Geplaatst op

Waffel houden

Mijn vader stond met geheven hand voor me. ‘Als jij nu eens je waffel hield!’ beet hij me toe. Ik zat in een verhoogde kinderstoel, was drie jaar oud en kennelijk al verbaal genoeg om deze uitbarsting bij hem teweeg te brengen. De lieve man heeft mij nooit in zijn leven geslagen, maar op dat moment scheelde het maar een haar. Ik heb alleen nog dat beeld. Wat ik gezegd heb weet ik natuurlijk niet meer, maar wel dat ik voor mijn moeder opgekomen was in een ruzie tussen mijn ouders.

Op de Middelbare School werd ik tot twee keer toe geschorst. Eenmaal omdat ik als opstel voor het vak Nederlands een interview met god had geschreven, waarin ik het opperwezen beschreven had als een drankzuchtige homoseksuele joodse man die een heftige knipperbolrelatie met Judas onderhield terwijl hij netjes samenwoonde met Petrus die hem van de drank probeerde te houden door vooral niets door te geven van wat er op aarde geschiedde. Een god dus die nog nooit van de Holocaust had gehoord. De precieze reden van de tweede schorsing ben ik kwijt, maar het had iets te maken met wat ik over onze docenten had geschreven in het schoolkrantje.

Ik begon mijn serieuze arbeidzame bestaan bij de Nieuwe Revu, waar in die tijd eigenlijk twee mensen een belangrijke rol speelden; Fons Burger, naar ik meen een van de oprichters van de VVDM oftewel de vakbond voor dienstplichtigen en Derk Sauer die in die tijd als journalist nog een bijzonder hoge pet op had van massamoordenaar Pol Pot. Beide heren zijn inmiddels uitgegroeid tot vrije markt fundamentalisten van formaat, maar toen liepen ze nog hard voor hun Socialistische Partij en hun BV met de naam TILT, waarmee geld uit de Geïllustreerde Pers werd getrokken om documentaires voor de noodlijdende VPRO te maken over vrijheidsbewegingen in Midden-Amerika, die net zo links en idealistisch waren als moordzuchtig. De heren regeerden het tijdschrift als een Medvedev/Poetin tandem.

De toenmalige redactie was ook niet te beroerd om de kraakbeweging wat geld toe te steken om een incident te creëren op een door ons van tevoren bepaalde plek zodat we onze fotografen klaar hadden staan voordat de pleuris uitbrak – om het plat te stellen.

Ik was niet zo links en al helemaal niet idealistisch, dus ik mocht mij slechts begeven op het terrein van tieten/kontreportages die de socialistische boodschap aantrekkelijk moesten verpakken voor de gewone man. Bloot met een journalistieke lading, zeg maar.

Met die ervaring schopte ik het uiteindelijk later tot hoofdredacteur van twee blootbladen, de Playgirl en High Society waarmee ik weer voortdurend voor de rechter kwam te staan om zakelijke beslissingen en niet om wat ik schreef of toonde in het blad. Ik herinner me dat alles wat toch geproduceerd werd ook nog eens voor de Vlaamse markt gecensureerd moest worden met stickers op de voorplaat.

Uiteindelijk schreef ik een roman over die ervaringen en al voordat het boek in de winkel lag stond ik voor de rechter vanwege voorpublicaties in Propria Cures. Mijn toegewezen advocaat Lex Dura van Vrij Nederland, pseudoniem voor de latere Deken der Advocaten Leon Kempers trok zich 14 uur voor het kort geding terug en mij werd een toen onbekende advocaat toegewezen die Eberhard van der Laan heette. Deze wenste mij pas te verdedigen als ik mijn uitspraken over de politie van Amsterdam en mogelijke infiltratie daarvan door de plaatselijke georganiseerde misdaad in zou trekken.

Zo gezegd, zo gedaan. In mijn sleutelroman die uiteindelijk wel verscheen bij uitgeverij L.J. Veen had ik ruim aan zelfcensuur gedaan, vooral om mijn naasten te beschermen. Zelf stond ik al op een dodenlijstje en was ik ondergedoken.

Aan zelfcensuur, iets wat voor mij nog steeds gekoppeld is aan dat beeld van mijn vader die me toebeet mijn waffel te houden, doe ik nog steeds.

Vooral op Facebook en ik heb me daarbij neergelegd, maar tegelijkertijd heb ik mij voorgenomen om op dit blog nu eens alles te gaan opschrijven wat ik in een leven lang werken voor vrije media niet heb mogen opschrijven.