Geplaatst op

Vriendschap

Zeven jaar geleden ontving ik via mijn site Ameanet een merkwaardige E-mail van hooguit zes woorden waarin om mijn medewerking werd gevraagd werd bij het opzetten van een museum voor erotische kunst in Moskou. Echt serieus kon ik de E-mail niet nemen, maar ik besloot toch te reageren.

Het was een periode waarin ik last had van zware paniekaanvallen en in het antwoord op mijn schrijven werd duidelijk dat van mij ook werd verwacht dat ik een bezoek aan Moskou zou brengen en eerlijk gezegd was Moskou wel de laatste stad op de wereld die ik wilde bezoeken. Ik leed aan een dusdanige straatvrees dat een bezoek aan de AH op de hoek van de straat al een ware hel voor me was. Toch ben ik uiteindelijk wel gegaan en in de rubriek Naar Moskou heb ik uitgebreid verslag gedaan van mijn eerste bezoek aan Rusland.

Het contact met Alexander zou sindsdien niet meer echt verwateren. Gisteren was hij in Amsterdam en zoals dat gaat met vriendschappen was de band meteen weer optimaal, terwijl we elkaar toch weer een aantal maanden niet gezien hadden.

Ik zat hem te observeren op het terrasje aan de Nieuwmarkt en opeens vond ik dat niet meer zo vanzelfsprekend. Ik heb altijd geweten dat onze gelegenheidstandem veel weg had van een ‘odd couple’ maar nu kon ik het niet nalaten om me af te vragen hoe het in hemelsnaam mogelijk was dat we ondanks alles zo’n hechte band hadden weten op te bouwen.

Alexander is als ex-burgemeester van Archangelsk puissant rijk geworden met allerlei ondernemingen in Rusland, maar ook ver daarbuiten, en ik worstel bij tijd en wijle nog steeds met mijn vaste lasten. Hij loopt steevast in exclusieve, modieuze kleding met bijpassende accessoires en ik zat daar gisteren in een versleten broek met T-shirt en een tweedehands Ray Ban op mijn neus. Alexander is een aanhanger van de vrijemarkteconomie met een flinterdun Stalinistisch sausje en ik heb een weerzin naar alles wat met diezelfde vrije markt te maken heeft. De naaste medewerkers van Alexander grappen dan ook wel eens dat ik een doorgewinterde bolsjewiek ben.

Alexander zelf had kennelijk wel vaker nagedacht hoe het kwam dat we steeds naar elkaar toetrokken want vorig jaar met Kerstmis zei hij zonder enige aanleiding: ‘Wij zijn beiden extreem lastige mensen voor anderen, maar toch denk ik soms dat jij nog erger bent dan ik.’

Ik geloof hem op z’n woord. Ik heb zelden of nooit een hoge pet op gehad van mijn sociale vaardigheden op momenten dat ik niet achter een camera sta.

Dat gesprek bracht ons wel op gezamenlijke eigenschappen. We zijn duidelijk mannen die onder de noemer ‘homo ludens’ vallen. We zien het leven als een spel dat gespeeld dient te worden. Een andere gemeenschappelijkheid is dat we lijden aan depressies en wel op zo’n manier dat we er mee hebben leren leven en er soms zelfs voordeel uit weten te halen.

Misschien is de regel dat tegenovergestelde karakters elkaar aantrekken alleen geldig wanneer er ook een paar overduidelijke gelijkenissen zijn.

Behalve over mijn partner of mijn zoon zal ik zelden of nooit zeggen dat ik van iemand hou, maar over Alexander durf ik dat wel te zeggen, zelfs als ik de grootst mogelijke stront met hem heb. Meestal conflicten die ontstaan wanneer we via Google Translate communiceren. Dat kan nare misverstanden opleveren, maar veel vaker eenvoudigweg omdat we het gewoon keihard oneens zijn.

Kennelijk kunnen hij en ik daar in de praktijk prima mee omgaan. Raar wordt het allemaal pas wanneer ik mijn vrienden of kennissen over hem vertel. Dan heb ik meteen oeverloos gezeur aan mijn hoofd, want Alexander is nu eenmaal een Rus en dus wordt hij meteen medeverantwoordelijk geacht voor het neerschieten van de MH-17, het gedrag van Poetin en liefst ook nog de positie van homoseksuelen in Rusland.

Het blijft wennen voor mij dat Amerikanen kennelijk los van hun president en de oorlogzuchtigheid van politiek en leger, wél gewaardeerd kunnen worden en Russen niet.

Meestal zwijg ik dan ook over mijn vriendschap met Alexander. Vandaar dit stukje op mijn blog en ik citeer een Amerikaanse vriend over dit soort berichten: ‘It is on the Internet, Hans. They can’t hear you!’