Geplaatst op

Oude mannen op een terrasje

Oude mannen op een terrasje
© Hans van der Kamp

Omdat ik in het centrum van Amsterdam woon krijg ik vooral in de zomer regelmatig bezoek van mensen die ik al lange tijd uit het oog heb verloren en die mij zeker niet bezocht hadden zou ik in Schin op Geul wonen. Zo kwam het dat een aantal weken geleden een Brit op mijn stoep stond. Ik herkende hem niet en ook zijn naam kwam mij in eerste instantie slechts vaag bekend voor. Reden genoeg om hem niet meteen binnen te vragen, maar hem naar een van de vele terrasjes voor de deur te loodsen.

Hij bleek uitgever te zijn en hij was net zoals ik de zestig ruim gepasseerd. Ik vroeg mij af waar wij ooit zo’n hechte band hadden opgebouwd dat hij zonder aankondiging bij mij aan durfde te bellen. Al snel noemde hij de naam van zijn uitgeverij en toen begreep ik ook dat ik wel eens voor hem had gewerkt, maar dat alle contacten via E-mail waren verlopen. Waarom ik voor hem geen raadsel was en hij voor mij wel werd nu ook een stuk duidelijker. Ik stond met mijn kop en adresgegevens op mijn website en hij had op de website van zijn uitgeverij een foto van een prettig ogende blondine staan, een dame die, zo begreep ik, pro forma voor alle uitgaven en commentaren tekende.

Je zou zoiets misleidend kunnen noemen, maar ter verdediging van de uitgever mag gesteld worden dat hij een onaangename verschijning is wat de verkoop van zijn boeken waarschijnlijk niet ten goede komt.

Hij beheert het soort uitgeverij waar ik liever niets mee te maken heb. Een late constatering, want ergens in de jaren negentig had ik wel degelijk meegewerkt aan een van zijn uitgaven, een boek over naaktfotografie. Hij had me enthousiast gekregen voor het project door me prachtig vormgegeven spreads toe te sturen. Dat had kennelijk indruk op mij gemaakt, want ik had een aantal werken ingestuurd. Het presentexemplaar viel echter enorm tegen, omdat het formaat niet A4 was zoals beloofd maar A5, waardoor het werkje de uitstraling kreeg van een ouderwets seksboekje.

Nu ik weer helemaal bij was, kon ik mijn aandacht geheel op de toegeschoven drankjes richten.

‘Was jij niet op zoek naar een uitgever?’ vroeg hij bij de derde joviale toast.

‘Niet echt,’ zei ik. ‘Ik heb twee boeken in gedachten als afsluiting van mijn carrière als fotograaf, maar ik zie steeds minder de noodzaak van een uitgever als tussenpersoon. Voor mij is een uitgever vooral iemand die over een goede distributie beschikt, maar nu distributie voor iedereen toegankelijk is, zie ik…’

‘Dat is nou precies waar je denkfout zit,’ onderbrak hij me geïrriteerd. ‘Je vergeet dat jouw werk in de tijd van #metoo eigenlijk niet meer kan. En zeker niet gedistribueerd via het internet.’

‘Waarom zou mijn werk niet meer kunnen in het tijdperk van #metoo?’ vroeg ik hem. ‘En bovendien… Waarom zou jij dan wél geïnteresseerd zijn?’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Je begrijpt echt niet wat leeft bij vrouwen in deze tijd! Jij blijft een provocateur met oogkleppen. Wat jij nodig hebt is iemand die de juiste selecties maakt. Kortom: een goede uitgever.’

Inmiddels had ik op mijn telefoon ook zijn website te pakken en ik zag dat Sonya, het gezicht van de uitgeverij sinds 1996 nog steeds de voorpagina sierde. Ze was geen dag ouder geworden.

Ik draaide de telefoon naar hem toe en zei: ‘Ik hoef toch geen trieste verhalen van die Sonya aan te horen als ik door jou uitgegeven wil worden?’

Die opmerking had ik beter voor me kunnen houden. Er volgde een lange lezing over de gevoelens van de moderne vrouw en als ik ergens een hekel aan heb is, dan is het wel mannen die mij uitgebreid gaan zitten uitleggen wat vrouwen beweegt.

Ik kreeg er vooral dorst van. Ik was een beetje brak toen ik mijn etage weer betrad, maar ook heel trots dat ik hem nog een uurtje door had laten kletsen zonder echt ruzie te krijgen. Ook mijn standaardopmerking naar Britten dat de tunnel tussen hen en het vasteland een beroerd idee was, had ik voor me weten te houden, terwijl ik na een paar glaasjes toch altijd graag op mijn stokpaardjes terugval.