiers en zich suf administrerende medicijnmannen en -vrouwen.

Nu speelt echter een van die huisartsen een belangrijke rol in mijn moeders herstelproces. Nou ja, dat is het streven. Eerder onpopt zij zich echter als een soort maatschappelijk werker die praat in termen als ‘gevaar voor jezelf’ of ‘gevaar voor anderen’.

Het kostte even wat moeite om haar uit te leggen dat mijn 86-jarige naar adem happende moeder geen direct gevaar was voor anderen. Ze krijgt weliswaar zuurstof, maar ze rookt niet en ze kookt elektrisch. Daar kon de huisarts, al was het met enige tegenzin, mee instemmen. Nu moest ik alleen nog het ‘gevaar voor zichzelf’ ontkrachten. Ik stond daar even bij te sputteren, want zijn wij immers niet allemaal tot op zekere hoogte een gevaar voor onszelf?

Terwijl ik zo stond te sputteren sloegen bij mij onverwacht de stoppen door. ‘Mevrouw!’ opende ik, niet zonder ergernis in mijn stem. ‘Mijn moeder ging wat kortademig naar uw praktijk en ze kwam vijf dagen later uit het ziekenhuis met een gebroken neus, omdat ze tot tweemaal toe uit bed was gevallen. Op HARTBEWAKING! Ik neem toch aan dat BEWAKING niet staat voor: Ik stond erbij en ik keek ernaar? En nu is ze opeens een gevaar voor zichzelf omdat ze in haar eigen huis zou kunnen VALLEN wat nooit gebeurd is?’

Het had geen zin. Ik was te verontwaardigd en de bescheten, blonde vlaggenmast die voor huisarts door moest gaan was alweer op weg naar de voordeur met de tekst dat ze vanaf volgende week een maand op vakantie zou zijn.

‘Zeilen in Friesland?’ vroeg ik nog, maar ik kreeg geen antwoord. Ik hoop het niet, want ik vrees dat zij – ook op het water – een gevaar is voor anderen.