Geplaatst op

Daar gaan we weer

Ik weet het. Er is eigenlijk niets zo kinderachtig als om in een vlaag van ergernis je Facebook-account te deactiveren. Het is de derde keer dat ik het doe en de eerste twee keer heb ik mijn profiel na een paar weken weer geactiveerd. Niet omdat ik dacht iets te missen, maar omdat ik het zat was om E-mails en andere berichten te beantwoorden van mensen die zich afvroegen waar ik gebleven was.

Ik zit vooral op FB omdat ik daar mijn fotografiewinkel promoot en contact onderhoudt met mijn modellen.

Overigens heb ik mijn Facebook fotografiepagina die aan een andere account hangt wel in stand gehouden, dus echt weg ben ik niet, al komen de mailtjes met de vraag waar ik in godsnaam ben gebleven al met enige regelmaat binnen.

Ik ben gewoon thuis aan de Nieuwmarkt in het hipste bejaardentehuis aller tijden, maar dat telt niet. Je moet met het groene aanwezigheidslampje naast je meest voordelige portret op FB zitten. Met voortdurend openklappende praatvenstertjes. Vaak van mensen die je daar hebt leren kennen en die bovendien over een zeer beperkte woordenschat beschikken. Veel verder dan Wow, Hihihi, Hehehe en Cool komen ze vaak niet.

Lief en schattig, maar niet genoeg stof voor mij om een fatsoenlijk gesprek te voeren. Ook wanneer ik als oude man van frisse fotomodelletjes duizend emojihartjes en -kusjes toegestuurd krijg, kan ik alleen maar denken: Ik zal je eens goed in je kont komen naaien, dan zullen we eens zien wat voor visuele onbenulligheden je nog uit je razendsnelle vingertjes weet te wringen.

Niet aardig van me, ik weet het. En geloof me, ik zou me nog eerder met behulp van een snoer kerstlichtjes aan een balk ophangen. Het zijn juist die nare gedachten die me van dat soort daden weerhouden en me in staat stellen een brave en betrouwbare fotograaf te blijven.

Toch was acute ergernis niet de enige reden waarom ik mijn account gedeactiveerd heb.

Er was iets belangrijkers aan de hand. Facebook heeft in het verleden twee profielpagina’s en twee zakelijke pagina’s van mij geruimd, omdat mijn werk ‘aanstootgevend’ zou zijn. Dat wat in musea en galeries hangt kan op de een van de andere manier niet door FB getolereerd worden. Ik had de keuze, of ik bleef weg van FB of ik ging aan zelfcensuur doen. In mijn naïviteit dacht ik: Ach, what the fuck, dan schiet ik in dezelfde fotosessie nog een paar plaatjes die de pukkelige leeghoofden van FB behagen. In het begin vergat ik dat steeds, maar na een tijdje ging het als het ware vanzelf.

Totdat het punt gekomen was dat ik het gewoon niet meer in de gaten had dat ik aan zelfcensuur deed. Al mijn foto’s werden opeens door Facebook – zelfs voor advertenties – goedgekeurd.

Het besef dat het een instantie gelukt was om me op mijn 61ste alsnog grondig aan zelfcensuur te laten doen was eigenlijk te pijnlijk voor woorden, want censuur daar kan een mens omheen, maar zelfcensuur is het einde van alles wat ooit oprecht was.

Dus ook als ik onder druk van anderen mijn profiel weer wil activeren, dan zal ik me dat goed moeten realiseren.