Geplaatst op

De Pfizertjes

Jaren geleden zat ik enigszins aangeschoten in de trein, toen bij een tussenstop twee jonge vrouwen instapten. Uit hun verhalen bleek dat ze recent een marketingopleiding hadden afgerond en nu in de journalistiek werkten. Ik geloof voor de Volkskrant online. Zij hadden een geanimeerd gesprek over Ebola.

‘Heb jij dat nu ook,’ zei de ene, ‘dat je dan een bericht doorkrijgt dat er misschien een Ebolabesmetting is in een ziekenhuis en dat je dan stiekem hoopt dat het deze keer nu eens geen vals alarm is?’

‘Hou op,’ zei de ander, ‘hoe vaak ik al niet aan een stuk heb zitten werken dat uiteindelijk toch niet online kon, omdat er niets aan de hand was.’

‘Frustrerend,’ zei de eerste. ‘Je gaat gewoon hopen dat je nu eens een keer niet voor niets zit te werken.’

De trein doorsneed een typisch Hollands landschap dat recent nog in het nieuws was geweest met beelden van bulldozers die vers gedode varkens in open vrachtwagens kieperden. Pootjes stijf omhoog. Vlees dat niet gegeten zou worden, maar verbrand. Gevaarlijke besmettelijke ziekten waren er dus al, alleen troffen ze nog zelden mensen.

Ook de nieuwsmedia waren kennelijk niet helemaal gezond meer, getuige het feit dat marketingmensen nu ook journalistieke bijdragen mochten schrijven.

Ik moest aan die twee meisjes en hun Ebolaleed denken, toen ik deze week te midden van een roedel bejaarden op het terras zat. Het was de eerste dag van de versoepeling van de Coronamaatregelen en de gesprekken gingen dan ook uitsluitend over vaccineren. De oudsten onder hen hadden uiteraard Pfizer gehad en daar waren ze zo tevreden over dat ze niets meer met mondkapjes en de afstandsregels hadden. Helemaal zeker van hun zaak waren ze kennelijk ook weer niet, want vrijwel alle gesprekken gingen over medische aangelegenheden.

Geheel onverwacht boog een vrouw naast mij, die nogal met consumptie praatte, zich naar me toe en fluisterde in mijn oor: ‘Die man tegenover mij, die mag wat mij betreft wel wat verder naar achteren gaan zitten, want die heeft Astra Zenica gehad en dat beschermt voor geen meter. Zo iemand heb ik eigenlijk liever niet te dicht bij me zitten.’