Geplaatst op

Bevrijdingsdag

Tot vandaag ben ik – op een ritje met nicht José naar de berging na – in zes weken niet buiten geweest, maar gisterenavond belde kunstenaar Bert Schrama op. Hij had het plan om op een lege Dam te gaan zitten mediteren over vrijheid.

Mijn en ook zijn gedachte was dat het niet echt eenzaam mediteren zou worden op een lege Dam. De landelijke pers had een seintje gekregen en die jongens en meisjes komen wel opdagen met hun anderhalve meter lange microfoonhengels met een plopkap erop die waarschijnlijk nooit schoongemaakt wordt, laat staan gedesinfecteerd.

Dat deel van de happening hoefde ik dus niet zo nodig bij te wonen. Hij vroeg of ik aankondigingsvideo voor sociale media wilde maken en mijn handen jeukten. Het is inmiddels zo erg met mij gesteld dat ik op cameraknopjes zit te drukken zonder iets te filmen of te fotograferen, alleen maar om het geluid te horen, want daar word ik dan rustig van.

De Nikon F2 ligt aan het hoofeinde van mijn bed. Dat is de camera die alleen voor privégebruik is. De F2 wordt nog geladen met film, dus ik kan niet zonder consequenties op het knopje drukken, maar wel door de zoeker turen. Het is pathetisch, dat geef ik meteen toe, maar het geeft tegelijkertijd aan hoezeer ik werken met beeld mis.

Rob Schrama woont op tweehonderd meter afstand. Ik hoefde maar vier trappen op en onderweg zou ik niemand tegenkomen. Zijn appartement was ruim genoeg voor de vereiste anderhalve meter.

Eerst kreeg ik thuis nog een fit, omdat ik mijn video rig niet goeg in elkaar kreeg, omdat die constructie nieuw is, vlak voor de Coronacrisis aangeschaft, en ik had gesodemieter met de opsteekmicrofoontjes. Op de een of andere manier wilden die niet met de camera communiceren.

Ik kan heel naar vloeken en suïcidale teksten uitslaan als ik dat soort handelingen verricht. Eveline kiest er dan voor om een eindje verderop te gaan zitten. Bij voorkeur bij de openslaande deuren, alsof ze, mocht het te erg worden, ook de bereidheid zou hebben om uit het raam te springen.

Uiteindelijk liep ik toch zwetend over straat met een loodzware Atomos camera plus de Shogun Inferno field recorder richting Schrama. Het al even zware Manofrottostatief maakte van die paar honderd meter en de vier trappen toch nog een atletische uitdaging.

Maar goed, ik heb weer wat gefilmd en ik voel me alweer een stuk beter.