Geplaatst op

Tandy 102

Vanaf 2004 ben ik een ongekend aantal malen verhuisd, maar inmiddels woon ik alweer vijf jaar aan de Nieuwmarkt en ik ben niet van plan deze woning, anders dan op de punt van een geweer, te verlaten. Op de begane grond is een verpleegtehuis, dus mocht ik van ouderdom uit elkaar vallen of dement worden, dan kan ik altijd nog vijf etages lager gaan wonen.

De rust die ontstaat als je ergens langere tijd woont zorgt ervoor dat je uiteindelijk eens die dozen gaat uitpakken die je na de vierde verhuizing maar gesloten had gelaten, uit angst ze binnen de kortste keren weer te moeten inpakken.

Al met al heb ik die vijf jaar dus echt nodig gehad om me zeker genoeg te voelen die dozen eindelijk eens uit te pakken. Ik kom voortdurend allerlei zaken tegen die ik dacht ergens tijdens mijn persoonlijke diaspora verloren te zijn geraakt.

Zoals deze prachtige Tandy 102 die ik in 1984 in een etalage zag staan als een van de eerste computers voor consumentengebruik. Ik weet nog dat ik dacht: ‘Als ik dat apparaat nu niet aanschaf en leer het te bedienen, dan lukt het me over veertig jaar in het bejaardenthuis niet meer om het licht aan of uit te doen, laat staan de thermostaat te bedienen. Dus ik schafte de Tandy aan van geld dat ik niet had. Nood breekt wetten.

Op die Tandy vertaalde ik vier of vijf boeken. Dat mag een prestatie heten, want er pasten slechts duizend woorden in het geheugen. Daarna moest de tekst weggeschreven worden op een cassettebandje. Dat ging uitstekend, alleen het weer ophalen van de tekst vanaf dat cassettebandje lukte vaker niet dan wel. Maar dat mocht de pret niet drukken, want ik had tevens een immense matrixprinter aangeschaft die hele nare geluiden maakte.

Geen moment heb ik gedacht: ‘Waarom niet gewoon terug naar de elektrische typemachine? Dit is ook niet echt gemak.’

Eigenlijk hechtte ik mij vooral aan de Tandy, omdat ik dan geen TypEx meer hoefde te gebruiken. Op dit apparaat schreef ik zelfs mijn literaire debuut.

Althans, dat is het verhaal dat ik mijzelf wijsmaak, want ik had die eerste ‘computer’ zo uitgewoond dat hij op een dag gerepareerd moest worden. Toetsen hadden het begeven en het scherm was zo bekrast geraakt dat ik amper mijn eigen werk nog kon lezen. Ik bracht het falende apparaat naar de Radio Shack in de Schinkelbuurt. De eerste nacht dat mijn Tandy daar was, brandde het hele gebouw af dus ik kreeg een gloednieuwe Tandy 102 die ik meenam naar mijn eerste baantje als eindredacteur, maar daar stond al een logge IBM op me te wachten met een gifgroen scherm, dus eigenlijk heb ik dit specifieke apparaat nooit echt gebruikt.

Wel kocht ik nog van mijn eerste salaris als eindredacteur een externe floppy drive voor de Tandy, maar die bleek al snel net zo betrouwbaar te zijn als de cassettebandjes.