Geplaatst op

Boer zonder klompen

Ik weet niet hoe het voor anderen is, maar ik ervaar BDSM als een seksuele geaardheid. Ik vind de afkorting BDSM wat vaag, maar ik hou in algemene zin niet zo van afkortingen. ZZP’er vind ik ook zo vreselijk. Zelfstandige Zonder Personeel. Dat klinkt als Boer Zonder Klompen. Kinky vind ik veel prettiger klinken, al is er geen mooie Nederlandse vertaling voor.

De afkorting BDSM is verwarrend genoeg om mensen die er niets mee te maken hebben voldoende ruimte te bieden om zelf op negatieve wijze in te vullen waar die letters voor staan en reken maar dat er aan negatief denken momenteel geen gebrek is.

In gesprekken met vrienden en kennissen hoor ik vaak dat acceptatie van BDSM in de maatschappij voor hen ook niet zo belangrijk is. Ze willen voor hun kinderen of buren niet weten wat hun seksuele voorkeur is en dan voegen ze er vaak aan toe dat het geen enkel probleem is om twee Facebookprofielen te onderhouden. Eén voor wie ze werkelijk zijn en dan nog eentje voor wie ze zouden willen zijn.

Nou word ik van een enkel Facebookprofiel al doodmoe, laat staan dat ik twee profielen zou moeten beheren. Ik heb het wel gedaan hoor, net zoals veel andere BDSM’ers en ik had ook een heel goed excuus: namelijk dat mijn werkgevers zo’n moeite met mijn geaardheid hadden.

Hoe ik dat zo stellig kon beweren weet ik niet meer zo goed, want ik kan me niet herinneren in veertig jaar arbeid ooit een werkgever te hebben gehad die naar mijn seksuele geaardheid heeft geïnformeerd.

Uiteindelijk heb ik – en dat kan helaas pas wat makkelijker als je oud bent – besloten dat ik toch meer problemen had met de dagelijkse aanwezigheid van een werkgever dan dat die werkgever last zou kunnen of mogen hebben van wat ik in mijn vrije tijd doe. Dat heeft me wel wat inkomen gekost, maar toch voel ik mij een stuk rijker.

Ik blijf dan ook op de bres staan voor BDSM. Ik zie nog steeds niet in wat wie dan ook te oordelen heeft over wat mijn partner en ik lekker vinden om te doen op momenten dat niemand daar last van heeft.

Wel stel ik mezelf steeds vaker de vraag of mijn bescheiden activisme wel zin heeft en tot mijn spijt moet ik die vraag steeds weer negatief beantwoorden.

Gewone doordeweekse BDSM’ers worden in de media min of meer gegijzeld door de commerciële BDSM. Wordt er namelijk eens een half uurtje op televisie besteed aan BDSM, dan komt steevast een professionele Domina voor de camera om uit te leggen wat BDSM is en prompt wordt weer dezelfde oude vertrouwde mestkar leeggestort over de goedgelovige bevolking. Ik kan die teksten inmiddels dromen. In veertig jaar is er bijna geen woord aan veranderd.

Een Domina, meestal van middelbare leeftijd, die al langer op het vaste telefoonlijstje van de redactie van een praatprogramma staat komt aan het woord: ‘Ja hoor, al mijn klanten zijn in het dagelijks leven vaak heel belangrijke mannen.’ Presentator of presentatrice met een schunnige glimlach om de lippen: ‘Ook mensen uit de politiek?’ Oude Domina: ‘Ja hoor, juist heel veel mensen uit de politiek!’

O, wat kan ik me dan ergeren… Het spijt me zeer. Ik wil niet arrogant of naar overkomen, maar het kan toch niet idioter? Je gaat toch ook geen high class escort in een praatprogramma uitnodigen om uit te leggen wat echte heteroseksuele liefde is?

Als ik dit soort dingen aan de keukentafel met vrienden of kennissen bespreek en er nog wat langer over doorzeur omdat het nu eenmaal mijn stokpaardje is, dan ontstaat vaak de indruk dat ik iets tegen professionele Domina’s heb in het algemeen, terwijl ik vrijwel dagelijks met ze werk als fotograaf. Of dat ik een zekere minachting voor Femdom voel.

Is dat zo? Als ik helemaal eerlijk ben, moet ik toegeven dat niet alles in mijn ogen zijn charme heeft. Zo kan ik me heel moeilijk verplaatsen in de positie van iemand die 300 Euro neerlegt om een uurtje vernederd te worden door een vrouw die daar haar beroep van heeft gemaakt, maar ik stel nadrukkelijk dat ik me daar niet in kan verplaatsen. Accepteren kan ik het wel.

Het draait namelijk allemaal om acceptatie, niet om inleving. Ik begrijp ook niet zoveel van twee getrouwde mannen met een aangenomen kind die de hele avond zoet kunnen brengen met een discussie over spaarzegels van de Albert Heijn, maar mocht het onverhoopt weer eens oorlog worden, dan kunnen ze bij mij wel onderduiken.

[ Deze bijdrage werd eerder gepubliceerd op thekinkyweb.nl ]

Geplaatst op

Handige Harry

Het was vier uur ’s nachts. De tafel waaraan ik zat lag vol met sigarettenas en geheugenkaartjes van verschillende camera’s. De fles Wodka was half leeg en ik keek op het scherm naar een foto die mijn partner/assistente gemaakt had tijdens mijn fotosessie van een switch/Domina en haar slaaf.

De rillingen liepen over mijn rug. In mijn ogen was die foto zó raak, raker dan ik waarschijnlijk ooit een foto zal kunnen of mogen maken.

Vlak na de fotosessie die ik als bijzonder zwaar had ervaren was ik in een diepe slaap gevallen en nu zat ik midden in de nacht klaarwakker naar mijn eigen resultaten te kijken. De eerste confrontatie met al het beeld dat tijdens een middag is geschoten. Altijd weer een onaangenaam moment omdat ik dan alleen nog kan zien wat ik beter had kunnen doen, niet wat ik met dertig jaar ervaring goed heb gedaan.

Ik straf graag anderen, maar als het om mijn eigen werk gaat, straf ik altijd nog het liefst mezelf.

Het is een beetje oneerbiedig om de jonge vrouw die ik gefotografeerd had ‘Het Meesteresje’ te noemen, maar zo zag ik haar. Een engelachtige verschijning met een heerlijk figuur, niet te dun, niet te dik, precies goed, prachtig blond haar en ogen waaruit bleek dat er achter haar precieze formuleringen en aangename aanwezigheid een voor haar jeugd overvloedige levenservaring schuilging. Kritisch benaderd had ik haar als een levende contradictie kunnen ervaren, maar daarvoor was te charmant en te innemend.

Op de foto van mijn partner was ze maar voor een klein deel in beeld. Centraal in de compositie was de slaaf van wie ik niet veel meer wist dan dat hij een keurige man uit Buitenveldert was die ondanks zijn latex outfit, masker en collar niets van een echte slaaf had. Voordat ik het besefte had ik hem al omgedoopt tot Handige Harry de Hoerenloper die Geen Genoegen Nam met Tien Minuten.

Het werkt namelijk niet altijd even goed om mannelijke slaven die gaan poseren met alle égards te behandelen. Mijn opmerking ‘Handige Harry’ gleed echter zonder doel te raken weer even gemakkelijk van zijn latex outfitje af. Hij was vastbesloten zich niet te laten tutoyeren door een druiloor van een fotograaf, dat was duidelijk. Iets meer succes had ik door hem steeds met mijn schoenen in de juiste positie te duwen en hem de rest van de middag ‘Aalsmeer’ te noemen. Mensen uit Buitenveldert zijn namelijk heel geo-gevoelig als het andere dorpen in de omgeving van Amsterdam betreft.

Harry hield niet van pijn, hij hield eigenlijk ook niet zo van restrictie of opdrachten. Hij was gewoon graag in gezelschap van zijn Meesteres. Daarmee maakte hij mijn werk wel erg moeilijk, maar de fotoserie is er gekomen, ondanks al zijn inspanningen om een goed resultaat in de weg te zitten.

Terug naar de met as en geheugenkaartjes bezaaide tafel en mijn mieze, onuitgeslapen hoofd. Die éne foto van mijn partner… Tegen de etiquette van de fotografie in moest ik daar gewoon wat mee doen en wat lag er meer voor de hand dan een leuk bericht op Facebook te plaatsen om haar de credit te geven die ze verdiende, maar terwijl ik mij dat bedacht sloeg de somberheid toe. Niet dat de foto op wat voor manier in strijd was met de algemene voorwaarden van Facebook, maar opeens herinnerde ik me hoe vaak ik had meegemaakt dat Facebook een profielpagina of een zakelijke pagina simpelweg had verwijderd. Vroeg ik om een reden dan kreeg ik steevast te horen dat ik mij schuldig maakte aan obsceniteiten.

Ik schonk mezelf nog eens gul in en bedacht me wat er in de hele godvergeten wereld obscener kon zijn dan de stroom nonsens die elke dag weer van de Facebook feed een open riool maakt. Ik was even in de war, verdrietig en vooral kwaad.

Uren later, na een discussie met allerlei lieve mensen die dagelijks zwakbegaafde tegeltjes plaatsen op Facebook, die ze eerst van een andere site geroofd hebben, besloot ik mijn profiel te deactiveren.

Zo ziet u maar weer, een simpele fotosessie kan meer losmaken in een oude man dan menigeen zou verwachten. Het is dan ook niet zo’n makkelijk vak als het op het eerste gezicht lijkt. Zeker niet als je het als je plicht ziet om helemaal open te staan voor de emoties van anderen.

Daarmee kan veel van wat je zelf denkt te zijn tijdelijk in een zompig moeras verdwijnen.

[ Deze bijdrage werd eerder gepubliceerd op thekinkyweb.nl ]

Geplaatst op

De perfecte aanslag

Tien jaar geleden had ik als laatste der Mohikanen nog een roomwitte bakelieten telefoon, waarvan de hoorn een trilfunctie had zoals je die ook bij mobiele telefoons aantreft, alleen was dat trillen een onbedoelde bijkomstigheid omdat de bel in het toestel te groot en te zwaar was voor de behuizing. Het apparaat dwong wel tot opnemen, want het geproduceerde geluid ging door merg en been.

Dus ik nam dan ook vrijwel acuut op met mijn katerige hoofd toen het apparaat op een zaterdagochtend veel te vroeg begon te rinkelen. Ik luisterde naar een stem die goeddeels in een voor mij geheel onbekende taal van wal stak en aan het einde van de monoloog abrupt weer ophing.

Ik ben wat traag ‘s ochtends en boven de eerste koffie drong pas echt tot me door dat er toch wat Nederlands in het betoog van de beller was gebruikt. Zo had de man in het begin ‘U bent politiebureau?’ gezegd zonder mijn antwoord af te wachten en later had ik ook nog de woorden ‘bom in plastic tas’ en ‘centraal station’ verstaan.

Dat ik kennelijk voor een receptionist van de politie was aangezien, intrigeerde me. Ik besloot de telefoonnummers van de Amsterdamse politiebureaus op te zoeken en inderdaad mijn telefoonnummer verschilde maar één cijfer met dat van een politiebureau aan de andere kant van de stad.

De koffie viel niet helemaal lekker, aanlengen met Wodka hielp ook al niet, dus ik besloot weer naar mijn slaapkamer te gaan en op weg daar naartoe zag ik uit het raam dat het een prachtige zomerse dag was. De Haarlemmerstraat was ondanks het vroege uur al volgestroomd met lieden in fleurige kleding en in mijn verbeelding liepen ze allemaal als lemmingen richting Centraal Station en de aldaar geplaatste bom.

In een vlaag van blinde burgerzin besloot ik de politie te informeren.

Vier uur later had ik een gummizool van de Nederlandse inlichtingendienst over de vloer, die ik uiteraard eerst moest uitleggen dat ik niet zelf van plan was een aanslag te plegen. De man had de merkwaardige gewoonte om vrijwel elke zin te beginnen met: ‘We mogen dit eigenlijk niet vertellen, maar…’

De eerste directe vraag die hij stelde was of ik kon vertellen welke taal de beller had gesproken. Ik had geen idee. Het had Fries kunnen zijn, Chinees of Fins. Dat antwoord was niet voldoende. ‘Hoe klonk het dan?’ vroeg hij. ‘Nou,’ zei ik, ‘het klonk nogal gutturaal…’

Dat woord kende hij niet. Ik moest het nadoen. ‘Guh, ghèh!’ papegaaide ik, terwijl ik onbedoeld wat bronchiaal slijm omhoog werkte.

“Ah! Arabisch!’ concludeerde de ambtenaar met een tevreden glimlach.

De rest was snel geregeld. Ging ik ermee akkoord dat zijn dienst mijn telefoon een tijdje afluisterde voor het geval dat de beller zich weer zou melden? Natuurlijk ging ik daarmee akkoord. Het benodigde formuliertje voor toestemming had hij helaas niet bij zich, maar ik stelde hem meteen gerust.

Luister jij maar lekker mijn telefoon af, dacht ik, dan kun je met mij concluderen dat mijn vriendinnen die zo uit de serie ‘Sex And The City’ gestapt zouden kunnen zijn bij elkaar opgeteld qua empathisch vermogen minder waard geacht mogen worden dan de gemiddelde raamprostituee.

Ik verkneukelde me al bij de gedachte dat ze al dat zinloze geroddel van de dames moesten gaan filteren op verborgen mededelingen over op handen zijnde terroristische aanslagen. In het trapgat vroeg ik de ambtenaar nog wel voor de zekerheid of ik mijn zoon moest informeren dat hij vandaag beter het Centraal Station kon mijden op weg naar huis. ‘Nee,’ zei de man, ‘daar is geen enkele reden toe. Die Moslims bellen om de dag de politie dat ze een bom hebben neergelegd op het Centraal Station en als we dat allemaal serieus moeten gaan nemen…’

Nog een paar weken daarna vertelde ik, in de wetenschap dat alles wat ik zei geregistreerd werd, met veel plezier aan iedereen die belde uitgebreid over al de zaken die de ambtenaar verteld had vanaf de aanhef: ‘Ik zou dit eigenlijk niet mogen vertellen, maar…’

In die tien jaar is er nooit een bom ontploft op het Centraal Station. Er is eigenlijk nergens een bom ontploft in dit land, maar voor het aftappen van een telefoon of Internetverbinding denkt geen enkele ambtenaar nog een formuliertje nodig te hebben.

Eigenlijk heb ik nooit meer aan het incident gedacht, totdat ik gisteren mijn assistente met een zak eierkoeken binnen zag komen. ‘Die werden uitgedeeld op het Centraal Station. Gratis!’

Opeens zag ik het helemaal voor me. De perfecte aanslag op een Nederlands station zou toch wel zijn om eierkoeken uit te delen met een traag werkend gif erin. Want als je zo’n kleffe hap gratis aanbiedt, dan weet je zeker dat je vrijwel alleen autochtone Nederlanders treft en niet je eigen broeders en zusters.

Geplaatst op

Nekhernia

Mijn lieve onderdanige en ik zaten te praten aan tafel. We hadden besloten dat we eigenlijk seksuele snobs waren geworden door de jaren heen. Een simpel grapje over vanilla mensen ontaardt bij ons al gauw in een gesprek waarin je alleen maar de woorden ‘vanilla mensen’ hoeft te vervangen door bijvoorbeeld joden of bootvluchtelingen om in te zien hoe naar en discriminerend onze houding wel niet is naar mensen die anders – nou ja, ‘normaal’ zijn.

Een beschamend inzicht dat ons deed besluiten de banden met de rest van de wereld weer aan te halen. Maar hoe? Wat deden die vanilla’s eigenlijk in hun vrije tijd? Televisie kijken? Barbecueën?

Ook die inschattingen waren uitermate discriminerend, besloten we. BDSM’-ers organiseren ook wel eens een barbecue en naar de televisie kijken ze vaak ook. Dat wij daar niet aan deden was irrelevant.

Was er dan geen mooie parallel te vinden met leather of latex parties? Zwijgend zaten we voor ons uit te kijken. De Kamasutrabeurs misschien? Nee, niet echt, want daar zou geen hond meer naartoe gaan als er niet ook een paar spectaculaire BDSM-acts waren.

Opeens hadden we het. Swinger Parties!

Natuurlijk! Op bezoek bij de natuurlijke vijand van alles wat BDSM is. Al snel hadden we zo’n site aangeklikt waar die mensen samenkomen. Maar waren we eigenlijk wel op de juiste plek, vroegen we ons al snel af, terwijl we keken naar lieve huisvrouwen met corsetten, polsboeien en zweepjes. Uit de profielteksten bleek dat het vooral mensen betrof die uit waren op een ‘klik’ en daarmee doelden ze overduidelijk niet op een bestaand geluid.

Mensen die ook niet bang waren voor ‘een verdwaalde hand’ terwijl ze toch echt te jong leken om fans van the Addams Family te kunnen zijn geweest, een televisieserie waarin ooit een loslopende hand een indrukwekkende bijrol had.

Ook was het geniffel niet van de lucht toen we lazen over vrouwen van vijftig die al sinds het begin van hun huwelijk ‘bischierig’ waren, zonder op dat vlak kennelijk enige vooruitgang te hebben geboekt.

Toch nodigden we zo’n stel uit. Hij had zijn haar keurig in de scheiding, droeg extreem katholieke schoenen en zij had een shawltje om. Ongevraagd stalde hij bij binnenkomst zijn ‘sexy lingerie’ uit op tafel. Zo op een hoopje zag het eruit alsof hij zijn ongewassen onderbroeken had meegebracht. Ondertussen werkte zijn echtgenote binnensmonds mompelend een flesje rode wijn weg, af en toe uitbarstend in een geheel niet bij haar tengere postuur passende keiharde schaterlach.

We keken elkaar aan en we dachten duidelijk hetzelfde: ‘Dat gaat nog wat worden met die twee.’

Op een gegeven moment waren we het gebeuzel over koetjes en kalfjes zat en stelde ik voor dat we maar eens wat gingen doen. Ik had geen zin om een beetje oud te gaan zitten worden aan die tafel.

Gewoontegetrouw draaide ik in bed de tepels van de vrouw een volle slag in de rondte waarna zij rood aanlopend van woede mijn tepels pakte en er knoerthard in kneep. Ik stond meteen naast mijn bed. ‘Wat flik je me nou?’

‘Nou, jij doet dat met mij, dan mag ik dat bij jou toch ook doen?’

‘Sinds wanneer, godverdomme?’

Uiteindelijk heb ik me om erger te voorkomen maar laten aftrekken, maar het wijnhoofd kende waarschijnlijk het verschil tussen een besneden en een onbesneden pik niet, want ze begon met veel geweld mijn niet aanwezige voorhuid over mijn eikel te schuiven. Van pijpen had ze nooit gehoord die vrouw, of misschien had ze gewoon al teveel SOA-tjes opgelopen om daar nog warm voor te lopen. Dat ik uiteindelijk klaar wist te komen met twee miezerige druppeltjes zaad werd mijn redding. Ze keek ernaar en de teleurstelling was duidelijk niet gering.

Mijn lieve onderdanige had bij aanvang van de seks in haar oor gefluisterd gekregen: ‘Vooral niets doen waar je geen zin in hebt.’ Ze was van de gedachte alleen al terstond droog geworden. Die man met zijn mooie Viagrapotlood had kennelijk toch iets aangevoeld, want ondanks haar eindeloos durende gepijp had hij niet klaar kunnen komen.

Daar zaten we dan de volgende ochtend. Zij met een halve heknernia van het zinloze pijpen en ik met een blauwe penis in een dikke laag Nivea om de huid op mijn eikel wat herstel te bieden.

‘Ach, het waren eigenlijk best wel aardige mensen,’ zei mijn onderdanige.

‘Ja, maar niet zo goed voor ons medisch welzijn,’ antwoordde ik, terwijl ik zachtjes haar nek masseerde.

[ Deze bijdrage werd eerder gepubliceerd op thekinkyweb.nl ]

Geplaatst op

Opa vertelt (3)

Waarom zou de hoofdredacteur van een blootblad in zijn vrije tijd tijdens het masturberen ook nog iets geils moeten verzinnen, dacht ik vaak toen ik decennia geleden voor het eerst een cassette met porno in mijn VHS-recorder stopte.

Die gedachte werkte voor mij heel goed. Ik hoefde er immers ook niet voor naar de videotheek. De redactie kreeg ‘ter recensie’ dozen vol pornotapes aangeboden.

Heeft u wel eens getracht een goede recensie te schrijven over een pornofilm? Niet doen. Dat is pas echt zwaar werk, zo kan ik u uit ervaring melden.

Hoewel de distributeurs wel degelijk ook BDSM-porno in hun aanbod hadden, kreeg ik die video’s nooit toegestuurd. Misschien wilden ze netjes overkomen, of ze zagen mij in het door de uitgeverij voorgeschreven driedelig kostuum als een degelijke man die alleen van recht-op-en-neer hield.

Al snel keek ik niets anders meer dan porno. Niet dat ik voortdurend met een Kleenexje in de vrije hand pontificaal midden op de bank zat te masturberen. Dat gebeurde wel eens maar die porno had vooral een schemerlampfunctie. Daarmee voorkwam ik dat ik na een dag van tien uur gesodemieter op het werk ook nog eens via de buis met het leed van de rest van de wereld geconfronteerd moest worden. Als ik dat prettig had gevonden, dan was ik wel in de reguliere journalistiek gebleven.

Behoefte aan BDSM-porno had ik eigenlijk ook niet, want er was genoeg BDSM in mijn privéleven. Zelfs mijn werk zag ik als BDSM. De redactie had ik opgedeeld in twee groepen: onderdanigen en dominanten. De onderdanigen kregen van mij ruim waar ze recht op hadden en de dominanten werkte ik bewust of onbewust via een bijzonder soepele interpretatie van het ontslagrecht langzaam maar zeker de deur uit.

Het duurde dan ook tot de komst van het Internet dat ik voor het eerst besloot dat ik nu wel eens een goede BDSM-porno wou zien. De eerste film die ik binnenhaalde was een vergissing. Althans dat dacht ik.

Wat ik te zien kreeg waren twee dames in een schuur die gevuld was met SM-attributen. Zo was er een heuse rekbank die niet echt voor het oorspronkelijke doel gebruikt werd, maar waarop een dame met zestien lagen foundation amechtig lag te hijgen en haar met latex bekleedde kont als een krolse kater in de richting van haar tweelingzus bewoog, die met zo’n rubberen lebberzweepje stond te zwaaien.

Wanneer ze dat zweepje ook daadwerkelijk gebruikte, dan leek dat uitsluitend bedoeld te zijn om het latexkontje van haar zusje af te stoffen. Een actie waarna de beide dames, in wat een gezamenlijke astma-aanval leek, de hoofden naar elkaar toe bewogen om elkaars suck-proof lipstick te bevochtigen. Dit ging zo maar door. Drie kwartier, misschien wel langer. Ik heb het einde niet gehaald.

Alles wat ik verder van het web haalde leek door diezelfde productiemaatschappij of door geestverwanten gemaakt te zijn en al snel gaf ik mijn gespeur naar goede BDSM-porno op.

In plaats daarvan vond ik bioscoopfilms (vaak geschikt voor alle leeftijden) waar de BDSM als het ware van afspatte, zonder dat dit in de verste verte de bedoeling leek te zijn. Uit die films zou ik graag een selectie maken om die opnieuw vanuit een BDSM-optiek van een goede recensie voorzien.

[ Deze bijdrage werd eerder gepubliceerd op thekinkyweb.nl ]

Geplaatst op

John M. HD Test XC10

Updated – So, this is the second raw edit of a quick and dirty short production featuring Dutch photographer John Melskens. The edit is far from definitive and a lot needs to be done on sound. I forgot my wind cover for the microphone.

Shooting time: approx. 2 hours
Editing time: approx. 6 hours

Geplaatst op

Accubak

Als je met een blij gezicht meldt dat je Sadist bent, dan kan het zomaar gebeuren dat mensen je op de verkeerde manier serieus nemen, maar de kracht van een woord is als een aandeel op de beurs, voortdurend aan koerswisselingen onderhevig.

Een inwoner van een Syrisch dorp die gezien heeft hoe zijn familieleden door IS-milities op slordige wijze met een legermes onthoofd werden en zelf ternauwernood de dans weet te ontspringen om naar Malta of Kos te vluchten heet al snel een gelukszoeker omdat er ook wel mensen naar Europa komen uit zuiver materiële overwegingen.

De uitzonderingen bepalen in zo’n geval de betekenis van een woord. Zo bestaat er een levensgroot inhoudelijk verschil tussen de woorden voetbalsupporter en voetbalvandaal, maar dat is alleen maar zo voor mensen die geen hekel aan voetbal hebben. Heb je wel een hekel aan voetbal dan betekenen die twee woorden vrijwel exact hetzelfde.

Zo wordt het woord sadist voortdurend gekoppeld aan mensen die dieren of even erg mensen ondraaglijk leed verschaffen. Seriemoordenaars worden vaak sadisten genoemd, omdat ze hun slachtoffers soms langdurig laten lijden voordat ze hen van kant maken.

Welke zichzelf respecterende Sadist zou in godsnaam willen dat er een onomkeerbaar einde kwam aan het leed van zijn of haar slachtoffer? Dat is contraproductief. Of zoals het in dagelijks taalgebruik heet: het moet ook niet gekker worden.

In mijn ogen is een sadist vooral iemand die zich bewust is van het feit dat er vele wegen zijn die naar Rome leiden wanneer het lichamelijk en geestelijk genot betreft.

Uiteindelijk zijn onze hersenen niet meer als een in smurrie gehuld neuraal netwerk dat in een soort accubak drijft. Verhoog je of verlaag je zuurgraad binnen die accubak dan zoekt het neurale netwerk naar andere verbindingen, vrolijk stofjes aanmakend die voor plezier, angst, tevredenheid, opwinding of bevrediging zorgen.

Met wat voor accubak je ook geboren bent, er valt weinig aan te veranderen. Psychologen willen nog wel eens wat cosmetische resultaten bereiken en natuurlijk kun je die accubak van buitenaf beïnvloeden met medicijnen of genotsmiddelen maar dat is tijdelijk. Het neurale netwerk zal zonder die beïnvloeding altijd weer terugkeren naar de standaardwaarden.

Als we de diversiteit in mensen willen respecteren en accepteren, dan is er geen evenwichtiger huwelijk denkbaar dan tussen iemand die genot verkrijgt aan het veroorzaken van pijn en iemand die bevrediging bereikt door het ontvangen van die pijn.

Politiek correct is het niet, maar de politiek is dan ook over het algemeen zelf ook verre van correct.

[ Deze bijdrage werd eerder gepubliceerd op thekinkyweb.nl ]

Geplaatst op

Bull Whips

Gaat u wel eens naar BDSM workshops?

Ik niet. Waarom weet ik niet precies, want er zijn toch hele goede workshops, maar over het algemeen worden ze toch georganiseerd door charmante, ondernemende types die van hun hobby hun werk hebben gemaakt.

De wijsheid die ze te delen hebben komt vaak niet veel verder dan het motto: uw financiële bijdrage vult mijn uitkering voldoende aan om zelf ook weer wat speeltjes te kunnen aanschaffen.

Wel ben ik eens puur bij toeval in een workshop beland die gegeven werd door een Amerikaan die alles van bull whips wist. Hij kon die zwepen laten zingen en knallen dat het bijna kunst was. Het kon haast niet anders of hij had op koeien geoefend want zoveel zwierigheid bereik je alleen als je niet bang hoeft te zijn al te blijvende schade aan te richten.

De workshop vond plaats in Antwerpen en de bezoekers van de workshop kwamen voor het merendeel uit Rotterdam, de stad van de mensen die alles graag grondig aanpakken. Zo zag ik een man met een hagelnieuwe bull whip die zeker meer dan vier meter lang was en naast hem stond een anderhalve meter hoge, hooguit 45 kilo wegende onderdanige echtgenote met het uiterlijk van de ideale huisvrouw. Ik kon alleen maar hopen dat hij het gevaarte niet in een flatje te Spijkenisse ging uitproberen.

Die Amerikaan was tijden bezig zijn zwepen uit te stallen en de Rotterdammers stonden met serieuze blikken aan de bar te wachten met een glaasje water.

Zelf was ik net klaar met een fotografiesessie in diezelfde dungeon, dus ik liep me wat te vervelen in afwachting van het bestelbusje dat mij en mijn apparatuur terug zou brengen naar huis. Ik schonk mezelf wat in, probeerde de bezoekers wat op stang te jagen door op een breedgebouwde twee meter hoge Dominant af te lopen en te vragen of die van hem ‘ook zo lekker lang, stevig en dik was’ als die van het mannetje naast hem.

Kortom, ik vermaakte me wel.

Ik zag hoe de Amerikaan een champagnekurk met een draadje aan het plafond bevestigde en keek toe hoe de leergierige bull whip bezitters langzaam de dungeon inliepen om zichzelf op te stellen bij de achterste muur. Daar stonden ze dan met hun ernstige blikken. De sfeer was bijna religieus te noemen.

Ik graaide wat door de bull whips op zoek naar eentje met een bijzonder mooi afgewerkt handvat. Ik vond er een en kon het opeens niet laten om te proberen of ik ook zo’n mooie knal met de zweep kon laten weerklinken als de Amerikaan mij eerder had voorgedaan.

De knal oftewel de ‘whip crack’ lukte in het geheel niet. Wel hoorde ik het droge gestuiter van de champagne kurk die door de ruimte kaatste. Ik had het ding niet eens zien hangen op dat moment, laat staan dat ik had getracht het te raken.

Ik draaide me om en ik keek naar de Rotterdammers die mij met open mond stonden aan te staren. Het was zo’n moment als in een avonturenfilm. Vlak voordat de hoofdpersoon in de pan stapt om door de wild beschilderde inboorlingen gaar gekookt te worden, besluit de medicijnman hem tot god te verheffen, waarna al die met speren dreigende woestelingen op hun knieën vallen om hun nieuwe god te eren.

Zoals iedereen ben ik extreem gevoelig voor bewondering, zeker wanneer die niet verdiend is, dus ik schonk mezelf nog eens een aantal malen ruim in en toen ik eenmaal op het punt stond om ook op mensen te gaan oefenen wist mijn assistent me gelukkig met zachte dwang naar het bestelbusje te begeleiden.

[ Deze bijdrage werd eerder gepubliceerd op thekinkyweb.nl ]

Geplaatst op

Vermoeiende onderdanigen (m/v)

Af en toe wil ik even een paar weken niet meer aan BDSM herinnerd worden. Ik koester grote bewondering voor mensen die spreken over hun BDSM-leefstijl, maar zelf kan ik me daar niet alles bij voorstellen. Ik zie me bijvoorbeeld nog niet zo makkelijk in leren pak met een bull whip aan de riem naar een zakelijke afspraak gaan.

Helemaal claustrofobisch word ik als ik de afkorting 24/7 hoor. Hoe masochistisch moet je toch zijn als Dominant om elke dag weer van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat een onderdanige (m/v) te entertainen? Als je er niet voor betaald wordt, bedoel ik.

Dat doet me denken aan de eerste slaaf die ik ooit had. Ja, ik ben met mannen begonnen, dat vond ik indertijd makkelijker. Ik was jong en ik had allerlei idealistische ideeën over vrouwen, dus daar waagde ik me als het om Het Spel ging niet zo makkelijk aan.

Het biedt in tegenstelling tot wat men zoal denkt weinig echte voordelen om biseksueel te zijn, maar als Dominant in de BDSM heb je wel aanzienlijk meer keus.

Terug naar die eerste slaaf.

Rinkedekinkel. Ik werd wakker van het geluid van brekend porselein en even later stond mijn slaaf in de deuropening van de slaapkamer. ‘Ik ben stout geweest…’ Door het ene oog dat ik voor de gelegenheid geopend had, zag ik hem staan. Zongebruind, goed getraind lijf, pruillipje en die vertrouwde nietszeggende blik in zijn fletse, blauwe ogen.

‘Sodemieter op! Ik slaap nog.’

‘Je begrijp me niet. Ik heb op-zet-te-lijk drie kopjes stukgegooid. Ik verdien straf!’

Ik sloot mijn ene oog weer, draaide me met een diepe zucht om in bed en wachtte geduldig op de klap van de voordeur. Ik kende het ritueel. Slaafje ziedend op weg naar huis waar hij zichzelf meteen met veel moeilijk doen en zonder hulp van derden in een bondage zou werken. Om dan vervolgens zo geil heen en weer te draaien in zijn bed dat het sleuteltje van zijn boeien van het nachtkastje afkletterde zodat hij – zoals eerder gebeurd was – 16 uur moest liggen roepen voordat de buren de politie belden om hem te bevrijden.

Stampvoetend stond hij dan voor mijn deur. ‘Het is allemaal jouw schuld! Jij geeft me niet wat ik hebben wil. Heb je wel enig idee hoe vernederend het is als de hele buurt om de hoek staat te kijken als de politie je je moet komen bevrijden uit je eigen bondage?’

Ja, daar had ik beeld bij. Heel vrolijk beeld zelfs.

‘Ik heb nog drie kopjes van je tegoed, muts,’ zei ik terwijl ik met een grijns een veel te schurend henneptouw over de balken in mijn woning wierp. ‘Ga daar maar staan. Kinnetje omlaag, beentjes bij elkaar en armpjes omhoog.’

Een prima humeurtje had ik dan. Af en toe moest hij gewoon even een paar dagen oprotten. Dan was alles weer goed.

[ Deze bijdrage werd eerder gepubliceerd op thekinkyweb.nl ]

Geplaatst op

Luxaflex

Veel mensen in mijn vriendenlijstje hebben een door mij gemaakte foto als hun profielfoto gekozen. Ik hou nu eenmaal van mensen en ik probeer hen zo voordelig mogelijk weer te geven. Dit tegen de verdrukking in van digitale camera’s die genadeloos de kleinste voor het menselijk oog amper zichtbare imperfectie weergeven. Lukt me dat, dan denk ik vaak; ik ben eigenlijk een sufferd ook, want ik zou goud geld kunnen verdienen bij een mortuarium met het toonbaar maken van verkeersslachtoffers.

Foute humor, ik weet het, maar het editen van foto’s kan soms een zware taak blijken. Dat ligt niet aan de mensen die ik fotografeer, maar aan het aantal megapixels van de gemiddelde professionele camera.

Afgelopen zaterdag had ik voor de verandering weer eens een flesje drank op en ik zag in de feed van Facebook de ene na de andere foto die ik gemaakt had achter een regenboog Luxaflex verdwijnen.

Nu ben ik als BDSM’er altijd een beetje jaloers op de acceptatie in de maatschappij van LBGTQ-mensen en bovendien hou ik er al helemaal niet van dat er maar wat met mijn foto’s aangerommeld wordt.

Dus plaatste ik in een opwelling de tekst: ‘Ik kom hier pas weer terug als jullie klaar zijn mijn foto’s te verneuken met regenboogvlaggetjes.’

Riskante tekst, want je wordt zomaar gezien als iemand die tegen gelijke rechten in algemene zin is. Zelfs als je een gediplomeerd biseksueel als ik bent, kun je je daar maar beter niet aan bezondigen.

Ik heb ooit eens gesteld (op basis van eigen negatieve ervaringen) dat ik een fel tegenstander was van het heterohuwelijk en dat werd meteen door bevriende homo’s en gender benders opgepakt als een gerichte aanval op het homohuwelijk. Dusdanig zo dat ik bij het passeren van het homo-café op de hoek uitgejoeld werd door een klein groepje mensen dat ik – voor een deel ook in vleselijke zin – goed had leren kennen.

Natuurlijk valt er met LBGTQ-mensen altijd prima te praten. Soms denk ik dat ze meer voldoen aan het beeld van voorbeeldburgers dan de gemiddelde ambtenaar die zijn leven duttend achter een bureau verslijt.

Dus ik ging een gesprek aan met de man achter het aids-magazine ‘Hello, Gorgeous!’ Het kostte weinig moeite om hem uit te leggen wat ik bedoelde. Een geanimeerd gesprek dat plotskaps toch een nare wending kreeg toen hij blijmoedig opperde: ‘Maar de meeste BDSM’ers zijn toch slachtoffer van incest of seksueel misbruik? Je gaat me toch niet vertellen dat het over het algemeen geestelijk gezonde mensen zijn die zich met BDSM bezighouden?’

Daar was ik even stil van. Waar kwam zijn wijsheid vandaan? Niet uit recent wetenschappelijk onderzoek.

Mijn conclusie was helder. Niet gediscrimeerd willen worden, betekent vooral dat je zelf moet stoppen met het discrimeren van anderen.

[ Deze bijdrage werd eerder gepubliceerd op thekinkyweb.nl ]