Geplaatst op

Mijn naam is Gans (10)

Al met al werd de reis naar Moskou een van de indrukwekkendste die ik ooit heb gemaakt en ik had dan ook helemaal geen zin om terug te gaan. We brachten die laatste middag door met het bezoek aan een paar uiteenlopende gelegenheden. Alexander, die zich verre van alcohol had gehouden, lustte nu ook wel wat.

Heel leerzaam was een bezoek aan een sexshop, waar de gebruikelijke artikelen lagen uitgestald die we hier ook kennen – met één enkel verschil. Alles was op een zuiver heteroseksueel publiek gericht, maar Alexander voerde me via een verborgen deur naar een achterkamertje, waar hij een boek voor me uitzocht met daarin foto’s van zeer goed gebouwde Russische mannen. Hier zou zoiets kunstfotografie heten maar daar was het verboden waar.

Van homofobie had ik in die dagen in Moskou niets gemerkt. Pas een paar maanden later zou ik in de pers lezen dat de Moskou Gay Pride door de oproerpolitie uiteen gedreven was.

De ondergrondse in Moskou was heerlijk ruim en schoon in tegenstelling tot die van New York en ik ging zo op in de verschillende bouwstijlen van de stations dat ik vergat foto’s te nemen. Of eerlijker gesteld: ik vergat mijn compact camera goed in te stellen waardoor al dat moois alleen onscherpe beelden opleverde wat ik uiteraard pas bij thuiskomst ontdekte.

Ik was sowieso een beetje de kluts kwijt. Alexander bood heel tactisch aan mijn koffer dragen. Dmitri, de rechterhand van Alexander, zorgde ervoor dat ik niet meegezogen werd in meutes passerende forenzen, want de wodka had me inmiddels goed in de greep en Olga, charmant als altijd, bleef me als de best denkbare gids over Rusland vertellen.

Zo moeilijk als het was het land binnen te komen, zo makkelijk bleek het onder haar begeleiding door de douane te lopen om het land weer te verlaten. Bij elke versperring stak zij haar hand omhoog, riep iets in het Russisch en meteen konden we verder, terwijl anderen moesten wachten.

Het afscheid kostte me moeite, maar ik had me verheugd om in een Aeroflot Airbus plaats te nemen, dus dat had iets goed kunnen maken, ware het niet dat ik, toen ik eenmaal in de ruime fauteuil had plaatsgenomen, acuut in slaap viel en ergens boven Hoofddorp pas weer wakker werd. Naar de gezichten van de passagiers om me heen te oordelen, had ik stevig zitten snurken ook.