Geplaatst op

Collega’s

Recentelijk heb ik mijn Facebook account opgeheven om allerlei redenen waar ik vast nog wel eens op terug zal komen. Dat ik het nu meld is omdat ik daar een fotograaf in mijn contactenlijstje had die ik zeer bewonder.

Wat me echter aan hem verbaasde was de manier waarop hij over zijn eigen werk sprak. Plaatste hij een serie foto’s die hij twee jaar, of misschien drie jaar geleden had gemaakt dan noemde hij die werken rustig ‘oude meuk’.

Nu heeft de lieve man naar mijn beste weten – in tegenstelling tot veel van zijn collega’s – vrijwel nooit ‘meuk’ geproduceerd, dus ik kan zijn bescheidenheid op prijs stellen. Een verademing vergeleken bij de weliswaar zeer getalenteerde Erwin Olaf die niet alleen graag de loftrompet blaast over eigen werk, maar vooral niet aarzelt om zich extreem negatief uit te laten over het werk van anderen, waardoor hij soms wat ordinair overkomt voor een man van zijn niveau.

Voor mij is het anders; ik koester mijn oude meuk en niet alleen omdat de serie Rockers die ik in 1977 als eerste complete serie maakte me indertijd weliswaar aan de rand van een faillissement bracht, maar wel nog dertig jaar later druppelsgewijs voor wat inkomen zorgde.

Er zal bij mij sowieso vrijwel nooit een foto op mijn site staan die niet op z’n minst drie jaar oud is. Wijk ik af van die regel, dan heb ik daar vrijwel altijd spijt van. Op de een of andere manier duurt het lang voordat ik mijn werk los kan zien van de persoon of de personen die ik heb gefotografeerd.

Bovendien ben ik ervan overtuigd dat een foto die vandaag goed is en over tien jaar niet meer, sowieso nooit de moeite waard is geweest.

Een tijd geleden kwam ik telefonisch in gesprek met de eerste fotograaf voor wie ik ooit als assistent werkte en van wie ik ook bijzonder veel heb geleerd. Ik zal ook zijn naam niet noemen, want van het idee dat ik wat van hem geleerd zou hebben, moet hij vast braken. Hij vindt mij een waardeloze fotograaf en hij uitte dat recentelijk nog door mij hartelijk toe te roepen dat hij op het Internet gezien dat ik nog steeds ‘dezelfde oude rotzooi’ maak.

Zelf is hij wel failliet gegaan en hij doet nu zwarte klusjes in de bouw, maar dat heeft hem als doorgewinterde productfotograaf geen enkele bescheidenheid bijgebracht. Zo vind je ze alleen in Utrecht, denk ik dan altijd, en dat is nu ook weer niet bijzonder netjes van mij.

Of ik nu rotzooi maak of niet, ik beleef er veel plezier aan en ik hoop dat mijn oude werkgever, die mij vrijwel nooit een cent betaald heeft, met net zoveel plezier ’s avonds het cement uit zijn kleren klopt.

Toch zijn er ook uitzonderingen. Soms publiceer ik een foto vrijwel meteen, zoals bovenstaande foto ‘Schanulleke’, de derde foto uit een sessie van 458 opnamen. Ik geloof dat ik die foto binnen twee weken ingestuurd heb naar de juried art competition van het Kinsey Instituut van 2009, waar hij door een zware selectie kwam, zelfs in de permanente collectie belandde en nu opnieuw in hun laatste tentoonstelling ‘Gender Expressions’ is vertegenwoordigd.

Gender Expressions Poster

Van die foto wist ik meteen de volgende dag dat hij goed was, alleen zou ik nu nog niet eens precies kunnen formuleren waarom dat zo is en dat vind ik nu zo mooi aan fotografie. Niet alleen het proces is mysterieus, maar vooral ook het resultaat.