Geplaatst op 2 reacties

Een gebroken neus

Een goede kennis zei laatst op Twitter dat ik eigenlijk best wel lief ben en daarmee staat hij meteen als enige man hoog genoteerd op mijn lijstje ‘mogelijke hartsvrienden’.

Ik ben namelijk niet zo aardig en dan heb je vanzelfsprekend geen lange lijst met bewonderaars. Mijn partner vindt mij al jaren zo’n beetje de liefste man die zij kent, maar zij staat daar geheel alleen in. De lijst met ex-partners die mij nu, jaren later, het liefst nog een pootje zouden haken, is lang. Als naar mens trek je als vanzelfsprekend ook andere nare mensen aan.

Soms komt het besef dat mensen mij als onaardig ervaren opeens heel dichtbij.

Zo brak ik eens mijn neus en in mijn onschuld plaatste ik een foto van mijn gekwetste hoofd op Facebook, waar mijn bijdragen over het algemeen goeddeels genegeerd worden, en die foto was meteen goed voor bijna honderd likes. De boodschap die daarin school was wat mij betreft overduidelijk. Kon ik misschien wat vaker mijn neus breken of van de fiets vallen?

Het kost mij weinig moeite toe te geven dat ik niet zo aardig ben. Of, om het iets genuanceerder te stellen, ik heb wel een zekere portie aardigheid in mij, maar ik hou buiten mijn werk en omgang met mijn naasten zelden genoeg over om uit te delen. Ik stop eigenlijk vrijwel al mijn reserves op het vlak van aardigheid in het voor niets of bijna gratis fotograferen van mensen die vaak met mijn producten reclame voor zichzelf gaan maken. In dat proces maltraiteren ze mijn werk door de foto’s overdadig te comprimeren op hun telefoontjes of ze voorzien ze van allerlei malle teksten in schreeuwend lelijke typografie die bij voorkeur overdwars op het beeld geplaatst wordt. Deze ‘content creators’ hebben maar één motto en dat is: ‘Fuck him. Wij ownen die shit.’

‘s Ochtends word ik dan wakker en zie ik mijn werk voorbijglijden in de feeds, gelukkig vaak zonder mijn naam erbij, want ik word liever niet gekoppeld aan door anderen bewerkt beeld dat auteursrechtelijk mijn eigendom is. Leuk voor hen, maar ik heb er niet zo veel aan. Het seizoen van de kerstballen is weer aangebroken en dan ga ik pas later in de dag even kijken op social media. Dat is beter voor hart- en bloedvaten.

Ik maak me daar overigens allang niet meer zo druk om als twintig jaar geleden, maar zo aan het einde van de middag heb ik toch wel mijn aardigheid behoorlijk opgesoupeerd en wie mij later in de dag virtueel of in persoon ontmoet, zal moeten concluderen dat mijn aardige kantjes goeddeels zijn verdampt.

Zo gaat dat in huize Van der Kamp. Ik word wakker met emmers aardigheid en zo tegen het einde van de middag heb ik nog een theekopje over.

Ik zie fotografie, maar ook het produceren van tijdschriften en websites als mijn beeldtaal, maar hoe hoog of laag ik ook spring, de beeldtaal van social media beheers ik niet. Mijn werk komt daar vaak niet eens door de censuur. Ik zou nooit elke dag weer iets anders willen plaatsen waaruit blijkt dat ik nog steeds sexy ben, zwierig op vakantie ga, of dat ik god betere mijn laatste maaltijd of concertbezoek uitgebreid ga documenteren. Daar is niets op tegen, maar dat kan ik niet, want zo oppervlakkig ben ik nu eenmaal nooit geweest. Misschien ben ik een halve eeuw geleden sexy geweest, maar daar is niets van over. Aan nieuwe of extra partners doe ik ook al heel lang niet meer en ik heb een hekel aan vakanties, omdat vakanties nu eenmaal heel zwaar zijn voor workaholics zoals ik.

Half Nederland ergert zich kapot. Men ziet geld verdampen door inflatie, het geloof in de politiek is historisch laag, maar in de beeldtaal op social media is alles (te) vaak rozengeur en maneschijn. Met uitzondering van Twitter dat kennelijk dienst doet als afdruiprek voor allerlei andere vormen van social media.

Die berichten op social media hebben niets meer met beeldtaal te maken. Wel met beeld, maar niet met taal, als u begrijpt wat ik bedoel. Te veel mensen conformeren zich simpelweg aan de mores van de reclamewereld, waarin alle kinderen blij zijn met hun pappa of mamma, transgenders nooit worden vermoord, LHBTI-plussers niet bespuwd of in elkaar geslagen worden en kleine prestaties direct beloond worden met een cheque van een half miljoen, uit te reiken door hun favoriete BN-er.

Zo is mijn leven niet en ik ben zeker niet van plan mijn werk in dienst te stellen van het bewust creëren van al te scheve beelden, al geef ik meteen toe dat ik mensen liever mooier dan lelijker maak in mijn fotografie. Ik zie mensen, die ik al vanaf mijn jeugd bewonderd heb, daar inmiddels vaak de hand niet meer voor omdraaien. Ze zijn verworden tot iets wat ze niet zijn en ook nooit zijn geweest. Ze zijn de klopgeesten van hun eigen smartphones geworden.

Hoewel ik niet zo aardig ben, moet ik – bijna tot mijn schaamte – bekennen dat ik wel gelukkig ben. Ik doe wat ik altijd heb willen doen. Ik heb een partner die mijn voor anderen zo ongemakkelijke gedrag volledig begrijpt en veel belangrijker nog: dat gedrag ook nog eens weet te waarderen.

Zo hebben we van de lockdowns, behalve de halvering van onze inkomsten, weinig gemerkt. Zoals tijdens de lockdowns, zo leefden we eigenlijk altijd al.

Liever vertel ik hier af en toe mijn verhaal, al staat het nog zo bol van clichés en constateringen die eerder gemaakt zijn door mensen met grotere geesten en een begaafdere tekstbeheersing. Toch is het wel van mij, door mij en voor mij. Niet om het advertentieplatform van Mark Zuckerberg gratis te ondersteunen. Sterker nog: Facebook staat op de tweede plaats als het gaat om bezoekers naar deze site te sturen, boven google.nl en net onder bing.com en google.com. Pocherig gesteld, werkt het bedrijf Meta van Zuckerberg harder voor mij, dan ik voor hen. Daar moet ik zelf wel een minieme inspanning voor leveren, maar er is tenminste sprake van een zeker evenwicht.

Deze week mag ik met enig geluk de tienmiljoenste bezoeker, sinds de nieuwe meting begon eind 2018, ontvangen. Ik zal wel lekker liggen te slapen als dat gebeurt. Ik mag dan niet zo aardig zijn, maar helemaal achterlijk ben ik nu ook weer niet.

2 gedachten over “Een gebroken neus

  1. Wat een heerlijk stuk heb je weer geschreven Hans .
    Jij en je partner zijn een bijzonder stel en ik geloof warempel dat ik een soort van jullie ben gaan houden .
    Dat overkomt mij niet zo snel . Ik sta liever achter de personen die ik liefheb dan ernaast maar bij jullie sta ik graag naast mijn dierbare en daar reken ik jou en Evelien ook inmiddels toe . Blijf gezond ouwe reus en take care .

    1. Ik ben er even stil van. Dank je, Eddie!

Reacties zijn gesloten.