Geplaatst op

Motregen

Dit beeld fascineert me. Het is een foto die ik meer dan een jaar geleden op de Nieuwmarkt heb gemaakt. Ik was speciaal voor fotografie naar buiten gegaan omdat het zachtjes regende.

Dan is het licht zo mooi en mensen gedragen zich weer alsof ze gewoon op een stoep lopen. Bij mooi weer flaneert men. Dat levert vrolijk beeld, maar ik zie mensen graag een beetje introvert.

Deze twee vrouwen zijn teleurgesteld misschien, omdat ze zich voor een zonnige dag gekleed hebben en nu motregent het opeens.

Ze lijken geen toeristen te zijn. Hun kleding en gezichtsuitdrukking doen me denken dat ze in Amsterdam of omgeving zijn geboren.

Ze zien eruit alsof ze wel eens een pilletje, een jointje, of een snuif hebben geprobeerd. Waarschijnlijk vaker dan we ‘recreatief gebruik’ zouden noemen. Het zou me niet verbazen als de vrouw rechts in beeld ook wel eens naald in haar arm stak om het hoofd even stop te zetten.

Hoe dan ook zijn het overlevers, dat straalt je tegemoet. Mocht deze stad ooit dreigen te vergaan, dan loop ik achter hen aan. Ze kennen de weg en ze hebben waarschijnlijk genoeg rottigheid meegemaakt om niet bij de eerste tegenslagen alle hoop te verliezen.

Geplaatst op

Oude mannen op een terrasje

Oude mannen op een terrasje
© Hans van der Kamp

Omdat ik in het centrum van Amsterdam woon krijg ik vooral in de zomer regelmatig bezoek van mensen die ik al lange tijd uit het oog heb verloren en die mij zeker niet bezocht hadden zou ik in Schin op Geul wonen. Zo kwam het dat een aantal weken geleden een Brit op mijn stoep stond. Ik herkende hem niet en ook zijn naam kwam mij in eerste instantie slechts vaag bekend voor. Reden genoeg om hem niet meteen binnen te vragen, maar hem naar een van de vele terrasjes voor de deur te loodsen.

Hij bleek uitgever te zijn en hij was net zoals ik de zestig ruim gepasseerd. Ik vroeg mij af waar wij ooit zo’n hechte band hadden opgebouwd dat hij zonder aankondiging bij mij aan durfde te bellen. Al snel noemde hij de naam van zijn uitgeverij en toen begreep ik ook dat ik wel eens voor hem had gewerkt, maar dat alle contacten via E-mail waren verlopen. Waarom ik voor hem geen raadsel was en hij voor mij wel werd nu ook een stuk duidelijker. Ik stond met mijn kop en adresgegevens op mijn website en hij had op de website van zijn uitgeverij een foto van een prettig ogende blondine staan, een dame die, zo begreep ik, pro forma voor alle uitgaven en commentaren tekende.

Je zou zoiets misleidend kunnen noemen, maar ter verdediging van de uitgever mag gesteld worden dat hij een onaangename verschijning is wat de verkoop van zijn boeken waarschijnlijk niet ten goede komt.

Hij beheert het soort uitgeverij waar ik liever niets mee te maken heb. Een late constatering, want ergens in de jaren negentig had ik wel degelijk meegewerkt aan een van zijn uitgaven, een boek over naaktfotografie. Hij had me enthousiast gekregen voor het project door me prachtig vormgegeven spreads toe te sturen. Dat had kennelijk indruk op mij gemaakt, want ik had een aantal werken ingestuurd. Het presentexemplaar viel echter enorm tegen, omdat het formaat niet A4 was zoals beloofd maar A5, waardoor het werkje de uitstraling kreeg van een ouderwets seksboekje.

Nu ik weer helemaal bij was, kon ik mijn aandacht geheel op de toegeschoven drankjes richten.

‘Was jij niet op zoek naar een uitgever?’ vroeg hij bij de derde joviale toast.

‘Niet echt,’ zei ik. ‘Ik heb twee boeken in gedachten als afsluiting van mijn carrière als fotograaf, maar ik zie steeds minder de noodzaak van een uitgever als tussenpersoon. Voor mij is een uitgever vooral iemand die over een goede distributie beschikt, maar nu distributie voor iedereen toegankelijk is, zie ik…’

‘Dat is nou precies waar je denkfout zit,’ onderbrak hij me geïrriteerd. ‘Je vergeet dat jouw werk in de tijd van #metoo eigenlijk niet meer kan. En zeker niet gedistribueerd via het internet.’

‘Waarom zou mijn werk niet meer kunnen in het tijdperk van #metoo?’ vroeg ik hem. ‘En bovendien… Waarom zou jij dan wél geïnteresseerd zijn?’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Je begrijpt echt niet wat leeft bij vrouwen in deze tijd! Jij blijft een provocateur met oogkleppen. Wat jij nodig hebt is iemand die de juiste selecties maakt. Kortom: een goede uitgever.’

Inmiddels had ik op mijn telefoon ook zijn website te pakken en ik zag dat Sonya, het gezicht van de uitgeverij sinds 1996 nog steeds de voorpagina sierde. Ze was geen dag ouder geworden.

Ik draaide de telefoon naar hem toe en zei: ‘Ik hoef toch geen trieste verhalen van die Sonya aan te horen als ik door jou uitgegeven wil worden?’

Die opmerking had ik beter voor me kunnen houden. Er volgde een lange lezing over de gevoelens van de moderne vrouw en als ik ergens een hekel aan heb is, dan is het wel mannen die mij uitgebreid gaan zitten uitleggen wat vrouwen beweegt.

Ik kreeg er vooral dorst van. Ik was een beetje brak toen ik mijn etage weer betrad, maar ook heel trots dat ik hem nog een uurtje door had laten kletsen zonder echt ruzie te krijgen. Ook mijn standaardopmerking naar Britten dat de tunnel tussen hen en het vasteland een beroerd idee was, had ik voor me weten te houden, terwijl ik na een paar glaasjes toch altijd graag op mijn stokpaardjes terugval.
 

Geplaatst op

Aanstellerij in de fotografie

Aanstellerij in de fotografie

Als kop had ik ook gewoon ‘analoge fotografie’ kunnen kiezen, maar ik vind analoge fotografie in deze tijd nu eenmaal aanstellerij. Zo denk ik daar overigens pas sinds kort over. Toen ik in 2000 langzaamaan overschakelde naar digitale fotografie kon ik me uitstekend voorstellen dat veel mensen besloten om gewoon door te fotograferen op film. Die manier van werken heeft immers een eigen signatuur en in die tijd was ook niet iedereen voldoende handig met een computer om prettig digitaal te werken.

Voor mij kwam de digitale fotografie als een verademing. Ik heb in mijn jeugd voor de Utrechtse Foto Afdrukcentrale (UFAC) gewerkt als ‘chef handwerk’. Een amusante benaming voor een functie die verre van lichtvoetig was. Ik stond de hele dag in een donkere ruimte ter grootte van een ruim toilet, naast een collega die het niet zo nauw nam met hygiëne, om foto’s af te drukken voor vakfotografen. Het werken met fotopapier zorgde voor veel paper cuts, nare wondjes aan de vingers die het werk bemoeilijkten. Al snel ontdekte ik dat ik die wondjes op eenvoudige wijze kon behandelen door mijn handen vijf minuten in het fixeerbad te dompelen. Dichtschroeien, zo noemde ik dat.

Na een aantal maanden ontwikkelde ik wat we toen nog ‘dokaziekte’ noemden. Ik hoefde maar in de buurt van een donkere kamer te komen of ik kreeg overal jeuk en in een later stadium ook eczeem. Voordat mijn werk echter geheel ondoenlijk was geworden, werd ik al door de toen nog bijzonder actieve Dienst Arbeidsinspectie van verdere activiteiten bij de UFAC bevrijd. In plaats daarvan kreeg ik een uitkering die twintig procent hoger lag dan mijn laatstverdiende salaris, plus een mogelijkheid tot omscholing.

Dat was een mooi sociaal gebaar van de Arbeidsinspectie, maar van die allergie voor bepaalde chemicaliën kom je niet zo maar af. Zelfs decennia later moest ik mijn tijd in de donkere kamer tot een minimum aantal uren beperken om niet weer dezelfde verschijnselen te krijgen.

Het lag dus voor de hand dat ik de digitale fotografie vanaf het prille begin zou omarmen, al waren er nog veel beperkingen.

Inmiddels fotografeer ik 18 jaar digitaal en ik doe geen enkele moeite het digitale aanzien van mijn foto’s te verhullen, net zo min als ik ooit moeite heb gedaan om mijn analoge foto’s een andere uitstraling te geven door ze bijvoorbeeld op canvas af te drukken.

Toch heb ik nu het uitzicht op een paar weken vrij en ik ga weer eens als vanouds analoog fotograferen. Gewoon om dat gevoel weer eens op te halen. Op zoek naar filmpjes kwam ik op het Internet in een wondere wereld terecht van fanatieke fotografen die analoog werken. Ik wist van hun bestaan, ik had ook veelvuldig kennis gemaakt met hun superioriteitswaan, maar nu leerde ik op de vele forums die ik bezocht ook hun werkwijze kennen.

Het eerste wat mij verbaasde was dat vrijwel al deze ‘echte’ fotografen op 135 film werken. Dat vond ik hilarisch. U moet weten dat 135 film nooit en te nimmer voor fotografie is gemaakt, maar voor filmcamera’s. Als je dan toch zuiver in de leer wilt zijn, gebruik dan 120 film, want die is speciaal voor analoge fotografie ontwikkeld. Ik heb daar slechts één keer een opmerking over gemaakt en ik kreeg – uiteraard – alle Leicaliefhebbers op mijn dak. Leica heeft immers als eerste bedrijf fotocamera’s op de markt gebracht die met 135 cinemafilm gevuld dienden te worden.

Over Leica mag je als fotograaf geen kwaad woord zeggen. Leica camera’s zijn peperduur en derhalve heilig. Duur staat in de fotografie voor hoge kwaliteit. Nu heb ik genoeg met Leica’s gewerkt om te weten dat het trage camera’s zijn in vrijwel alle denkbare situaties. Ik roep wel eens – uitsluitend om een Leicafetisjist te sarren – dat de foto’s van Robert Capa gemaakt op D-Day niet zozeer onscherp waren door zijn benarde positie onder mortier- en mitrailleurvuur, maar vooral omdat hij met een Leica fotografeerde.

Leica maakt tegenwoordig ook digitale camera’s maar ik ken niemand die ermee werkt, alleen Poetin’s maatje Medvedev zie ik op televisie wel eens 30.000 Euro aan Leica-apparatuur optillen om een kiekje te maken.

Wat mij echter nog het meest aan de moderne analoge fotograaf stoort is dat ik om de haverklap teksten lees als: ‘Ik laat mijn foto’s niet afdrukken, hoor, want ik dat zou dat oude, vertrouwde gevoel van negatieven inscannen voor geen goud willen missen.’

Verder lezend moest ik tot de conclusie komen dat de gemiddelde analoge fotograaf zijn filmpjes bij de Hema laat ontwikkelen om ze vervolgens in te scannen en te bewerken in Photoshop. Wat is aan dat proces nog analoog behalve de op rommelmarkten vergaarde camera’s?

Ik heb nu besloten een aantal dagen echt analoog te gaan fotograferen. Dus zelf het filmpje ontwikkelen en zelf de foto’s afdrukken op echt fotopapier dat niet uit een printer komt rollen. Waar mogelijk zal ik dezelfde opnamen zowel digitaal als analoog vastleggen. Ik hou u op de hoogte!

Geplaatst op

De gezonde voyeur

Omdat ik mij als fotograaf niet uitsluitend op een thema richt, kom ik regelmatig in aanraking met mensen die ik buiten mijn werk om nooit had leren kennen. Tijdens de productie van een serie over stellen die meer dan twintig jaar samen waren, ontmoette ik een echtpaar waarvan vooral de mannelijke helft mij is bijgebleven. Een goedlachse kale man die in zijn jeugd voetbalhooligan was geweest. In die hoedanigheid was hij regelmatig gearresteerd totdat hij uiteindelijk in verzekerde bewaring werd gesteld en een psychiater kreeg toegewezen.

Die psychiater leerde hem om te gaan met zijn aan voetbal gekoppelde agressie. Sindsdien, zo verklaarde hij, leefde hij een normaal leven. ‘Maar,’ voegde hij er snel aan toe, ‘als PSV speelt, dan trek ik nog steeds een plank uit de schutting en dan ga ik matten, want die jongens van PSV, die gaan echt té ver. Dat heeft verder niets meer met mijn zogenaamde probleempjes te maken.’

Even wist ik niet hoe ik daar op moest reageren, dus ik stelde de redelijk neutrale vraag of de psychiater ook medicatie had voorgeschreven. Dat was niet het geval geweest. Trots meldde hij dat hij zichzelf had genezen.

Vertel, vertel! Ik hing inmiddels aan zijn lippen.

‘Nou, ik had vroeger al dat ik graag naar mensen keek die bezig waren met jeweetwel.’ Ik had inderdaad zo’n vermoeden wat hij bedoelde. ‘En daar ben ik wat mee gaan doen!’

Met een rustige en zelfvoldane blik zat hij tegenover mij. Ik wist niet zo goed wat voor houding ik aan moest nemen. In gedachte was ik nog bij die plank en PSV, maar hij kon niet wachten om uit te weiden over zijn ‘genezing’. Zijn vrouw pakte zijn hand vast en keek hem bemoedigend aan.

‘Ik ben boswachter geworden!’

De uitdrukking op mijn gezicht moet een tegenvaller zijn geweest, want hij riep geërgerd: ‘Boswachter! Amsterdamse Bos! Stelletjes in auto’s. Stelletjes in het struikgewas. Stelletjes achter bomen! Je weet wel!’

Ik had inmiddels ook daar gedetailleerd beeld bij, maar tegelijkertijd kostte het me moeite mijn verbazing te verbergen.

‘Ja, maar daar heb je niet lang gewerkt,’ zei zijn vrouw nu, nog steeds liefdevol zijn hand vasthoudend. ‘Daar ben je heel snel ontslagen.’

Hij duwde geïrriteerd haar hand weg. ‘Ja, godverdomme, maar dat heeft niet aan mij gelegen. Wie had kunnen voorspellen dat die collega van mij opeens op zou staan en naar die auto zou lopen om te vragen of hij mee mocht doen? Dan ben je toch niet lekker bij je hoofd?’

Nu wist ik echt niet meer wat ik moest zeggen. Ik was blij dat zijn echtgenote de draad van het gesprek weer oppakte. ‘Ja, dat ontslag was echt een dieptepunt voor hem,’ vertelde ze. ‘Gelukkig kwam vlak daarna zijn moeder te overlijden en daar hield hij zo’n brommobiel aan over en nou rijdt hij de hele dag in dat karretje met zijn verrekijker door Almere.’

Het woord Almere haalde hem meteen weer uit zijn grimmige overpeinzingen. ‘Ja joh, je hebt geen idee hoe gestoord mensen bezig zijn. Niemand, maar dan ook werkelijk niemand sluit de gordijnen daar en het is de hele dag feest!’

Door zijn enthousiaste op mij gerichte blik begon nu eindelijk tot me door te dringen dat hij in mij als fotograaf een gelijkgestemde ziel zag en in alle andere omstandigheden had ik ook ruiterlijk toegegeven dat elke fotograaf tot op zekere hoogte een voyeur is, maar nu wilde ik mij toch van dit alles distantiëren. Voordat ik die gedachten tot een uitspraak kon dwingen, nam zijn vrouw het weer van hem over.

‘Hij is ook zo lekker naïef, hè?’ zei ze, terwijl ze hem met liefdevolle blik aankeek. ‘Dan heb ik ‘s middags het eten klaarstaan en dan komt-ie maar niet. Dus dan bel ik hem op en dan zeg ik: joh, je hebt geen idee wat je allemaal mist. De buren zijn bezig. En dan staat hij binnen tien minuten voor de deur. Het werkt elke keer weer!’ Ze schaterde van het lachen.

Inmiddels denk ik zeker te weten wat mij wezenlijk van hem onderscheidt. Ik bespied geen mensen. Ze weten dat ik naar hen kijk.

Als ze de deur uit zijn, blijf ik toch met dat verhaal zitten. Ik weet opeens niet meer zo zeker wat het verschil is tussen een verrekijker en een camera. Ook betrap ik mezelf er op dat ik voor me uit mompel: ‘Wie staat er nou in godsnaam op om te vragen of hij mee mag doen?’

Dat zinnetje laat me niet meer los totdat ik begrijp dat met die woorden de kern geraakt werd van mijn vroegste ambities in de fotografie. Ik wilde vooral niet meedoen, niet met de feestjes van school, niet met de sporttoernooien, niet met de concerten. Ik wilde iets veiligs tussen mij en dat alles. Een camera met een piepklein kamertje, waar alleen ik in kon wonen.

Daarmee bleek ik meteen ook niet zo heel anders te zijn dan die man waar ik zo op neerkeek.
 

Geplaatst op

Spuiten, maar vooral slikken

Op mijn telefoon verscheen een onbekend nummer en ik besloot tegen mijn gewoonte in toch op te nemen. Een kinderlijk klinkend stemmetje vroeg of ik Hans van der Kamp was.

Ja, dat was ik, maar er zijn veel mensen die zo heten.

‘U bent toch de Nestor van de BDSM-fotografie?’ vroeg ze.

Ik dacht na of er nog oudere mensen dan ik waren die zich verdienstelijk met BDSM-fotografie bezighielden en ik zag een paar gezichten voor me, maar ik kon er zo snel geen namen aan koppelen. In plaats daarvan probeerde ik de benoeming BDSM-fotograaf wat af te zwakken. BDSM was immers zeker niet het enige thema in mijn werk. Het meisje liet zich echter niet van de wijs brengen.

‘Ik hoor anders van alle kanten dat u de beste BDSM-fotograaf van Nederland bent.’

Als oude man klinken teksten uit de mond van een jonge vrouw al snel als een compliment, maar nu moest ik zonder dat er enig causaal verband was toch denken aan een pornofilm met de titel: ‘Interview met de Koningin van de Anale Seks’ die ik in een ver verleden had gezien. Het meisje had immers gemeld dat ze namens een door jongeren veel bekeken televisieprogramma belde. De vraag of jongeren nog tijd hadden om televisie te kijken, slikte ik tijdig in. Fotografie is geen gouden handel meer en alle aandacht voor eigen toko is meegenomen.

Het werd een gezellig gesprek dat duidelijk moest dienen als een voorronde van een mogelijk later interview in dat televisieprogramma.

Mijn antwoorden op haar vragen waren haar te zakelijk, te neutraal misschien, dus op een gegeven moment haalde zij duidelijk hoorbaar diep adem en kwam ze met de vraag aller vragen. ‘Oké, oké, zo gaat dat dan bij zo’n fotoshoot, maar daarna? Ik bedoel: wat gebeurt er DAARNA?

‘Nou, dan ga ik meestal even een dutje doen,’ antwoordde ik geheel naar waarheid.

Ik hoorde de spanning wegebben. Ik was gezakt voor het toelatingsexamen Sensatie en Vertier, dat was duidelijk.

‘Ja, ik moet natuurlijk voor het definitieve interview nog even toestemming vragen aan mijn eindredacteur, zei ze. ‘Ik bel u over een week terug.’

Dat was een half jaar geleden. Het is beter zo, denk ik.
 

Geplaatst op

Afspraken

Men beweert wel eens dat ik met ouderdom koketteer en die constatering gaat natuurlijk altijd gepaard met de opmerking: ‘Je bent net zo oud als je je voelt!’ Ik wil dan zeggen dat ik me op mijn zestiende al tachtig voelde, maar in plaats daarvan zwijg ik en denk aan het briefje dat ik ooit naast mijn bed vond bij het ontwaken. Een briefje geschreven door een groupie van de Golden Earring die na een concert bij mij was blijven slapen. Kennelijk had de groep geen emplooi voor haar gehad die nacht.

Het papier dat ze daarvoor had gebuikt was op ruwe wijze uit mijn mooiste Chinese cahier gescheurd. Omdat we in bed beland waren zonder eerst de gebruikelijke formaliteiten te doorlopen, wist ze niet hoe ik heette, net zo min als ik wist hoe zij heette. Dus de aanhef was: ‘Aan het alleroudste jongetje van Nederland.’ Daarna volgde een verhaal dat ze op tijd bij de bus van de Golden Earring moest zijn om weer terug te kunnen gaan naar Den Haag. Ik snapte die noodzaak wel, want vaker dan me lief was had ze mij gemeld dat ze geen geld had.

Het alleroudste jongetje. U ziet het, ik verzin die dingen niet zelf. Dus u kunt zich voorstellen hoe oud ik mij voel, nu ik eindelijk tot mijn eigen verbazing na een bijzonder ruig leven toch de 61 heb gehaald. Zo oud dat het eigenlijk niet meer in jaren te vatten is, dus ik zou kunnen zeggen dat ik me voel alsof ik zes levens heb geleefd. Een paar jaar geleden zei men dan nog: ‘Maar je ziet er nog zo jong uit!’ Dat is nu ook voorbij omdat ik het in grote hoeveelheden eten van chocolade als vervanging voor drank heb ontdekt waardoor ik in fat pants  en voor de omvang van mijn buik veel te korte XXL T-shirts door het leven waggel.

Ga ik me daar onzeker over voelen, dan herinner ik mezelf er snel aan dat een mooie jongen zijn in het verleden ook voor een hoop ongevraagd drama heeft gezorgd. Om in de sfeer van deze terugblik te blijven: dan had ik nog een intact Chinees cahier gehad en dan had ik me ook niet hoeven laten pijpen door een groupie die kennelijk dacht dat pijpen bedoeld was om niet alleen je zaad maar meteen ook je ruggenmerg naar buiten te zuigen.

Maar goed, ik kan met mezelf leven. Mijn karakter is uitgekristalliseerd en ik wil me niet meer verontschuldigen voor mijn vele onhebbelijkheden, want ik voel geen noodzaak mezelf nog te veranderen.

Met dat laatste maak ik echter een grote denkfout.

Ik zou in principe zo kunnen leven, ware het niet dat ik in mijn werk als fotograaf voortdurend met veel jongere mensen te maken heb en de manier waarop zij leven is wezenlijk anders dan hoe ik leefde in mijn jeugd. Ze lijden bijna allemaal aan Orthorexia Nervosa, oftewel een obsessieve interesse voor de bestanddelen van het voedsel dat ze tot zich nemen. Bovendien kunnen ze zich geen meter verplaatsen zonder een flesje water en een smart phone. Dat krijg je ervan als je mensen van een enkelvoudige dwangmatigheid zoals roken afhelpt, denk ik dan vaak.

Toch kan ik ook daar ook best wel mee leven. Waar ik minder goed mee kan leven is de manier waarop veel van hen met afspraken omgaan. Kennelijk is het zelfs voor goeddeels werkloze jongeren van het uiterste belang om drukbezet over te komen. Zo kan het gebeuren dat een model eerst in een open bui meldt dat ze de komende maanden geen andere afspraken heeft dan met het UWV en mail ik haar vervolgens of ze in de komende weken wellicht eens wil komen poseren, dan krijg ik als antwoord: ‘Yay! Cool! Zodra ik in de buurt van mijn agenda ben, dan zal ik even kijken.’

Zou die agenda dan niet in die smart phone zitten, vraag ik mij dan bezorgd af. Zou die nog gewoon van papier zijn? In een mooi Chinees cahier misschien?

Dan hoor ik dagen niets meer totdat de persoon in kwestie zich via een berichtendienst als WhatsApp meldt met een optie-afspraak. Wij noemden dat vroeger een in principe afspraak, maar de vlot Engels babbelende jeugd drukt zich bij voorkeur uit in Anglicismen. Daar is niets op aan te merken, want ‘in principe’ is van oorsprong Latijn en dus ook geen Nederlands. In het begin ging ik nog wel eens mee met zo’n optie-afspraak maar die worden dan vrijwel zonder uitzondering een kwartier van tevoren afgezegd.

Ik heb nog niet anders meegemaakt dan dat het zo verliep. Ik laat me echter niet snel ontmoedigen dus na nog een keer of twee afzeggen staat zo’n model dan uiteindelijk voor mijn camera. Eind goed, al goed zult u denken, maar de langzaam opgebouwde ergernis vertaalt zich ongewild naar mijn regie bij het fotograferen en dat is vaak goed zichtbaar in de eindresultaten van zo’n fotosessie.

De keuze is dus aan mij. Ik kan me aan die manier van afspraken maken aanpassen en vooral heel gezond leven zodat ik niet aan een door ergernis veroorzaakte hartinfarct bezwijk, of ik moet ervoor kiezen om met pensioen te gaan.

Geplaatst op

Portretrecht

Ooit kregen we het portretrecht in de fotografie. Vooral bedoeld om de Koninklijke Familie tegen paparazzi te beschermen, kreeg elke Nederlander het mooie recht op wat praktisch gezien het halve auteursrecht van een foto behelst. Over het algemeen is dat ook een goede zaak.

Minder mooi is dat elke Jan Boerenlul nu op straat denkt zich het recht te kunnen veroorloven om een fotograaf zijn recht te ontnemen om mensen op de openbare weg te fotograferen.

Blijft het bij corrigerend toeschreeuwen, dan is dat nog te harden, maar word je camera eenmaal uit je handen getrokken door een burger die het volledige Nederlandse recht achter zich denkt te hebben staan om je hele kaart te wissen, dan wordt meteen duidelijk dat regeltjes alleen werken voor mensen die ook snappen wat die regels behelzen en dat zijn er helaas veel te weinig in dit land.

Als fotograaf heb ik namelijk het recht alles en iedereen op de openbare weg te fotograferen. Dat heeft niets met portretrecht te maken.

Op sluipende wijze wordt fotografie door wet- en regelgeving niet beschermd, maar gecriminaliseerd naar Amerikaans model.

Als ik in mijn eigen stad in de metro wil fotograferen, dan krijg ik meteen twee ambtenaren die nauwelijks het niveau van de sociale werkplaats ontstegen zijn op mijn dak om me uit te leggen dat ik daar nergens mag fotograferen.

Dit alles in een stad waar je je kont niet kunt keren of je wordt vastgelegd door een security camera.

Het is waanzin, pure waanzin. Loop ik met een videocamera van formaat op straat, dan heeft niemand daar bezwaren tegen. Dan hoopt men ‘op televisie’ te komen en dat is dan weer wel in orde.

Geplaatst op

Back and Forth // Persbericht NL

Door Kymara Lonergan

Hans van der Kamp, internationaal gewaardeerd fotograaf, bekend om zijn unieke stijl in het vastleggen van extreme seksualiteit door middel van portretkunst, zal zijn recente werk tentoonstellen in de Lightroom Gallery te Hasselt in België vanaf 16 februari.

Van der Kamp is internationaal bekend en zijn langstlopende expositie vindt al bijna twee jaar voortgang in het eerste Museum voor Erotische kunst te Moskou, gelegen aan de Novy Arbat in de nabijheid van het Kremlin.

Zijn werk wordt door veel Russen beschouwd als provocerend, pervers en pornografisch, desondanks trekt zijn werk grote aantallen bezoekers.

De expositie ”Back and Forth” geeft een beeld van de passie die de fotograaf vastlegt via zijn lens. Modellen tonen in vertrouwen en met de mooiste outfits hun bestaande en unieke ‘kinks’ en blijken daar plezier in te hebben. Dit is een wilde fotografische ontdekkingsreis die niet gemist mag worden.

Van der Kamp’s expositie ”Back and Forth” is de start van een samenwerkingsverband met curator Kymara Lonergan, recent mede-eigenaar van Van der Kamp’s hooggewaardeerde Amsterdam Museum of Erotic Art en eigenaar van de Kymara Gallery, Kennebunkport, Maine. De expositie zal vervolgd worden in New York City om deel uit te gaan maken van de ”XXX” groepsexpositie waarin 7 van ’s werelds meest geprezen fotografen gepresenteerd zullen worden. Dit zal plaatsvinden in het Leslie/Lohman Museum of Gay and Lesbian Art in de Old Basement Gallery, SOHO, New York City en in Kennebunkport te Maine tijdens de zomer. De vernissage voor ”Back and Forth” zal plaatsvinden op 16 februari om 15.00 uur en de expositie loopt door tot 16 maart.

Informatie Lightroom Kunstzaal te Hasselt: http://www.lightroomgallery.com
 

De fotografie van Hans van der Kamp

Het is adembenemend om de visie van Hans van der Kamp te ervaren door de lens van de fotograaf. Excentrieke individuen die hun rauwe emotie vertonen in momenten van de meest hardcore kink, worden perfect vastgelegd om de essentie uit te beelden van de persoonlijkheid en de passie van het model.


Het is duidelijk dat Hans van der Kamp liefde heeft voor wat hij doet. De schurende seksualiteit van de fotograaf zelf druipt van ieder beeld, waarbij het prikkelende verhaal van de relatie tussen de fotograaf en het model wordt verweven.

Het is aan de kijker om de intrigerende leegtes in te vullen door het waarnemen van de passie, vurigheid, lust en extase, gebeiteld op de gezichten van de modellen die hun diepste geheimen tonen aan de fotograaf.

Het vastleggen van de diepste momenten van menselijke verlangens is een zeldzaam talent dat door weinigen tot perfectie is gebracht. Hans van der Kamp is er in geslaagd om dit te doen met behoud van de compositie en professionele technische kwaliteit die alleen inherent is aan een meester fotograaf.

Deze expositie is een ”must see” en de kijker zal het gevoel krijgen dat hij terug wil keren om verder te lezen in het voortgaande verhaal van de menselijke seksualiteit zoals dat is gecreëerd door een van de meest gewaardeerde fotografen van de menselijke erotiek.

~Kymara Lonergan


Oprichter/eigenaar van The Kymara Gallery


Contactinformatie: https://hansvanderkamp.com E-mail: hvdkphot@gmail.com


Geplaatst op

Back and Forth // Sinful Delights by Hans van der Kamp

Hans van der Kamp, internationally respected photographer who is known for his unique style of capturing extreme sexuality through portraiture will exhibit his recent works at The Lightroom Gallery, Hasselt, Belgium on February 16th.

Van der Kamp is well-known internationally and his longest running exhibit continues in the first Museum For Erotic Art in Moscow located on the Novy Arbat close to the Kremlin.

His works have been called provocative, perverse, and pornographic by many Russians, yet his exhibits continue to draw record crowds.


The exhibit, “Back and Forth” illustrates the passion that the photographer captures through his lens. Trusting subjects display known and unique kinks wearing their finest array and appear to have fun doing it. This is a wild photographic journey that is not to be missed.

Van der Kamp’s exhibit “Back and Forth” will kick off a collaborative effort with curator Kymara Lonergan, recent co-owner of van der Kamp’s highly regarded Amsterdam Museum of Erotic Art and owner of The Kymara Gallery, Kennebunkport, Maine.
 The show will be moving to New York City to be part of the “XXX” group show that features seven of the world’s most highly regarded photographers. It will take place in The Leslie/Lohman Museum of Gay and Lesbian Art Old Basement Gallery, SOHO, NYC, and Kennebunkport, Maine in the Summer.
 An opening celebration for “Back and Forth” will take place on February 16th at 15:00 and will run until March 16th.

Lightroom Gallery Hasselt: http://www.lightroomgallery.com
 

The Photography of Hans van der Kamp

To experience the vision of Hans van der Kamp through the photographer’s lens is breathtaking. Eccentric individuals displaying their raw emotion during moments of their most hard core kink, are perfectly captured to portray the essence of the subject’s personality and passion.


It is evident that van der Kamp loves what he does. The photographer’s own gritty sexuality oozes from each image, weaving the titillating story of the relationship between photographer and subject.

The viewer is left to fill in the delicious blanks by observing the passion, fierceness, lust and ecstasy carved on the subject’s faces as they display their deepest secrets to the photographer.

To capture the deepest moment of human lust is a rare talent that has been perfected by few. Hans van der Kamp has managed to do this along with maintaining the composition and professional technical quality that is inherent in only a master photographer.

This show is a “must see” and will leave the viewer wanting to return to continue reading the ongoing story of human sexuality that has been created by one the most highly regarded photographers of human eroticism.

~Kymara Lonergan


Founder of The Kymara Gallery
Ex co-owner AMEA