Geplaatst op

Mijn naam is Gans (9)


Wie denkt dat mijn bezoek aan Moskou zich beperkte tot hoeren en snoeren, vergist zich. Er was ook tijd voor overleggen, gedachten uitwisselen en zelfs cultuur in de vorm van religie en moderne kunst.

Mijn bezoek aan een kapel van de Russisch-orthodoxe Kerk was niet wat ik ervan verwacht had. Het was de enige plek, op de Loebjanka na, waar ik écht niet mocht fotograferen en de geestelijken die er rondliepen maakten op mij een zeer zakelijke en ietwat hautaine indruk. Ze droegen de u bekende zwarte mijters die vaag doen denken aan de hoofdtooi van onze koningin wanneer zij een moskee aandoet.

Misschien heb ik Olga verkeerd ingeschat, maar zij leek onder de indruk te zijn van het interieur dat net zo’n uitstraling van klatergoud had als de zalen in het Kremlin. Ook kreeg ik de indruk dat zij in de kerk een mogelijke politieke macht zag die een tegengewicht kon vormen voor het eenzijdige beleid van de Poetin/Medvedev tandem.

Hoe ‘hip’ religie nu in Rusland is bleek ook bij ons bezoek aan een museum voor moderne kunst. Al voor de deur stond een torenhoge godsgestalte. Schijnbaar willekeurig opgesteld daar omheen in beelden van aanzienlijk bescheidener grootte stonden de helden van de Russische geschiedenis.

In Nederland was ik al lang niet meer in een museum geweest. Mijn laatste bezoek was aan de Warhol overzichtstentoonstelling in het Stedelijk, dus ik kon geen vergelijkingen trekken, maar de indruk overheerste dat veel van het werk in Moskou sterk leek op dat van de naïeve schilders die in Nederland zo populair waren in de jaren zeventig. Pop-art was ook een duidelijke invloed, maar een historisch perspectief ontbrak bijna geheel. Het leek alsof de Russen hun Sovjet kunst als Entartete Kunst waren gaan zien.

Fotografie aan de muur

Het meest gecharmeerd was ik van de manier waarop fotografie ingelijst aan de muren hing. Mooi willekeurig in lagen boven elkaar zoals men dat aan het begin van de vorige eeuw in Europa ook deed. Dat voorkomt veel geschuifel van werk naar werk. Een manier van presenteren die ik later ook bij mijn eigen werk in Alexander’s museum zag.