Geplaatst op 4 reacties

Vieze oude man

Op de vooravond van mijn vijftigste verjaardag besloot ik uitsluitend mensen uit te nodigen die ik in het geheel niet kende. Dat klinkt ingewikkelder dan het is. Ik riep in een bomvol café: ‘Morgenavond gratis drinken!’ en deelde visitekaartjes uit. De rest ging vanzelf.

Die verjaardag verschilde in twee opzichten wezenlijk van alle voorgaande verjaardagen. De opkomst was groot en het was enorm gezellig.

Als er al een nadeel kleefde aan dit experiment, dan was het wellicht dat ik iedereen moest uitleggen wie ik was en wat ik zoal deed. Door de herhaling van dat verhaal werd de samenvatting van alles wat wezenlijk aan mij is steeds bondiger totdat ik eindigde met dat ene korte zinnetje: ‘Ik wil de rest van mijn leven slijten als vieze oude man.’

Ik doelde daarmee op de serie foto’s waaraan ik al jaren eerder was gaan werken; het fotograferen van zoveel mogelijk mensen met verschillende seksuele geaardheden. Dat project moest maar eens levensvullend worden, zo besloot ik na driekwart fles Wodka.

Zelden zet ik iets wat ik mij dronken voorneem ook nuchter door, maar in dit specifieke geval heb ik geen steekje laten vallen. Al mijn andere projecten heb ik op stationair gezet om me geheel op die immense serie over seksualiteit te richten en ik zie tot op de dag vandaag geen redenen om een ander thema te kiezen.

Nu is er iets merkwaardigs aan de hand met fotografen die seksualiteit of erotiek vastleggen. Ze richten zich vaak voor de volle honderd procent op hun eigen seksuele voorkeur. Zo zal een fotograaf die op grote, dikke vrouwen valt, vrijwel uitsluitend vrouwen met die uiterlijke kenmerken fotograferen.

Wil je zoals ik een zo breed mogelijk spectrum aan seksuele uitingen en geaardheden documenteren dan word je vereenzelvigd met je onderwerpen. Fotografeer ik travestieten, dan is er altijd wel ergens een vals monster dat roept dat ik er op geil. Fotografeer ik leernichten, dan weet men ook meteen hoe het zit.

Zo ben ik in de ogen van anderen van alles geweest, behalve dat wat ik werkelijk ben; een biseksuele BDSM-Dominant met een sadistische inslag. Niets om bijzonder trots op te zijn, maar je bent nu eenmaal wie je bent en er is geen gebed of goed gesprek dat je daarvan af kan helpen. Je kunt er hooguit mee leren omgaan. Zo zal ik uiteraard mijn sadistische kanten niet loslaten op iemand die dat niet bijzonder op prijs weet te stellen.

Een aantal maanden geleden werd ik benaderd door een conservator van het eerste museum ooit dat zich speciaal richt op de ‘LGBTQ Community’. U hoort nu meteen te weten waar ik het over heb, maar wellicht is dat niet voor iedereen het geval. De afkorting staat voor Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender & Queer. Op televisie herkent u ze meteen. Die mensen met regenboogjes op hun wangen die vinden dat het homohuwelijk als politieke issue belangrijker is dan een op handen zijnde oorlog tussen Israel en Iran of de ecologische rampspoed die boven ons hoofd hangt van geen enkel belang vinden vergeleken bij levensdrama’s als ‘in het verkeerde lichaam geboren worden.’

Lieve mensen die goed werk verrichten, maar naar mijn gevoel lijden ze ernstig aan kokervisie. Ze doen me denken aan het soort vlotte jongens en meisjes uit de vorige eeuw die voortdurend teksten riepen als: ‘Als je haar maar goed zit!’ Maar dit terzijde, ik wou het over die LGBTQ-conservator hebben die zo hetero is als het woord huishoudgeld en zelfs – zo bleek veel te laat – een niet geringe afkeer voelt naar haar homoseksuele collega’s die volgens haar vooral vals, achterbaks en op geld belust zijn.

In het begin merkte ik daar weinig van. Wel wekte het mijn achterdocht op dat zij voortdurend namen van kunstenaars noemde en er snel aan toevoegde dat die ‘slechts deden alsof ze biseksueel waren’ om hun werk in ‘haar’ museum tentoon te kunnen stellen. Door de herhaling van dat soort uitspraken, begon ik na een tijdje het gevoel te krijgen dat er aan mijn biseksuele geaardheid getwijfeld werd.

Nu ben ik wel wat gewend. Ik ben nog opgegroeid in de tijd dat homo’s en lesbiennes met grote minachting over biseksuelen spraken. Wanneer je als groep in de samenleving niet geaccepteerd wordt, dan is het altijd fijn om een andere groep te vinden waar je lekker tegenaan kunt zeiken. Als uit iets blijkt dat de homoseksuele medemens zich in niets onderscheidt van de rest van de bevolking, dan is dat het wel.

Zo werd mijn omgang met de conservator van het LGBTQ-museum één grote Aha Erlebnis. Het was alsof de klok 35 jaar achteruit gezet was. Terug naar de tijd dat ik als voorlichter op scholen voor het COC werkte en van mijn medevoorlichters voortdurend rotopmerkingen over mijn biseksualiteit te verwerken kreeg. Biseksualiteit bestond niet, dat was slechts een overgangsfase naar het ‘echte’ en bovendien was het ‘eten van twee walletjes’ etc. etc.

Daar had ik geen zin in en ik probeerde zo gracieus mogelijk onder haar verzoek mede-conservator voor het museum te worden uit te komen, maar hoe meer ik mij van haar verwijderde, des te harder bleef ze kleven. Dus besloot ik in ieder geval die ene tentoonstelling die we toch al aangegaan waren met haar af te ronden.

Zo degradeerde onze samenwerking van uiterst vriendschappelijk naar beleefd totdat er op het web een foto opdook waarop duidelijk werd dat mijn biseksualiteit een realiteit was. Vanaf dat moment was ik in haar ogen een homo en zoals ik al eerder stelde – homo’s deugen in haar ogen niet. Onze samenwerking liep snel spaak.

Ik schrijf dit niet op om die vrouw in diskrediet te brengen, maar om iets belangrijkers duidelijk te maken. Het streven van zo’n LGBTQ-museum is natuurlijk bijzonder lovenswaardig te noemen, maar is zo’n museum echt nodig? Het is niet zo dat kunstenaars vanwege hun seksuele geaardheid ooit een platform is ontzegd. Het is ook zeker niet zo dat kunstenaars die zich aan erotiek of seksualiteit gewaagd hebben nooit hun werk aan de man hebben kunnen brengen. Denk aan de kunst in het Vaticaan of de erotische prenten van Rembrandt.

Wat begonnen is als een loffelijk streven wordt snel een getto van gelijkdenkenden die elkaar naar het leven staan en moeite hebben om zich buiten hun eigen afgesloten wereldje staande te houden.

Dus ik blijf ik nog even een gewone vieze oude man, met uw welbevinden. Als BDSM-er heb ik nooit de behoefte gevoeld aan een speciaal voor mijn groep mensen aangepaste wetswijziging rond het huwelijk. In algemene zin zie ik het huwelijk als een Christelijk verzinsel waaraan vooral economische redenen ten grondslag liggen, dus waarom zou ik naar een officieel BDSM-huwelijk verlangen? Net zo min zie ik mijzelf voor een ambtenaar van de Burgerlijke Stand staan, geflankeerd door een man én een vrouw om daarmee eindelijk acceptatie voor mijn biseksualiteit af te dwingen.

Daar vind ik het leven simpelweg te kort voor.

Geplaatst op

Brede zitvlakken

Gisteren heb ik de debatten gevolgd over de dood van Dolmatov en de politieke consequenties die daar eventueel uit voort zouden kunnen vloeien. In Nederland weet je dan eigenlijk van tevoren al wat de uitkomst van zo’n debat zal zijn. Onze politici blijven doorgaans zitten. De breedte van hun zitvlak lijkt daarbij een grotere rol te spelen dan de omvang van hun blunders.

Meer dan eens tijdens die lange live uitzending van de debatten had ik het gevoel dat ik van ergernis een hartinfarct zou krijgen, omdat ik me veel te betrokken voelde bij deze kwestie.

Ik ben namelijk in het afgelopen jaar, na 56 jaar zonder overtredingen – zelfs geen parkeerbon of snelheidsovertreding – tweemaal gearresteerd. De eerste keer wegens zelfverdediging en dat was een serieuze zaak. De politie vond dat ik onevenredig of ongepast geweld had gebruikt naar mijn agressor. Mijn dader/slachtoffer had namelijk een bloedneus. Ik mocht mijn geluk voor de rechter beproeven en daarmee een strafblad riskeren of op cursus bij de Reclassering en ik heb voor het laatste gekozen, omdat ik mij vanwege werkzaamheden in de USA geen strafblad kan veroorloven.

De cursus leek een eeuwigheid te duren. Een half jaar lang bijna elke maandag naar een dadersclub waar niemand me heeft kunnen vertellen wat dan wel evenredig of gepast geweld is wanneer iemand je probeert te wurgen en tegelijkertijd je schedel op de rand van het aanrecht probeert te kraken. Wel veel geleerd. Zo vertelde een jongeman mij dat je nooit je ‘bitch’ doordeweeks in elkaar moet slaan, maar altijd op vrijdag- of zaterdagmiddag, omdat de politie dan geen celruimte vrij heeft. Of je nu wel of niet over een ‘bitch’ beschikt, zoiets blijft toch interessante informatie.

De tweede keer dat ik gearresteerd werd was wegens openbare dronkenschap. U moet zich bij ‘openbare dronkenschap’ geen plein of nachtelijk steegje voorstellen, maar mijn eigen slaapkamer. Jawel, openbare dronkenschap in mijn eigen slaapkamer. Ik had misschien zes bier gedronken over een tijdsbestek van vijf uur en ik was op bezoek geweest bij mensen die me dusdanig op mijn zenuwen hadden gewerkt dat ik uit frustratie bij thuiskomst een trap gaf tegen een fotolijst met daarin een van mijn minder geslaagde werken.

Een betrokken ziel die van mijn ergernis wist en niet kon zien wat er werkelijk gebeurde, hoorde het geluid van brekend glas en was bang dat ik het opzettelijk gedaan zou hebben om met de scherven mijn polsen door te snijden. Wie mijn leefomstandigheden kent, zal begrijpen dat die inschatting niet eens zo ver gezocht was.

Zij probeerde de crisisdienst te bereiken, maar die gaf geen gehoor, dus benaderde ze de politie. Zo horen goede burgers dat te doen wanneer zij denken dat iemands leven in gevaar is.

Ik was mij van dit alles niet bewust en was inmiddels alweer in een prettiger humeur toen er aanhoudend werd aangebeld. Iemand in nood misschien, dacht ik, want het was laat in de avond dus haastte ik mij de deur te openen en daar stonden de agenten die mij zonder omhaal arresteerden.

Nu slik ik medicatie die ik echt nodig heb. Zit ik te lang zonder dan kan dat nare gevolgen hebben. Bij de eerste arrestatie had ik mijn pillen niet mogen innemen. Wijs geworden door die ervaring tastte ik voordat de boeien omgeslagen werden naar mijn medicijnen en nam pijlsnel twee pillen in. Het verbaasde me dat de dichtstbijzijnde agent zijn wapen trok, maar ik was toch tevreden dat ik niet zoals eerder zonder medicatie de cel in moest.

Hoe fleurig ze zo’n cel ook maken met ingedroogde poep, kots en andere narigheid; je doet geen oog dicht en in de ochtend moest ik opnieuw mijn medicijnen innemen. Zoals te verwachten was werd dat geweigerd. Mijn verzoek om een arts werd uiteraard, net zoals bij de eerdere arrestatie, eveneens geweigerd.

Een vriendelijke brigadier van de dagdienst kwam me uiteindelijk bevrijden, hoorde mijn verhaal aan en overhandigde mij een formulier om een klacht in te dienen tegen de betrokken agenten en ik mocht mijn schamele bezittingen ophalen die ik de avond ervoor uit mijn zakken had moeten halen. De twee pakjes sigaretten waren er niet meer, mijn sleutels en pillen wel maar mijn telefoon was ook weg. Na enig rondvragen kwam een agent van twee kamers verder in de hal mijn Blackberry overhandigen met de tekst: “Wat een fokking koleredingen zijn die Blackberries, man!”

Dat was ik overigens geheel met hem eens. Dat hij allerlei settings had gewijzigd en mijn mail vast voor me had geopend vond ik aanzienlijk minder beleefd.

Vorige week ontving ik een brief van Justitie dat ik de zaak van ‘Openbare Dronkenschap’ als afgehandeld mocht beschouwen. Dat is bijzonder gul van Justitie maar ik had het meer op prijs gesteld als ze wat met de klachtenprocedure zouden hebben gedaan.

 

Nu heb ik dus een hele dag naar Teeven mogen luisteren die eigenlijk zei dat de fouten van de Vreemdelingenpolitie niet representatief waren voor het algehele beleid van Justitie. Hij schroomde zelfs niet de automatisering ten dele de schuld te geven van de dood van Dolmatov. Ik moest mezelf even in de wang knijpen. Computerfouten? Was het soms 1985 en had ik misschien ook al mijn haar nog?

Ik begon me af te vragen of er überhaupt wel een tijd is geweest dat Nederlandse gedetineerden, schuldig of onschuldig, gewoon op medische hulp konden rekenen en hun medicijnen konden innemen, desnoods de verkeerde, zoals bij Slobodan Milošević gebeurde die dat ‘foutje’ van Justitie ook al niet overleefde. Wat de overheid overigens ook weer niet zo heel erg ongelegen kwam.

Maar goed, de eer van Teeven is gered en onze volksvertegenwoordigers kunnen zich weer geheel concentreren op het bekritiseren van politici in andere landen die op ondenkbaar brutale wijze de mensenrechten schenden.
 
 

Geplaatst op

Back and Forth // Sinful Delights by Hans van der Kamp

Hans van der Kamp, internationally respected photographer who is known for his unique style of capturing extreme sexuality through portraiture will exhibit his recent works at The Lightroom Gallery, Hasselt, Belgium on February 16th.

Van der Kamp is well-known internationally and his longest running exhibit continues in the first Museum For Erotic Art in Moscow located on the Novy Arbat close to the Kremlin.

His works have been called provocative, perverse, and pornographic by many Russians, yet his exhibits continue to draw record crowds.


The exhibit, “Back and Forth” illustrates the passion that the photographer captures through his lens. Trusting subjects display known and unique kinks wearing their finest array and appear to have fun doing it. This is a wild photographic journey that is not to be missed.

Van der Kamp’s exhibit “Back and Forth” will kick off a collaborative effort with curator Kymara Lonergan, recent co-owner of van der Kamp’s highly regarded Amsterdam Museum of Erotic Art and owner of The Kymara Gallery, Kennebunkport, Maine.
 The show will be moving to New York City to be part of the “XXX” group show that features seven of the world’s most highly regarded photographers. It will take place in The Leslie/Lohman Museum of Gay and Lesbian Art Old Basement Gallery, SOHO, NYC, and Kennebunkport, Maine in the Summer.
 An opening celebration for “Back and Forth” will take place on February 16th at 15:00 and will run until March 16th.

Lightroom Gallery Hasselt: http://www.lightroomgallery.com
 

The Photography of Hans van der Kamp

To experience the vision of Hans van der Kamp through the photographer’s lens is breathtaking. Eccentric individuals displaying their raw emotion during moments of their most hard core kink, are perfectly captured to portray the essence of the subject’s personality and passion.


It is evident that van der Kamp loves what he does. The photographer’s own gritty sexuality oozes from each image, weaving the titillating story of the relationship between photographer and subject.

The viewer is left to fill in the delicious blanks by observing the passion, fierceness, lust and ecstasy carved on the subject’s faces as they display their deepest secrets to the photographer.

To capture the deepest moment of human lust is a rare talent that has been perfected by few. Hans van der Kamp has managed to do this along with maintaining the composition and professional technical quality that is inherent in only a master photographer.

This show is a “must see” and will leave the viewer wanting to return to continue reading the ongoing story of human sexuality that has been created by one the most highly regarded photographers of human eroticism.

~Kymara Lonergan


Founder of The Kymara Gallery
Ex co-owner AMEA

Geplaatst op

Rowlandson’s Cock

Thomas Rowlandson's cock

I have seen many, if not most, of Thomas Rowlandson’s erotic works. All men depicted by him have this mushroom shaped cock. You begin to wonder if no one ever told him, “Thomas, I love your work, but these are some really extraordinary cocks you are drawing!’

Perhaps it was not proper in his day, because he kept drawing male genitalia in that same fashion.

It is quite common in works of the 18th and 19th centuries for artists to draw men and women in all sizes and shapes, but most of these artists drew the same cock on every other man they depicted. Presumably their own.

Were these artists so obsessed with their own genitalia? I don’t think so. Looking at another man’s erect penis came very close to sodomy, and they risked a sentence of years by doing so. Instead, they drew what they were familiar with…their own cocks.

It makes you wonder how many young adult males, leafing through Thomas Rowlandson’s works, would have thought of their own cock as peculiar?


Thomas Rowlandson (13 July 1756 – 21 April 1827) – Wikipedia