Geplaatst op

Mijn naam is Gans (1)

Inmiddels is het een jaar geleden dat ik op het vliegtuig stapte om op uitnodiging van Alexander Donskoi een bezoek te brengen aan Moskou, de laatste stad op de wereld die ik ooit verwacht had aan te doen. Tijd dus om mijn herinneringen aan deze dagen in april van 2011 uitgebreid vast te leggen voordat moedertje Alzheimer of vadertje Korsakov ze weer van me afneemt.

Reisreportages beginnen vaak in een taxi na aankomst op de plaats van bestemming, maar mijn reis begon al weken voor vertrek met het zoeken op het Internet naar wie nu de Alexander Donskoi was die mij via het contactformulier van AmeaNet had benaderd met het verzoek werken aan te leveren voor een nieuw op te zetten museum voor erotische kunst in Moskou.

Een eerste zoekactie via Google op de naam Alexander Donskoi leerde mij dat een Russische staatsburger met diezelfde naam burgemeester van Archangelsk was geweest totdat Poetin een einde maakte aan zijn democratisch verkregen positie door hem in de gevangenis te laten gooien wegens vermeende economische misdaden.

Archangelsk ligt ver van Moskou dus ik twijfelde of ik de juiste Donskoi had gevonden. Bovendien leek het mij ook niets voor een politicus om zo’n voor Rusland gewaagd museum te starten op steenworp afstand van het Kremlin, maar toen ik het vliegticket ontving en Archangelsk als plaats van verzending zag, bleef er weinig ruimte voor twijfel over.

Meteen werd ik onzeker over de dresscode voor zo’n ontmoeting met een Russische hoogwaardigheidsbekleder. Een foto van Donskoi zou mij wellicht wijzer kunnen maken. Na eindeloos Googlen vond ik dan die éne hier afgebeelde foto waarop Donskoi, ondersteund door mannen met bivakmutsen en kogelvrije vesten, in de vroegte van zijn bed wordt gelicht.

Ja, dat was nu echt het soort opdrachtgever dat mij zou inhuren, maar over hoe ik mij zou moeten kleden was ik niet veel wijzer geworden.

Bij het zoeken via andere diensten vond ik een foto van Donskoi in een keurig, misschien wat fantasieloos kostuum op de achterbank van een auto. De foto was kennelijk bij zijn vrijlating gemaakt want hij maakte een V-teken naar de pers. Voor mij was het duidelijk; ik kon niet volstaan met mijn vaste garderobe van 24 zwarte T-shirts en twee spijkerbroeken.

Na een bezoek aan de The English Hatter beschikte ik over een lange gevoerde jas, een diplomaat waardig, plus een keurig colbert, een paar Arrow button-down overhemden en – voor een sportief intermezzo – nog wat lamswollen truien. Dit alles op kosten van mijn moeder die mij altijd graag in het buitenland ziet verblijven.

Op zolder vond ik nog een paar vrijwel ongebruikte Van Bommel brogues die na afstoffen en poetsen het perfecte schoeisel bleken om mijn outfit te completeren. Mijn SM-laarzen en leren jas bleven thuis, zo had ik besloten.

Er was sowieso weinig ruimte in mijn koffer want ik wilde ook vijftig van mijn fotografische werken mee smokkelen. Een moedige beslissing die me toch enige kortademigheid bezorgde toen een duivels uitziende vrouw van de Russische douane een vol kwartier van mijn paspoort naar mijn gezicht en weer terug bleef loeren.

Ik was enorm opgelucht toen mijn mobiele telefoon ging en Donskoi’s tolk me hartelijk met mijn nieuwe Russische voornaam ‘Gans’ aansprak. Even later zag ik mijn opdrachtgever ook naar me zwaaien. Een jonge man, veel slanker dan op de foto’s, gekleed in een leren jack, een spijkerbroek, sneakers en een wollen muts op zijn hoofd zoals die graag door rappers wordt gedragen, maar wel onmiskenbaar de Alexander Donskoi van de foto’s.

In het vliegtuig had ik me nog een wereldburger gevoeld, maar nu voelde ik mij een hopeloze provinciaal.

(wordt vervolgd)