Geplaatst op Geef een reactie

Collega’s

Recentelijk heb ik mijn Facebook account opgeheven om allerlei redenen waar ik vast nog wel eens op terug zal komen. Dat ik het nu meld is omdat ik daar een fotograaf in mijn contactenlijstje had die ik zeer bewonder.

Wat me echter aan hem verbaasde was de manier waarop hij over zijn eigen werk sprak. Plaatste hij een serie foto’s die hij twee jaar, of misschien drie jaar geleden had gemaakt dan noemde hij die werken rustig ‘oude meuk’.

Nu heeft de lieve man naar mijn beste weten – in tegenstelling tot veel van zijn collega’s – vrijwel nooit ‘meuk’ geproduceerd, dus ik kan zijn bescheidenheid op prijs stellen. Een verademing vergeleken bij de weliswaar zeer getalenteerde Erwin Olaf die niet alleen graag de loftrompet blaast over eigen werk, maar vooral niet aarzelt om zich extreem negatief uit te laten over het werk van anderen, waardoor hij soms wat ordinair overkomt voor een man van zijn niveau.

Voor mij is het anders; ik koester mijn oude meuk en niet alleen omdat de serie Rockers die ik in 1977 als eerste complete serie maakte me indertijd weliswaar aan de rand van een faillissement bracht, maar wel nog dertig jaar later druppelsgewijs voor wat inkomen zorgde.

Er zal bij mij sowieso vrijwel nooit een foto op mijn site staan die niet op z’n minst drie jaar oud is. Wijk ik af van die regel, dan heb ik daar vrijwel altijd spijt van. Op de een of andere manier duurt het lang voordat ik mijn werk los kan zien van de persoon of de personen die ik heb gefotografeerd.

Bovendien ben ik ervan overtuigd dat een foto die vandaag goed is en over tien jaar niet meer, sowieso nooit de moeite waard is geweest.

Een tijd geleden kwam ik telefonisch in gesprek met de eerste fotograaf voor wie ik ooit als assistent werkte en van wie ik ook bijzonder veel heb geleerd. Ik zal ook zijn naam niet noemen, want van het idee dat ik wat van hem geleerd zou hebben, moet hij vast braken. Hij vindt mij een waardeloze fotograaf en hij uitte dat recentelijk nog door mij hartelijk toe te roepen dat hij op het Internet gezien dat ik nog steeds ‘dezelfde oude rotzooi’ maak.

Zelf is hij wel failliet gegaan en hij doet nu zwarte klusjes in de bouw, maar dat heeft hem als doorgewinterde productfotograaf geen enkele bescheidenheid bijgebracht. Zo vind je ze alleen in Utrecht, denk ik dan altijd, en dat is nu ook weer niet bijzonder netjes van mij.

Of ik nu rotzooi maak of niet, ik beleef er veel plezier aan en ik hoop dat mijn oude werkgever, die mij vrijwel nooit een cent betaald heeft, met net zoveel plezier ’s avonds het cement uit zijn kleren klopt.

Toch zijn er ook uitzonderingen. Soms publiceer ik een foto vrijwel meteen, zoals bovenstaande foto ‘Schanulleke’, de derde foto uit een sessie van 458 opnamen. Ik geloof dat ik die foto binnen twee weken ingestuurd heb naar de juried art competition van het Kinsey Instituut van 2009, waar hij door een zware selectie kwam, zelfs in de permanente collectie belandde en nu opnieuw in hun laatste tentoonstelling ‘Gender Expressions’ is vertegenwoordigd.

Gender Expressions Poster

Van die foto wist ik meteen de volgende dag dat hij goed was, alleen zou ik nu nog niet eens precies kunnen formuleren waarom dat zo is en dat vind ik nu zo mooi aan fotografie. Niet alleen het proces is mysterieus, maar vooral ook het resultaat.
 

Geplaatst op Geef een reactie

Grote bekken, smalle schoudertjes

‘Regeerakkoord kent pijn voor iedereen’ kopt de Volkskrant. Moet ik nu juichen of zo? De minima gaan er naar schatting van ambtenaren die er wel vaker naast zitten geloof ik 0.2% op vooruit, maar ik ben slecht met cijfers en heel goed in het herkennen van oplichters. Zo heeft iedereen zijn goede en slechte kanten.

Wel mooi nieuws dat Lodewijk Asscher nu de prostitutie in Den Haag in goede banen kan gaan leiden, in plaats van de Wallen te slopen.

Het zal aan die moderne kostuums liggen, maar voor mij ziet het er op foto’s uit alsof er een kabinet op komst is van grote bekken en smalle schoudertjes.

Ook schijnen we blij te moeten zijn met ‘weer een mannenbolwerk dat geslecht wordt’ en dat zie ik ook al niet. Ik vind dat er eerst eens even een paar vrouwenbolwerken gesloopt moeten worden. Laten we beginnen met dat damesbolwerk dat zich in juridische zin bemoeit met kinderen in problemen.

Toegegeven, ik zou als ik een groot erf had en niet over geld voor een alarminstallatie beschikte beslist een Dobermann teef aanschaffen in plaats van een reu, maar om dat nu zo ver door te voeren om ook een vrouw op Defensie te zetten, kan ik niet op voorhand als vooruitgang zien. Maar goed, we laten ons graag verrassen.

Is het niet omdat de banken straks *niet* om geld komen bedelen, dan toch wel omdat we de beste minister van Defensie in heel Europa hebben.

Voorlopig herinner ik me die rij vrouwen op Verkeer- en Waterstaat van de vorige eeuw nog te goed. Eén grote polonaise van herintredende huismoeders die de corruptie in de aannemerswereld zo geweldig vooruit geholpen hebben.

U zult het vast met me eens zijn dat vrouwen gewoon te conflict gericht zijn en te hormonaal instabiel voor geweldsgevoelige functies. Of toch niet? Denk dan maar aan Hillary Clinton en haar rol in de Libië-crisis of aan Thatcher en de Falklands.

Of kijk eens naar dat YouTube-filmpje waarin een Nederlandse vrouwelijke agent – geheel volgens het boekje – een zwerver in elkaar trapt. Om over de vele duistere schietincidenten veroorzaakt door vrouwelijke agenten maar te zwijgen.

Ja, u hoort het al, wat mij betreft kan dat hele clubje nu al naar huis. Tijd voor iets anders. Een Europese regering? Ja, wat mij betreft wel. Of we nu hier al die klaplopende ambtenaren in dienst houden, of voor hetzelfde geld goed bevriend raken met een paar landen waar de zon wel schijnt, dat lijkt me geen moeilijke keuze.

Geplaatst op Geef een reactie

Klopgeest

Ik ga voor mijn plezier naar Nikon voor het schoonmaken van de sensor van mijn D3, of naar Calumet om papier te kopen, omdat ik daar andere fotografen ontmoet en dat is altijd een genoegen.

Fotografen zijn in tegenstelling tot schrijvers en journalisten bijzonder collegiaal. Misschien komt het omdat fotografen vaker in een kluitje op elkaar staan om iets vast te leggen. Er is dan eenvoudigweg geen andere werkbare oplossing dan rekening met elkaar te houden.


 
Zo zat ik eens geknield op de eerste rij bij de opening van een evenement en na een minuut of vijf was ik de toespraak van de organisator geheel zat en stond ik bruusk op, zonder rekening te houden met de zoomlens die een collega achter me over mijn schouder had gestoken, waardoor zijn camera op de klinkers belandde.

Ik verontschuldigde me omslachtig, maar de benadeelde fotograaf haastte zich te zeggen dat het zijn eigen schuld was, omdat hij immers had kunnen verwachten dat ik vroeg of laat op zou staan.

Het is diezelfde collegialiteit die er voor zorgt dat ik vaak modellen ‘doorgespeeld’ krijg van andere fotografen die mijn werk kennen en goed aanvoelen met welke mensen ik graag zou willen werken.

Naarmate mijn zoektocht naar modellen – die nu vrijwel alle facetten van het seksuele spectrum vertegenwoordigen – zich uitbreidt ben ik echter steeds meer aangewezen op speciale dating sites. Zelf mis ik de sociale handigheid voor het leggen van goede sociale contacten via zoiets abstracts als een website, dus ik ben al minstens tien jaar afhankelijk van derden om dat namens mij te doen.

Had ik dat contacten leggen niet uitbesteed dan was ik waarschijnlijk ook nooit tegen mensen aangelopen die zich met dollification bezig houden.

Als jonge fotograaf ging mijn interesse vooral uit naar portretfotografie en ik vind nog altijd dat mijn naakten vooral portretten zijn. Nooit zal ik het lichaam als een landschap zien en het komt al helemaal niet in me op om bij het bepalen van de compositie het hoofd van de gefotografeerde eenvoudigweg bij de hals af te snijden.

In mijn begeleidende teksten voor tentoonstellingen staat dan ook steevast de regel: ‘If a nose tells us something about the person portrayed, why should any other body part be less informative?’ Vaak denkt men dan dat ik grappig wil zijn, maar het tegendeel is waar.

Door jaren ervaring voorzie ik problemen die op kunnen treden tijdens een fotosessie al voordat ik mijn lichten ontstoken heb, maar bij de eerste opnamen met dollification als thema voelde ik me totaal onthand.

Nooit eerder had ik mij zo duidelijk gerealiseerd dat mijn regie in eerste instantie gericht is op de gelaatsuitdrukking van het model. Pas daarna ga ik aan de poses werken.

Toen Joep, mijn eerste model in de dollification serie (zie bovenstaande foto) het latex masker over zijn hoofd trok, had ik nog weinig in de gaten totdat het fotograferen daadwerkelijk begon. Opeens voelde ik me een dove die een orkest moest dirigeren. Er viel niets te regisseren aan een gelaatsuitdrukking en er was geen echt oogcontact.

Alle routines die ik in jaren had opgebouwd waren van het ene op het andere moment totaal nutteloos geworden en er werd een uitdaging gesteld die heel bevrijdend werkte.

Mijn manier van werken is immers sinds de Rockers uit 1977 eigenlijk niet wezenlijk veranderd, hooguit mijn manier van verlichten.

In de jaren zeventig riep ik vaker dan mijn toehoorders welgevallig was dat er maar één zon was en dat er dus maar één lamp in een studio thuis hoorde en zoals het zonlicht van karakter verandert door reflectie in de wolken of objecten, zo trachtte ik die effecten met reflectoren te benaderen. Een niet onhaalbaar, maar wel moeizaam uitgangspunt als je zoals ik graag zwart tegen zwart fotografeert.

Dus nu staan er steevast twee lampen, waarvan de tweede als een klopgeest uit een ver verleden voortdurend lijdt aan technische storingen.

Geplaatst op Geef een reactie

Ik kon het niet laten (2)

Mark Rutte

Je fotografische vaardigheden gebruiken om met wat slordig knip- en plakwerk en van Google geroofde afbeeldingen een cartoon te maken is natuurlijk ver beneden mijn stand en het doet ook zwaar af aan mijn geloofwaardigheid als internationaal exposerend fotograaf, dat begrijpt u wel.

Maar god, wat lucht het altijd op… Heerlijk!

Meer dan een half uur wil ik eigenlijk aan zo’n afbeelding niet besteden. Dus de Photoshop work flow, zoals ze dat zo mooi noemen, lijkt nogal op gooi- en smijtwerk. Er hoeven geen schoonheidsprijzen gewonnen te worden wanneer het de behendigheden met maskers in Photoshop betreft. Een eerste vereiste is nu juist dat het zichtbaar knip- en plakwerk is. Het is immers geen poëzie.

Ooit ben ik, ergens rond 2002 definitief tot het knippen en plakken verleid door EAKINS, een vast lid van het Hidden Archives forum van AMEA, waar ik administrator/moderator was. Hij plaatste een paar afbeeldingen die op milde wijze de spot dreven met mij en een aantal andere regelmatige bezoekers van het board. Hij gebruikte daarvoor onze avatars en noemde zijn spotprenten TUATs, kort voor: Totally Unauthorized Avatar Tweaks.

Op een prettige manier raakten we in een soort competitie verwikkeld. Ik besteedde veel tijd om uit te vinden waarom zijn TUATs duidelijk zoveel beter waren dan de mijne en het eerste wat me opviel was dat hij niet te sterk naar de realiteit leunde. Een hoofd was bijvoorbeeld wel eens buitenproportioneel groot in verhouding tot een lichaam, terwijl ik uren zat te schuiven met maskers totdat een gezicht ook precies op schaal in een ander lichaam paste. De lichtval moest kloppen, de kijkrichting, alles eigenlijk.

Daar werd ik ook steeds beter in. Sommige TUATS waren niet van echte persfoto’s te onderscheiden. Vrolijk plakte ik de hoofden van Amerikaanse Hidden Archives leden in foto’s van militaire acties in Iraq. Hoewel het mij grote technische voldoening bracht, had ik zonder me daarvan bewust te zijn de spot uit het woord spotprent gehaald. Sommige mensen raakten diep beledigd en terecht.

Dat ik er af en toe mee doorga heeft veel te maken dat ik passief zoveel informatie verwerk, waarvan ik weet dat het oeverloos gezwam is van onderbetaalde journalisten, dat ik sterk de behoefte voel af en toe ook eens ergens op het web een scheet te laten, om het maar plat te stellen.

‘Het volk heeft gesproken,’ zei Rutte deze week en hij begon te ‘werken’ aan een coalitie die driekwart van het volk, waaronder zijn eigen achterban, niet geheel ziet zitten en teleurgesteld als ik ben in Nederlandse politici kon ik niet anders denken dan dat Rutte helemaal niet van plan is om met de PvdA te gaan regeren, maar dat zijn geflirt met Samsom – die hem verbaal en inhoudelijk de baas lijkt te zijn – hoofdzakelijk bedoeld is om de PvdA in het oog van datzelfde volk verder van links te vervreemden om daarmee eventuele andere coalitie-opties bij voorbaat op de helling te plaatsen. Ik krijg vast ongelijk, of laten we dat in ieder geval hopen.

Henk Kamp als Koningin der Nederlanden
Geplaatst op Geef een reactie

Ik kon het niet laten

Rutte en Samsom

Het lukt me maar niet om over Nederlandse politiek na te denken zonder meteen daarna te gaan zitten peinzen naar welk land ik zou kunnen vluchten, me afvragend of ik inmiddels voldoende argumenten heb om ergens politiek asiel aan te vragen. In Libië of zo. Alles lijkt me beter dan deze zompige Apenheul.

Ik ben zo iemand die bij elke gelegenheid probeert uit te leggen dat jaarlijks meer Nederlanders dit land ontvluchten dan er vreemdelingen binnenkomen.

De politieke debatten heb ik dan ook niet gevolgd op televisie of Internet. Ik probeer de laatste tijd een beetje aan mijn gezondheid te denken. Al te veel ergernis trek ik niet meer zo goed.

Toch kon ik het niet laten even Photoshop te openen toen ik de resultaten van de exit polls voorbij zag schieten.

Geplaatst op Geef een reactie

Andere verpakking (3)

Bij sommige mensen heb ik met mijn vorige bijdrage de indruk gewekt dat ik iets tegen transgenders, transseksuelen of travestieten zou hebben, ondanks mijn duidelijkheid hierover.

Wat mij echter na veertig jaar de strot uitkomt is de benoeming ‘verkeerd lichaam’ bij iemand met gender issues.

Iedereen mag wat mij betreft kiezen of hij man of vrouw wil zijn of iets daar tussenin. Mijn eigen voorkeur gaat zelfs vaak uit naar iets er tussenin. Dus wat zou ik te mopperen moeten hebben?

Het wil er bij mij gewoon niet in dat zo’n keuze vooral met de loodgieterij van het menselijk lichaam te maken zou moeten hebben. Penis of vagina, als geopereerde transseksueel heb je uiteindelijk geen van beiden. Ja, iets wat erop lijkt, maar in het gebruik is het niet voldoende om een partner van de andere sekse te binden, voor zover je met seks iemand zou kunnen binden, of dat zou ambiëren.

Een voorbeeld. In mijn studio meldde zich op een dag een kleine, bijzonder macho ogende jongeman, die ooit een meisje was geweest.

Overal groeide haar. Uit zijn oren, op zijn rug, en dat alles in een onwaarschijnlijke overdaad. Hij was één stap verwijderd van een primaat met een leren jasje aan en een stoere bril op.

Erg trots en tevreden was hij over zijn mannelijk geslachtsdeel. Toegegeven een vagina is ook maar niets als je eenmaal gekozen hebt om als vrouw man te worden, maar wat daar uiteindelijk uit die onderbroek tevoorschijn kwam, deed mij de haren te berge rijzen.

Heeft u wel eens een nest jonge muizen gezien? Van die friemelende, piepkleine roze diertjes die eruit zien als forse maden? Nou, zo zag die penis eruit.

Ik ken vrouwen die een grotere clitoris hebben.

Hij vond het maar wat leuk voor de camera, dus het ding begon meteen te druppen; het normale vocht dat een vrouw produceert bij opwinding liep nu via het artificiële penisje naar buiten.

Kleenex!

Het doet me ook pijn dat ik dit zo beschrijf, want het was een heel aardige jongen, al vond ik de littekens onder al dat borsthaar daar waar de borsten chirurgisch verwijderd waren tijdens het werk wel een afleidende factor. Op mijn leeftijd heb je wel eens een vrouw gezien met een of twee geamputeerde borsten en dat ziet er toch qua littekens op de een of andere manier minder gruwelijk uit.

Misschien omdat er in de laatste situatie ondubbelzinnig sprake is van een levensreddende operatie.

Maar goed, borsten zitten in de weg als je een man wilt zijn. Ik weet er alles van. Die van mij zijn door ouderdom veroorzaakt en ze moeten helaas blijven zitten, omdat ik een man ben die meestal ook een man wil zijn, dus ik mag eventuele liposuctie plus corrigerende plastische chirurgie zelf betalen.

Het meest trieste echter vond ik dat er medisch gezien twee manieren waren om die muis in erectie te krijgen. De ene methode was met een handpompje die via een gaatje in de peniswand een ingebouwd luchtreservoir vulde en de tweede manier ben ik vergeten omdat die alleen voor zeer vermogende mensen beschikbaar was.

En dan hebben we het over ‘verkeerde lichamen’… Dat was nu pas echt een verkeerd lichaam in mijn visie. Okay, die apenvacht veroorzaakt door hormonen was overtuigend, maar dat gestuntel met een penis die alleen met een pincet af te trekken is, dat is onmenselijk.

Als je een handpomp met je mee moet dragen om seks te hebben, dan kun je mijns inziens beter 24/7 met een voorbindpik rondlopen die middels een slim counterpikje aan de binnenzijde de clitoris stimuleert.

Maar goed, ik ben geen chirurg die zijn operatiekamer moet volboeken om zijn boot in Nice drijvende te houden.

(wordt vervolgd)

Geplaatst op Geef een reactie

Andere verpakking (2)

Voortbordurend op het verhaal in de Standaard over het zevenjarige jongetje Senne dat vanaf nu als Sanne door het leven gaat en door ouders en medici over een aantal jaren puberteitsremmende middelen en andere hormonen krijgt voorgeschreven vraag ik mij opnieuw af of het juist is te stellen dat iemand ‘in een verkeerd lichaam’ geboren wordt.

Tot op zekere hoogte zijn we dat namelijk allemaal. Zo had ik graag ik een lange, zwarte man met bijpassende penis willen zijn en natuurlijk ook die parelwitte tanden, om van het six-packje maar te zwijgen. Een genderwetenschapper zal zeggen dat ik het niet snap, want ik heb daar geen groot psychisch leed aan over gehouden, laat staan zelfmoord willen plegen vanwege mijn gemis.

Dat is nog maar de vraag. Ik vind sowieso dat Hans van der Kamp zijn – in welk lichaam dan ook – eigenlijk als ondraaglijk leed zou moeten worden omschreven en niet alleen vanuit mijn eigen optiek.

Neem Michael Jackson die als blanke in een zwart lichaam werd geboren. Die arme jongen lieten ze maar aanmodderen met krijtwitte make-up, plastische chirurgie en allerlei vormen van medicatie. Waarom eigenlijk geen kliniek voor blanke mensen die in een zwart lichaam geboren worden? Laat ik mijn kop maar houden voordat ik die artsen ‘zonder grenzen’ nog op ideeën breng.

Dit alles terzijde. We hebben het nog steeds over Senne die Sanne is geworden omdat hij liever met poppen wil spelen en graag meisjeskleren draagt.

Hoezeer ik ook de keuze vrouw of man te willen zijn – los van genetische dictatuur – weet te respecteren, toch kan ik maar niet begrijpen dat we kinderen van 7 jaar al zoveel zelfbeschikking geven over een traject dat diep ingrijpt in de psychische en lichamelijke gezondheid.

Eeuwen geleden kleedden we jongetjes ook als meisjes en behandelden we ze ook als zodanig. Ik heb nooit ergens gelezen dat iemand daar psychische schade aan had over gehouden. Of het moet Markies de Sade zijn geweest die vrijwel van de ene op de andere dag zijn lange krullen verloor en in mannenkleren werd gehesen om zonder enige voorbereiding naar het front te worden gestuurd.

We moeten niet vergeten dat Sanne door een kaste wetenschappers wordt begeleidt die zich steeds vaker op of over de grens van het ethisch toelaatbare bevindt. Denk aan de vele levensrekkende medische behandelingen voor terminale ziekten waar de farmaceutische industrie weliswaar geheel op binnenloopt, maar waar vrijwel geen enkele patiënt een menswaardig levenseinde aan overhoudt. Je hoeft als arts of medisch wetenschapper geen Joseph Mengele meer te heten om je eigen horror show te starten en er nog redelijk voor beloond te worden ook.

Veelzeggend is het feit dat de definitieve operatie van Senne/Sanne pas op zijn/haar 18de zal plaatsvinden omdat er nog altijd de mogelijkheid bestaat dat Sanne tegen die tijd weer Senne wil zijn.

Laat ik me dat eens voorstellen: een kerngezonde jongen met borsten en een totaal door hormonen gemodelleerde fysiek die geen normale puberteit heeft mogen hebben door de puberteitsremmende middelen en op de drempel van zijn transformatie/castratie besluit toch man te worden.

Dat moet tegen die tijd een psychiatrisch patiënt zijn geworden. Een zielige representant van Het Maakbare Leven die de medische wereld een klein vermogen heeft bezorgd maar zelf kansloos is.

(wordt vervolgd)

Geplaatst op Geef een reactie

Andere verpakking (1)

De Standaard kwam gisteren met een bijdrage onder de vlag: Het is eenzelfde kind, alleen in een andere verpakking.

Het gaat over het 7-jarige jongetje Senne dat vanaf nu als Sanne door het leven gaat. Als meisje, dus. Ze is zo ‘opengebloeid’ sinds ze een meisje mag zijn, beweert de trotse moeder. (zie: http://bit.ly/LRUXHE)

Ik zou het artikel gelaten hebben voor wat het was als ik niet een goed deel van mijn leven via mijn fotografie met genderdysforie te maken had gekregen. Het is nu eenmaal een belangrijk thema in mijn werk.

Centraal daarin staan volwassenen die een puberteit en adolescentie achter zich hebben liggen. Met kinderen van zeven die beweren in het verkeerde lichaam geboren te zijn, heb ik uiteraard nooit gewerkt.

Ik maakte mijn eerste foto van een transseksueel ergens eind jaren Zeventig. Ik geloofde heel ernstig in de mogelijkheid dat mensen in een verkeerd lichaam geboren konden worden, want ik had in een discotheek gezien hoe iemand die ik als travestiet dacht te kennen levenloos uit het toilet werd gedragen, omdat hij met een veter en een zakmes zichzelf had gecastreerd, een actie waarbij het ongeveer net zo lang duurt om dood te bloeden als iemand met een moeilijke stoelgang nodig heeft om zijn darmen te legen.

Mijn verontwaardiging over dit leed was groot. De afdeling Genderdysforie van het VU bestond in die tijd naar mijn beste weten nog niet, of men was daar nog niet zo actief. Veel transseksuelen gingen in die tijd nog naar Casablanca voor een geslachtsverandering die neerkwam op een redelijk slordige verwijdering van de mannelijke geslachtsdelen en het creëren van een caviteit die voor vagina door moest gaan.

De op die wijze geopereerde transseksuelen liepen weken, soms maanden met een houten klos in die holte om dichtgroeien te voorkomen. Je hoorde dan een luide plok wanneer zo iemand op een houten stoel of kruk ging zitten. In veel gevallen groeide die vagina na verloop van tijd alsnog dicht, omdat verzorgingsadvies en medische begeleiding afwezig waren.

Toch zag ik het nut van die operatie in omdat het hier immers ging om een heilig doel; het voorkomen van zelfmoord en het verbeteren van het gevoel van eigenwaarde van de geopereerde.

Ik was vooral ook gefascineerd door de moed die iemand kennelijk wist op te brengen om voor zijn eigen identiteit op te komen. In de Gay Scene van de jaren Zeventig was de acceptatie van transseksuelen nog beperkt. In de maatschappij was die er in het geheel niet.

Van drie transseksuelen uit die tijd maakte ik met enige regelmaat foto’s. Eén van hen pleegde binnen tien jaar alsnog zelfmoord. De tweede bezweek aan alcoholmisbruik en de derde, een straatprostituee, werd vermoord door een man die zich bedrogen voelde.

Ik pretendeer hier geen statistisch gegeven neer te leggen, de transseksuelen die ik fotografeerde bevonden zich in een milieu van prostitutie en andere uitzonderlijke zaken.

Volgens mij lag dat allemaal aan de gebrekkige medische en psychologische begeleiding, de maatschappij die er niet klaar voor was en de heteromannen die transseksuelen toch maar niet als echte vrouwen wilden erkennen.

Nu, na bijna veertig jaar gewerkt te hebben met mensen die met gender issues worstelen, denk ik daar iets genuanceerder over.

Het aantal ‘geslaagde’ transseksuelen die als vrouw door het leven gaan, stijgt zonder meer en de bedroevende situaties die ik in het begin van mijn carrière tegenkwam zijn zeldzaam geworden.

Om u echter niet te lang bij Facebook, Dating- of Nieuwssite weg te houden wou ik mijn ervaringen graag in episodes noteren.

(Wordt vervolgd)

Geplaatst op Geef een reactie

Beide benen op de grond

Wie zijn fotografie niet in dozen opbergt, maar in plaats daarvan de openbaarheid zoekt, krijgt in het gunstigste geval reacties en ook vragen.

De meest gestelde vraag waar ik mee te maken krijg is: ‘Waarom fotografeer je oudere mensen?’

Het is deel van mijn werk om zo’n vraag serieus te beantwoorden en dat probeer ik ook, maar niet zonder eerst een wedervraag te stellen: ‘Bedoel je soms mensen van mijn eigen leeftijd?’

Dan valt er vaak even een ongemakkelijke stilte waarna de vraagsteller zich verduidelijkt door te stellen dat er op zich niets mis is met het fotograferen van oudere mensen, maar waarom toch zo naakt of in lingerie? Dat zit ze dan toch niet helemaal lekker, al weten ze vaak niet goed uit te leggen waarom.

Misschien is het te vergelijken met hoe wij als kinderen niet echt konden accepteren dat onze ouders seks hadden, terwijl we er toch zelf het product van waren.

Ik leg dan uit dat ik op mijn twintigste meisjes en jongens van mijn eigen leeftijd fotografeerde en dat mijn interesse voor mijn eigen generatie nog steeds overheerst – dat mijn thema als het ware met me is meegegroeid.

Hoewel de vraagsteller vaak aangeeft dat mijn antwoord bevredigend is, denk ik toch vaak van zijn of haar gezicht af te lezen dat er meer van mij werd verwacht. De commentaren die ik soms op fotografie sites krijg geven vaak een duidelijker beeld.

Af en toe zie ik mensen kwaad worden en zich te buiten gaan in negatieve kritiek omdat ze vinden dat mensen met een ouder lichaam hun kleren aan dienen te houden, zeker voor een camera. Een galeriehoudster in Edinburgh ging zo ver om op artreview.com te beweren dat zowel mijn modellen als ik ziek en pervers waren, zonder verder uit te leggen waarom.

Laatst had ik het nog over dit onderwerp met een collega die nog een jaar of vijf ouder is dan ik. Hij fotografeert uitsluitend meisjes van rond de twintig. Ik vroeg hem of hij wel eens geconfronteerd werd met de vraag waarom hij jongere meisjes fotografeerde. Nee, die vraag kreeg hij nooit en zou dat wel het geval zijn, dan wilde hij simpelweg antwoorden dat het ‘onderwerp’ hem natuurlijk wel wat moest doen, anders was er geen reden een camera beet te pakken.

Ik geloof dat ik toen op mijn beurt ook niet zo heb doorgevraagd.

Natuurlijk ben ik er voor 100% van overtuigd dat wat ik doe vanzelfsprekend is, althans voor mij. Toch zoek ik heel soms naar bevestiging in het werk van anderen die leeftijdsgrenzen verleggen, maar dan vind ik maar een handjevol fotografen en in hun oeuvre komt het werken met ouderen vaak slechts voor als een gimmick, een eenmalige tentoonstelling, met veel pers.

De behoefte even te willen provoceren lijkt te overheersen, zeker omdat ze zich na afsluiting van hun ‘ouderenprojectje’ weer met volle overgave storten op het fotograferen van The Young and the Beautiful.

Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Niet bij de provocatie, want in dat licht weiger ik mijn fotografie te zien, maar ik fotografeer zo nu en dan ook jongere mannen en vrouwen met ideale maten en dat zijn vaak de foto’s die het best verkocht worden, vooral in de VS, en de inkomsten daarvan betalen dan voor het peperdure transport via UPS voor de terugkeer van de werken die niet zijn verkocht.

Is zo’n tentoonstelling eenmaal voorbij dan zie ik op het Internet recensies en mijn verkochte werken worden daar nooit in genoemd, wel de foto’s die niemand wilde hebben en dat zijn zonder uitzondering de foto’s van mensen met de minder ‘perfecte’ lijven.

De kritieken zijn vaak lovend. Mijn werk wordt in de VS, maar ook in Rusland steeds vaker inzet bij het bevechten van bestaande seksuele conventies door mensen die zich ongemakkelijk voelen in deze – tegen de wetten van de zwaartekracht in – naar jeugd en perfectie verlangende cultuur.

Dat kan me soms een euforisch gevoel geven. Als fotograaf wil je dat je werk gebruikt wordt in een debat, welk debat dan ook, maar als ik ’s avonds laat in bed mijn financiële situatie overzie, dan ebt die euforie snel weer weg.

Dat is overigens niet verkeerd, want dat houdt me wel met beide benen op de grond.

Geplaatst op Geef een reactie

Confronterend

Vaak word ik beschreven als een man met een confronterende persoonlijkheid en dat begrijp ik niet altijd. Ik snap wel dat ik de duiding niet al te positief moet opvatten.

Wanneer ik doorvraag wat nu precies bedoeld wordt met confronterend, dan krijg ik allerlei uiteenlopende antwoorden, waar ik uiteindelijk niets anders uit kan destilleren dan dat ik zo iemand ben die mensen ongezouten de waarheid zegt.

Kennelijk mag dat niet meer. Ik kan me de tijd nog herinneren dat zo’n levensinstelling als een deugd werd gezien, maar ik ben dan ook een bijzonder oude man.
 
In mijn werk zie ik wel dat ik confronterend kan zijn. Zo vond ik het gisteren nodig om de foto die centraal op de voorpagina stond (al maanden) eens te verwisselen en in mijn haast koos ik voor de foto ‘Rob en Maria’ die u hier nu afgebeeld ziet. De keuze was niet geheel willekeurig; ik ben zeer tevreden over die foto, maar de meeste mensen gaan in hun beoordeling kennelijk toch aan veel moois voorbij.

Vooral aan het doorzettingsvermogen van het mannelijk model dat op mijn aanwijzingen zo’n beetje een halve dag met zijn vrouw in de armen heeft gestaan en een doos sigaren tot braken toe leeg moest roken.

Weken erna had hij nog last van zijn rug en kon hij mij niet telefonisch spreken zonder om de drie woorden zwaar te kreunen en me hartgrondig te verketteren. Ik kan dat dan goed hebben, want ik ben immers tevreden over het eindresultaat.

Al zullen de meeste mensen alleen een harige, goed ontwikkelde penis zien. Zo’n instrument roept nu eenmaal heftiger emoties op dan een bijzonder grote neus of gigantische zeiloren.

Die foto doet het eigenlijk alleen goed bij mensen die zich realiseren dat we van naakt zijn iets kunstmatigs hebben gemaakt en dat de naakten die we zoal te zien krijgen vooral bedoeld lijken om de sfeer van een droomwereld weer te geven waar iedereen perfect is, gezond eet en voldoende geld op de bank heeft staan.